woensdag 13. 01. 2021 5
REGIO
MIJN HOBBY
DOOR PIETER DUIJF
Kookschrift als herinnering
aan verblijf in Jappenkamp
schreef mijn vader geregeld in het
huisaanhuisblad
MiddenLimburg.
Over de verschrikkingen in het Jappenkamp
hadden ze het nooit. Zelf
ben ik in Nederland geboren, een nakomertje”,
klinkt het bijna verontschuldigend.
Nog steeds probeert Jo Janssen dit
stuk verzwegen familiegeschiedenis
te ontrafelen. Van verschillende
heemkundekringen ontving hij documentatie.
Ook kreeg hij na het
overlijden van zijn zus in 2006 een
doos vol papierwerk van zijn schoonbroer.
„Mijn vader vertrok al in 1922
als militair naar Indonesië. Daar genoot
hij als onderluitenant de nodige
privileges.” Janssen toont een kaart,
geschreven in 1928 aan boord van de
SS Insulinde door Gondje Tillemans
uit Tegelen, zijn vaders eerste vrouw.
„Gekregen van een verzamelaar uit
Belfeld.” Gondje stierf aan tbc. Pa
Janssen hertrouwde in 1936 met Maria
Janssen, de moeder van Jo.
Over zijn opvoeding zegt Jo: „Mijn
vader was een strenge, maar oprechte
man. Het geloof speelde een belangrijke
rol.” Zijn ouders werden in
de oorlog gescheiden en kwamen elkaar
na de overgave door de Japanners
toevallig weer tegen in Bandung,
de hoofdstad van WestJava.
Drieënhalf jaar hadden ze taal noch
teken van elkaar vernomen. „Mijn
zus herkende hem niet en wilde niet
geloven dat hij haar vader was.”
Door zijn speurwerk is een bijzondere
collectie van documenten, foto’s
en voorwerpen ontstaan. In de woonkamer
hangt een kris, een in dit geval
Indonesische dolk waar mystieke
krachten aan worden toegeschreven.
Jo haalt een vrolijk schortje tevoorschijn.
„Gemaakt door mijn
moeder. Dat droeg ze dag en nacht in
het kamp om geld en persoonlijke
spulletjes in te bewaren.” Een bijzonder
stuk uit de nalatenschap is ook
het kookschriftje van ma Janssen.
„Stiekem met potlood geschreven.
Ruim 250 Indische recepten staan
erin. Moet je nagaan, ze kwamen nog
net niet om van de honger. Bovendien
mocht je niet eens papier of potlood
bezitten.”
Jo Janssen uit Blerick probeert al
zijn leven lang erachter te komen
wat zijn familie heeft meegemaakt
in de Jappenkampen in NederlandsIndië.
Zijn onderzoek heeft
een bijna museale verzameling
over het koloniale verleden van
Nederland opgeleverd.
Na de capitulatie van Japan op 15 augustus
1945 kwam er ook een einde
aan de gevangenschap van duizenden
Nederlanders in de Jappenkampen
in voormalig NederlandsIndië.
Ook de familie van Jo Janssen (73)
mocht eindelijk weer ruiken aan de
vrijheid. Ruim drieënhalf jaar hadden
zijn vader, moeder, broertje Wim
en zusje Laura onder erbarmelijke
omstandigheden moeten zien te
overleven. Het weekrantsoen bestond
uit een blubberpapje, een
hompje brood en een half handje
rijst. Soms kregen ze een stukje vlees
en wat groenten toegestopt.
„Mijn ouders vertelden alleen over
de mooie dingen in de tijd dat ze in
Indonesië verbleven. Hierover
Jo Janssen: „Mijn ouders spraken nooit
over de verschrikkingen die ze hebben
meegemaakt.” FOTO'S LÉ GIESEN
De vader, educatief over de
schouder meekijkend, krijgt een
eurekamoment
en roept online
naar zijn wethouder: ‘Johan, ik heb
het!’ Vervolgens slaat zo’n wethouder
door en krijgt visioenen van
‘bepaalde arrangementen als
onderdeel van een beleving door
de recreant’. Immers, geen
integratie zonder recreatie.
Gelukkig loopt parallel hieraan ook
een levensreddend project van het
Samenwerkingsverband MiddenLimburg,
inmiddels 2.0. Onder de
titel Laat het landschap u verrassen
moeten we nu samen ‘het landschap
als gemeenschappelijke
deler’, nee sterker, ‘als basis van de
hele samenleving’ leren ontdekken.
Kijk, daar kan Johan wat mee.
Zeker nu er al een ‘koersdocument’
is, een tiet geld voor extern
onderzoek en een kar die Geert
Gabriëls van Weert gaat trekken.
