Woensdag 18. 01. 2023 13
Regio
‘Vanaf heden zal Limburg een eigen munt hebben…’
Gwanro de Heus vindt de munt van De Nieuwe Limburger bijna zeven decennia na verschijning op een akker
nabij Jabeek. Hij geeft de munt in bruikleen aan De Limburger. Foto's Marc Ploum,
REGIO
Zijn pen zocht alle hoeken van de
werkelijkheid op en beschreef wat
hij tegenkwam met zwier. Vergeet
ook niet dat hij Tijl Uilenspiegel en
Reinaert de Vos een modern jasje
bezorgde en grootheden uit het buitenland
vertaalde, waaronder Homerus.
En dat alles naast zijn journalistieke
werk. Na veertig jaar onder
de Limburgers te hebben
gewoond, achtte hij zich in 1966 voldoende
onderlegd om ze te karakteriseren:
Leer ze mij kennen… de Limburgers.
Als u in de spiegel wilt kijken,
dit is uw kans. En voor wie zelf
de pen wil oppakken, lees het in
Maastricht uitgegeven boekje De
kunst van het schrijven. Ja, het is in
1949 geschreven en dat merk je,
maar het is ook vandaag de dag zo al
niet leerzaam, dan toch zeker vermakelijk.
Een overweldigende productiviteit
dus. En toch, toen ik mensen om me
heen vroeg of ze deze auteur kenden,
was het antwoord onveranderlijk
ontkennend. Hoezo, wie schrijft
die blijft? Niet wie schrijft die blijft,
maar wie leest laat blijven. Het is
aan u, lezers, om auteurs het eeuwige
leven te bieden. Laat u niet leiden
door de waan van de dag, al verschijnen
er dagelijks boeken die uw aandacht
verdienen. Besef dat er daarnaast
onder het stof van de tijd nog
pareltjes liggen die het ontdekken
waard zijn. Een aantal boeken van
Frans Brunklaus (van Oldenburg
Ermke) bijvoorbeeld. U moet er wel
voor naar de bibliotheek. In de winkels
is hij vergeten.
Quizvraag, waar of niet waar: krijgt
Limburg in 1955 een ‘eigen munt’?
Een ruilmiddel, met waarde,
uitgegeven van Eijsden tot Mook?
Door Rob Willems
literaire hoek
Geef door te lezen
schrijvers het
eeuwige leven
U kent vast het wijdverbreide idee
dat je eeuwige aandacht kunt verwerven
door mooie dingen aan het
papier toe te vertrouwen. Deze wijsheid
is terug te vinden in gezegdes
als Wie schrijft, die blijft. En als je het
deftiger wilt zeggen: verba volant,
scripta manent (gesproken woorden
vervliegen, geschreven woorden
blijven). Ik ben er onlangs achter gekomen
dat dit geen wijsheid is, maar
een hardnekkige mythe. Schrijvers
kunnen zo maar door de mazen van
de tijd vallen.
Dat ging zo. Als tiener bezocht ik regelmatig
café ’t Hemeltje in Geulle
en hoorde daar dat ooit ene Brunklaus
een roman had geschreven die
zich rond die herberg afspeelde en
ook die naam droeg. Ik nam dat voor
kennisgeving aan en ging verder
met de rest van mijn leven. Kortgeleden,
dus 55 jaar later, herinnerde ik
me het verhaal en ging op zoek naar
deze schrijver en dit boek. Op internet
kwam ik welgeteld één foto van
de man tegen, maar ik leerde wel dat
Frans Brunklaus weliswaar in 1909
in Dordrecht werd geboren, maar
dat hij bijna zijn hele leven in Limburg
heeft gewoond. Hij stierf in
1974 in Valkenburg.
Wat mij verder opviel was dat de
boeken van Brunklaus, inmiddels
wist ik wel dat hij ook veel gepubliceerd
heeft onder het pseudoniem
Frans van Oldenburg Ermke, nergens
meer te koop waren. Zelfs
tweedehandsboekensites boden
maar een enkele titel aan. De gedachte
drong zich op dat de man dan
wellicht weinig had geschreven en
daarom in de vergetelheid was geraakt.
Nader onderzoek leerde mij
echter dat het tegendeel waar is.
