woensdag 06. 01. 2021 REGIO 5
MIJN HOBBY
DOOR LIEKE MOOREN
Het werk van koperslagerij Van der Beele
blijft door (klein)zoon Tuut in de familie
Tuutt vvan derr Beelle iin zziijjn eiigen koperrssllagerrssmusseum..
Uw hobby of verzameling!
Wij zijn op zoek naar bijzondere
hobby’s of verzamelingen. Stuur
een omschrijving, liefst met foto
naar:
noordmidden@
delimburger.nl
TIP ONS
Beste lezer, voor deze VIA
zijn we op zoek naar lokaal
(verenigings)nieuws, tips en
informatie. U kunt ons uw
tekst met foto’s mailen:
noordmidden@
delimburger.nl
Stuur uw materiaal op tijd in;
bij tijdsgebonden activiteiten
liefst 2 weken vooraf.
We zien uw kopij met
belangstelling tegemoet.
Dank!
Redactie
De Limburger
liefst was Tuut van der Beele
(69) net als zijn vader en opa
koperslager of loodgieter geworden.
Maar omdat er niet voor alle
elf kinderen uit het Sevenumse
gezin een plek was in het familiebedrijf,
is hij het werk van de
koperslagers gaan verzamelen.
DE BOEKSUGGESTIE
Verhäölkes in ós Limburgs plat
In Verhäölkes in ós Limburgs plat
staan korte en iets langere verhaaltjes
van een twintigtal Limburgstalige
schrijvers in hun oorspronkelijk
dialect. Deze verhaaltjes zijn vertaald
in het Valkebergs, Zittesj,
Echs, Zösters, Remunjs, Wieërts en
Venrods door mensen van de Veldekekring
uit die plaatsen, waardoor
het boekje is verschenen in acht versies.
De commissie Veldeke Volkscultuur
is de initiatiefnemer van dit
project. „Wij vinden het belangrijk
dat jonge Limburgse kinderen ook
worden voorgelezen en aangesproken
in hun eigen dialect, niet alleen
in het Nederlands. De thuistaal
wordt serieus genomen en meertaligheid
biedt juist voordelen voor de
taalontwikkeling volgens de huidige
wetenschappelijke inzichten. Daarnaast
willen wij natuurlijk ons dierbaar
dialect zo veel mogelijk behouden.”
Het kostte de commissie weinig
moeite om de teksten bij elkaar te
krijgen, waardoor het een bont geheel
is geworden met verhaaltjes
over uitstapjes, feestjes, kabouters,
beestjes, fantasie of echt gebeurd,
uit het dagelijks leven van kinderen,
om mee te lachen, voor peuters,
kleuters en basisschoolkinderen.
„Maar ook volwassenen vragen om
de algemene versie omdat ze het
leuk vinden al die verschillende dialecten
te lezen en te vergelijken.”
De Veldekekringen verkopen de
boeken via de boekhandels in de omgeving.
Omdat de winkels momenteel
zijn gesloten, zijn ze ook te krijgen
via de lokale websites van Veldeke.
Het algemene boekje is te bestellen via
beukske@zjwame.nl en kost 10 euro plus
verzendkosten (ISBN/EAN 9789083102504)
Het boek Verhäölkes in ós Limburgs
plat is een groot succes. De
eerste oplage van 1400 stuks was
in minder dan een week uitverkocht
en dus verscheen er een
herdruk in een oplage van 1300
stuks. Deze zijn nog te verkrijgen.
REGIO
Winnende
liedjes in
halve finale
Bart Janssen en Willy Billekens uit
Blerick staan met twee liedjes in
de halve finale van het Limburgs
Vastelaovesleedjes Konkoer.
De kaft van het boek. FOTO COMMISSIE VELDEKE VOLKSCULTUUR
DOOR PAUL DOLHAIN
Het duo won eind september de Blerickse
liedjesverkiezing van de
Wortelepin met 2021 en herhaalde
die prestatie een week later op de
Jocus Leedjesaovend door het
nummer Oet de maot samen met
Venlonaren Gijs Engels en Jules
Fransman naar de eerste plaats te
zingen. Beide liedjes zijn door de
jury van het LVK geselecteerd voor
een plek in de halve finale. Christel
van Rijn en Quinn Warmerdam maken
de Venlose inbreng compleet
met hun nummer Knoévele.
