Woensdag 25. 01. 2023 13
literaire hoek
Literatuurlegende Pé Hawinkels
Van nul tot nu Parkstad
Door Martin van der Weerden
Sint Elisabethstift in Kerkrade
was een veilige haven
Na de totstandkoming van de Duitse
Eenheid werd het rijke katholieke
kloosterleven door de protestant
Otto von Bismarck als vijand ervaren.
Veel kloosters moesten sluiten
en verhuisden bijvoorbeeld naar
het gastvrije Limburg. Zo ook de
zusters Elisabethinnen, die hun inspiratie
vonden in Elisabeth van
Thüringen. Deze gravin uit de 13de
eeuw stond tijdens een hongersnood,
tegen het uitdrukkelijke bevel
van haar echtgenoot, de armen terzijde.
Met een schort vol broden
werd zij op straat door haar man betrapt.
Toen zij haar schort opende,
kwamen echter rozen tevoorschijn.
Veilige haven
De verdreven Elisabethinnen vonden
in 1871 een veilige haven in Kerkrade.
Het bouwvallige Kasteel
’s-Heerenanstel werd gesloopt en
op de fundamenten werd een groot
het Sint Elisabeth Stift bekend
staat. In 1877 was het gereed. In het
klooster ontstond het eerste Kerkraadse
ziekenhuis, het Elisabeth
Spitaal. Daarnaast vonden kloosteropleidingen,
een verzorgingshuis
voor bejaarden en een kleuterschool
er hun plek.
De situatie in Duitsland normaliseerde
voor de katholieke kloosters,
maar het Stift was ondertussen niet
meer uit Kerkrade weg te denken.
Omdat de bevolking van Kerkrade
sterk groeide ten gevolge van de
steenkolenmijnbouw kon men de
ervaring van de nonnen op het gebied
van verpleging, zorg, onderwijs
en geestelijke ondersteuning goed
gebruiken.
Leegloop
Maar tijden veranderen. Het klooster
liep langzaam leeg en haar maatschappelijke
taken werden steeds
meer door leken overgenomen. In
2015 sloot het klooster. Helaas lukte
het niet om er op de benedenverdieping
een museum over Kerkrade
ten tijde van de Tweede Wereldoorlog
te huisvesten. Momenteel zijn er
onder andere een zorginstelling, horeca
en Scouting Hubertus gevestigd,
waardoor het gebouw behouden
bleef.
In de rubriek Van Nul tot Nu gaat
Martin van der Weerden in op de
veelzijdige historie van deze regio.
Ditmaal over het uit 1877 stammende
imponerende kloostergebouw
Sint Elisabethstift aan de
Anstelerbeek in Kerkrade. In 2015
kwam er een einde aan de aanvankelijke
bestemming.
Elisabeth van Thüringen.
Foto Martin van der Weerden
bakstenen complex van vier bouwlagen
neergezet, dat sindsdien als
Dier van de week
In Dierenbeschermingscentrum
Limburg zitten honden, katten,
konijnen en vogels die dolgraag
een nieuw baasje willen. Elke week
zet Saskia Thijssen er één in het
zonnetje. Deze week is dat Brutus.
Waarom zit hij in het asiel?
„Brutus is een leuke kruising van bijna
6 jaar. Zijn moeder is een kruising
Amerikaanse stafford / bully en vader
een kruising mops/ shih tzu.
Hoe is Brutus’ karakter?
„Hij is een vriendelijke, speelse hond.
Hij is nog een beetje verlegen naar
mensen die hij niet kent. Tijdens het
wandelen loopt hij al goed mee aan de
riem. Bij zijn vorige eigenaar kon hij
(samen met andere honden) een paar
uurtjes alleen zijn. Omdat hij niet opgegroeid
is met jonge kinderen plaatsen
we hem liever niet in een gezin
met kinderen jonger dan 12 jaar.”
Wat voor een baasje zoeken jullie?
We zoeken een baasje dat hem de tijd
geeft om te wennen. Verder houdt hij
heel erg van spelen en rennen en zou
een tuin of andere buitenruimte wel
fijn voor hem zijn.”
Mail voor meer informatie over Brutus naar
limburg@dierenbescherming.nl.
In de Literaire Hoek besteden
verschillende Limburgse auteurs,
verenigd in de Werkgroep Limburgse
Schrijvers, wekelijks aandacht
aan lezen en literatuur in Limburg.
Vandaag: Adri Gorissen over Pé
Hawinkels.