Frans Brunklaus heeft meer dan
zestig boeken geschreven, romans,
detectives en jeugdboeken, maar
ook studies over heiligenlevens,
over Maastricht en over literatuur.
In de Literaire Hoek besteden
verschillende Limburgse auteurs,
verenigd in de Werkgroep Limburgse
Schrijvers, wekelijks aandacht
aan lezen en literatuur in Limburg.
Vandaag: Theo Engelen over Frans
van Oldenburg Ermke.
Een van de boeken die Frans Brunklaus onder zijn pseudoniem heeft
uitgebracht. Foto Ton van Reen
DOOR Theo Engelen
REGIO
sen, zo bedenkt de Commissie van
Toezicht.
Kinderen worden tot ruilen aangespoord:
De jeugd is vindingrijk. En
dus zal zij heus wel haar weg weten te
vinden om aan de munten te komen.
De een zal ze ruilen voor vreemde postzegels,
die hij dubbel heeft. Een ander
spaart Douwe Egberts-punten en wil
daarmee zijn slag slaan.’
Lezers mogen gratis een rubrieksadvertentie
plaatsen: Jan Pietersen,
wonende te Venlo, wil 25 munten ruilen
voor 25 Verkade-plaatjes, zo luidt
een voorbeeldtekst. Wie zijn munten
retour wil, kan om een ontvangstbewijs
vragen, waarna de
munten na afloop van de wedstrijd
worden teruggestuurd.
Weiland
De krant pakt goed uit, en stelt een
lawine aan prijzen in het vooruitzicht.
Van een prachtig jongens- of
meisjesboek tot een Cyrus Supersport
rijwiel.
Limburg omarmt de prijsvraagmunt,
en slaat massaal aan het zoeken
en het ruilen: liefst 56.180 munten
komen terug bij De Nieuwe Limburger.
Eén exemplaar duikt na bijna zeventig
jaar op in een weiland nabij
Jabeek. Met dank aan Gwanro de
Heus keert die munt binnenkort terug
naar het bedrijf dat de penning
in 1955 bedenkt en op de markt
brengt.
Het juiste antwoord: ‘Ja’. Vanaf heden
zal Limburg een eigen munt hebben….
De munt van De Nieuwe Limburger,
valt op 1 oktober 1955 paginagroot
te lezen in de voorloper van
De Limburger. Een munt van de
krant dus. Al gaat daar niet meteen
een belletje rinkelen als bijna zeven
decennia later een exemplaar
wordt aangeboden…
Metaaldetectie
Terug naar december vorig jaar.
Het is vlak voor Kerstmis als Gwanro
de Heus naar de redactie van De
Limburger mailt. De 21-jarige Heerlenaar
trekt er regelmatig met de
metaaldetector op uit en nu heeft hij
op een akker nabij Jabeek een ‘herdenkingspenning’
van de krant gevonden.
Volgens hem is die best oud.
Of wij er meer van weten? „Een ‘herdenkingspenning…?
Zo groot als
een 2 euromunt? Nee, niemand een
idee!”
Gwanro stuurt een foto. Die ook niet
leidt tot een ‘Ach ja’. De Nieuwe Limburger,
Het Provinciale dagblad staat
op de voorzijde onder de rand, in het
midden het woord Voortaan. Op de
achterzijde: De Nieuwe Limburger.
Grootste aantal advertenties van alle
Limburgsche Dagbladen, en in het
midden Daarom ook uw advertentieorgaan.
Prijsvraag
Delpher, de website van de Koninklijke
Bibliotheek met onder meer
gedigitaliseerde historische kranten
in het archief, ontrafelt het ‘mysterie’
uiteindelijk. De munt, zo
blijkt, hoort bij een grote prijsvraag,
in het jaar dat de naam van de krant
verandert van Gazet van Limburg in
De Nieuwe Limburger.
Prijzen zijn te winnen door de door
de krant uitgegeven munten te verzamelen
en retour te sturen. De provincie
wordt verdeeld in zeven rayons,
waarbij rekening wordt gehouden
met het aantal inwoners. Voor
elk rayon worden dezelfde en evenveel
prijzen beschikbaar gesteld.
Bewoners van stad en platteland
krijgen op die manier gelijke kan-