De gemeente Peel en Maas heeft
vier ijzers in het vuur. Het zijn de
prins en oudprinsen
van de Graasvraeters
uit Grashoek met Stilte
veur de storm, de Batjakkers uit Egchel
met Mèt aafstand (in alaafstand),
Pim & Chantal uit Kessel
met Ongerein en de Breurkes uit
Panningen met Hang de slingers
same op. Björn van Berkel houdt de
eer van Grubbenvorst hoog met
Vastenaovend is!
De halve finales worden op 8, 15 en
22 januari uitgezonden op L1 Radio.
kaar verzamelen, anders wil iedereen
het zelf houden.”
Het was zijn vader zelf die hem dertig
jaar geleden aan het eerste verzamelstuk
hielp. De collectie is voorPaul
van der Beele, familie van Tuut,
heeft een koperslagersmuseum in
Horst, dat al sinds het begin van de
coronacrisis gesloten is. Werk van
zijn vader vind je er niet. Echte kunst
wil hij het ook niet noemen. „Ik kan
me niet herinneren dat ooit iemand
iets van mijn vader heeft gekocht.
Wel gaf hij vaker koper weg als cadeautje
op bruiloften of jubilea.” Hij
zou er ook geen prijskaartje aan kunnen
hangen. „Er is geen vraag meer
naar geslagen koper. Voor mij heeft
het vooral sentimentele waarde. Ik
zou het nooit verkopen!”
De woning van Tudi ‘Tuut’ van der
Beele in Sevenum herbergt een imposante
collectie koperen kannetjes,
waterkokers, kruiken en lampen.
In een ruimte op de eerste verdieping,
die voorheen duidelijk als
slaapkamer diende, heeft hij het
werk tentoongesteld. Vol trots toont
hij drie ingelijste foto’s aan de muur
waarop zijn grootvader Robertus,
vader Ruud en broer Wim aan het
werk zijn als koperslager. Het portret
van zijn vader is hem het meest
dierbaar. De foto is genomen in de
achtertuin van het ouderlijk huis
waar de familie Van der Beele een
loodgietersbedrijf had. „Het was de
plek waar hij overdag werkte, maar
ook ’s avonds meestal te vinden was.
Om de drukte in huis te ontvluchten
en op zijn gemak te hobbyen. Ik hoor
hem nog steeds urenlang in hetzelfde
ritme op het koper slaan: ‘tak tak
tak’.”
„Ik heb ooit een kwartier les gehad
van mijn vader”, vertelt Tuut.
„Daarna zei hij: Gej kunt baeter wat
anders gaon doon. Hij zag me klungelen
en kwam tot de conclusie dat ik
het schijnbaar niet in me had. Al heb
ik daar niet heel lang mee gezeten
hoor.”
„Je moet het zien in de tijd van toen”,
vult broer Hans aan. „Onze moeder
is vroeg overleden waardoor vader
met elf kinderen thuis zat. Hij was
blij dat iedereen op een gegeven moment
onder de pannen was. Het
komt allemaal voort uit de tijdgeest
van dik vijftig jaar geleden en een bepaalde
nostalgie die daarbij hoort.
Vroeger stond bij ons de hele woonkamer
vol koperwerk. Nu zie je dat
nergens meer.” Tuut knikt. „En daar
ben ik wel blij mee. Zo kan ik voor en
na al het werk van mijn vader bij elHet
al in de afgelopen vijf jaar flink gegroeid.
Het oudste koperwerk is in
bezit van broer Hans en stamt uit
1900. „Het is een waterkoker, een
moor op zijn Zaerums, en nog gemaakt
door mijn grootvader.” Veel
weet Tuut niet meer van zijn opa, behalve
dat hij samen met twee broers
in Horst is begonnen als koperslager.
Bijzonder is ook de koperen scepter
uit 1955, het jaar waarin zijn vader
prins was van het Sevenumse Aezelsriek.
Met bovenop een scherp
uitgesneden ezel. „Daar zou je nu absoluut
niet meer de zaal mee in mogen”,
zegt Tuut lachend. „Het zou
gezien worden als een steekwapen.”
Dit soort verhalen zijn voor hem de
drijfveer om alles op één plek samen
te brengen. „Je kunt het je bijna niet
voorstellen dat zoiets met de hand is
gemaakt, en dan ben ik extra trots
dat het de handen waren van mijn
voorvaderen.”
Beneden:: de koperren ssceptterr vvan
vvaderr Ruud,, prriinss iin 11955.. FFOTTO''SS LLÉÉ GIIEESSEEN