Hoe kom je anders verder? Men
kiest ook voor ‘focus en op maat’
en voor verschillende ‘lijnen’,
waarvan een met de opdracht
‘doorgaan met wat goed is’. Dit kan
niet meer misgaan. Ik zie ons allen
al met de nieuwe heemkundevereniging
HeelWessem
achter de
kar van Geert aan wandelen rond
de gemeenschappelijke deler van
de MiddenLimburgse
Maasplassen,
op zoek naar arrangementen
waarmee we beleving kunnen
recreëren in een canon voor
Maasgouw. Even allemaal samen
graag: ‘Vader Jacob…’
WAAT E WAER
FRITS NIES
COLUMN
Canon
‘Maasgouw heeft veel te bieden op
het gebied van historie’, zo las ik
zaterdag in De Limburger. Dit trof
mij als redactiesecretaris van De
Maasgouw aangenaam. Inderdaad,
Koninklijk LGOG doet al ruim 140
jaar zijn best om via dit tijdschrift
veel te bieden op het gebied van
historie. Het is dus opgevallen,
mooi. Glimmend verder lezend zag
ik echter dat het over de fusiegemeente
Maasgouw ging. Erger
nog, over haar identiteitscrisis. Na
veertien jaar is er nog steeds geen
gemene deler gevonden voor deze
samengestelde breuk van tien
kerkdorpen langs de Maas in
MiddenLimburg.
De Maasgouwenaar
blijkt niet te bestaan. Evenmin
overigens als de Leudaller, de
Roerdaler, PeelenMaaser
en
EchtSusterenaar.
Het zal de
inwoners een zorg zijn. Bestuurlijke
herindeling wint het nooit van
lotsverbondenheid. Wie van daar
is, zal niet van hier zijn, en omgekeerd.
Zo ook de burgemeester
van Maasgouw; die is van Weert
(binnenkort weer?).
Wethouder Johan Lalieu laat het
er niet bij zitten. Hoe gaat zoiets in
lockdown? Zit een van z’n ambtenaren
thuis online te werken,
terwijl de kinderen al zoomend
aan dezelfde keukentafel huiswerk
krijgen: maak een werkstuk over
verbinding. Bedenkt zo’n slimme
scholier een canon, met erfgoedverhalen
‘als parels aan een snoer’.
REAGEREN?
f.nies@me.com
Werk aan spoorwegovergangen
Van vrijdag 15 januari tot maandag
18 januari vinden er werkzaamheden
aan spoorwegovergangen
plaats aan de Rijksweg Noord
(N276) in Sint Joost. De spoorwegovergangen
aan de Rijksweg Noord,
de Galvanistraat en de Roermondseweg,
de Brachterzijde en de Heuvelstraat
zullen vanaf kwart voor
negen in beide richtingen afgesloten
zijn voor verkeer. Er wordt onderhoud
gepleegd aan de spoorwegovergangen
en de weg wordt opnieuw
ingericht. Het verkeer kan
hinder ondervinden vanwege de afsluitingen.
Er zijn omleidingsroutes
ingesteld. De werkzaamheden zijn
maandag 18 januari in de vroege
ochtend afgerond. Rond kwart over
vijf zijn alle wegen weer open.
SINT JOOST
DE BOEKSUGGESTIE
Verhäölkes in ós Limburgs plat
In Verhäölkes in ós Limburgs plat
staan korte en iets langere verhaaltjes
van een twintigtal Limburgstalige
schrijvers in hun oorspronkelijk
dialect. Deze verhaaltjes zijn vertaald
in het Valkebergs, Zittesj,
Echs, Zösters, Remunjs, Wieërts en
Venrods door mensen van de Veldekekring
uit die plaatsen, waardoor
het boekje is verschenen in acht versies.
De commissie Veldeke Volkscultuur
is de initiatiefnemer van dit
project. „Wij vinden het belangrijk
dat jonge Limburgse kinderen ook
worden voorgelezen en aangesproken
in hun eigen dialect, niet alleen
in het Nederlands. De thuistaal
wordt serieus genomen en meertaligheid
biedt juist voordelen voor de
taalontwikkeling volgens de huidige
wetenschappelijke inzichten. Daarnaast
willen wij natuurlijk ons dierbaar
dialect zo veel mogelijk behouden.”
Het kostte de commissie weinig
moeite om de teksten bij elkaar te
krijgen, waardoor het een bont geheel
is geworden met verhaaltjes
over uitstapjes, feestjes, kabouters,
beestjes, fantasie of echt gebeurd,
uit het dagelijks leven van kinderen,
om mee te lachen, voor peuters,
kleuters en basisschoolkinderen.
„Maar ook volwassenen vragen om
de algemene versie omdat ze het
leuk vinden al die verschillende dialecten
te lezen en te vergelijken.”
De Veldekekringen verkopen de
boeken via de boekhandels in de omgeving.
Omdat de winkels momenteel
zijn gesloten, zijn ze ook te krijgen
via de lokale websites van Veldeke.
Het algemene boekje is te bestellen via
beukske@zjwame.nl en kost 10 euro plus
verzendkosten (ISBN/EAN 9789083102504)
Het boek Verhäölkes in ós Limburgs
plat is een groot succes. De
eerste oplage van 1400 stuks was
in minder dan een week uitverkocht
en dus verscheen er een
herdruk in een oplage van 1300
stuks. Deze zijn nog te verkrijgen.
De kaft van het boek. FOTO COMMISSIE VELDEKE VOLKSCULTUUR
DOOR PAUL DOLHAIN