Voerendaal
Alain (I) Crutzen
nieuwe prins van
CV De Naate
Alain (I) Crutzen (26) is de nieuwe
prins van CV De Naate. De prins
woont samen met zijn vriendin Charissa
op het Onze Lieve Vrouweplein
en is als pedagogisch medewerker
werkzaam bij Humankind.
Alain was in 2007 jeugdprins bij De
Naate, is lid van carnavalsgroep D’r
Kromme Sjtek en voetbalt in het
eerste elftal van RKVV Voerendaal.
De nieuwe prins en zijn vriendin
kunnen zondag 29 januari aansluitend
aan de mis van 10.30 uur, vanaf
14.11 uur, worden gefeliciteerd in de
Borenburg. De receptie is ook bedoeld
voor de jubilarissen Lau van
Dinther, Raymond Severens en Ramón
Meessen.
Prins Alain (I) Crutzen.
Foto Leon Smeets
REGIO
publiceert hij poëzie, die nogal
breedsprakig en beschrijvend is en
vaak wordt geïnspireerd door muziek
en kunst. In 1968 debuteert hij
met de bundel Bosch & Bruegel, die
een jaar later wordt gevolgd door
Het uiterlijk van de Rolling Stones.
Datzelfde jaar 1969 komt zijn eerste
proza uit, de verhalenbundel Autobiografische
flitsen& fratsen, in 1970
gevolgd door Ik hau van Holland.
Vertaler
Het jaar 1969 is een sleuteljaar voor
Hawinkels, die zijn studie heeft opgegeven.
Hij is sindsdien vertaler en
datzelfde jaar verschijnen vijf vertalingen
van zijn hand, onder meer
van grootheden als Thomas Mann
en Friedrich Nietzsche en van Het
boek Prediker (samen met Pius Drijver).
Er volgen meer dan vijftig andere
vertalingen, van zowel moderne
als klassieke auteurs.
Uiteraard raakt hij opnieuw in opspraak,
dit keer vanwege zijn vertaalopvatting
die inhoudt dat hij zaken
verandert, weglaat of toevoegt.
Dat principe kost hem in 1975 de
Martinus Nijhoffprijs (de belangrijkste
Nederlandse prijs voor een
vertaler).
Legendevorming
De werkdrift die hij als vertaler aan
de dag legt, draagt bij aan de legendevorming.
Hij werkt namelijk zo
hard dat hij regelmatig met pleisters
om de vingers zit te typen. Wat
ook helpt bij de mythevorming is
zijn dood (hartstilstand). Omdat
zijn huisgenoten denken dat hij op
vakantie is, wordt hij pas acht dagen
na zijn sterven zittend aan zijn bureau
gevonden.
er klassieke talen te gaan studeren.
Een studie die hij een jaar later inruilt
voor Nederlandse taal en letterkunde.
Snel verbindt hij zich aan
het Nijmeegs Universiteitsblad en
schrijft er columns, gedichten,
stukken over literatuur en verhalen
voor. Om meteen ook in opspraak te
komen door het publiceren van het
gedicht Hi-ro-shi-ma, dat volgens de
dan nog katholieke universiteitsgemeenschap
pornografie is.
Schrijven doet Hawinkels ook voor
literaire tijdschriften als Raam,
Merlyn en Raster en bladen als Jazzwereld
en De Nieuwe Linie. Vooral
De legende van de Limburgse letteren.
Zo mag je Pé Hawinkels
(Hoensbroek 1942 – Nijmegen 1977)
inmiddels wel noemen. Ondanks
zijn korte leven heeft hij een welhaast
mythische status gekregen.
Hawinkels is namelijk geen saaie
schrijver die zijn werkkamer nauwelijks
uitkomt en alleen maar op
zijn (toen nog) typemachine rammelt.
Hij komt regelmatig in opspraak,
houdt van mooie en snelle
auto’s, verslijt de ene vrouw na de
andere, schrijft liedteksten voor
Herman Brood en gaat zich te buiten
aan drank en drugs. Geen wonder
dus, dat hij ook wel de James
Dean van zijn tijd wordt genoemd.
Talent
Al tijdens zijn jaren op het Bernardinuscollege
in Heerlen toont Hawinkels
zich zeer getalenteerd. Hij
is niet alleen een heel goede gymnasiumleerling,
maar tevens een drijvende
kracht achter het schoolblad
Binden en Bouwen. Nadat hij cum
laude slaagt, vertrekt hij in 1960
naar de Nijmeegse universiteit om
Pé Hawinkels.
Foto ANP/Kippa
DOOR ADRI GORISSEN