woensdag 10. 02. 2021 REGIO 5
Sjors draait zijn hand niet om voor een
prinsenscepter met zes ezelskoppen
„Dat maakt het nog persoonlijker,
klopt. Maar dan zou ik van tevoren
moeten weten wie het wordt, en dat
wil ik niet.” Als hij zelf prins wordt,
speelt dat probleem niet. „Ha nee,
dat is niks voor mij. Ik vier vastelaovend
wel op mijn eigen manier.”
Niet alle scepters komen de dolle
dagen ongeschonden door. „De kop
gaat er nog wel eens af, die zet ik er
dan weer netjes op. Met een afgebroken
oor is dat wat lastiger. Soms
laten we het zo. Het is net als met
een litteken, er zit toch een verhaal
achter. Ook dat maakt elke scepter
bijzonder.”
WELLERLOOI
De Kuluut viert twee
dagen carnaval online
REGIO
Prijzen te winnen met
versierwedstrijden
Ronald en Nicole maken ‘jeskes’ in alle kleuren, soorten en maten.
FOTO LÉ GIESEN
MIJN HOBBY
DOOR MARCEL VAN LIER
Omdat er dit seizoen geen prinsen
worden uitgeroepen, hoefde Sjors
Janssen geen overuren te maken in
de werkplaats. Sinds 2007 maakt
hij elk jaar een nieuwe scepter voor
Dun Ezelskop uit Sevenum. Een
meer dan vijftig jaar oude traditie
die bij opa ‘Tummer Fritske’ begon.
In Sevenum zwaait de prins met een
eikenhouten scepter van Janssen.
Dat is al zo sinds het midden van de
jaren zestig, toen Frits Janssen de
eerste maakte. Op z’n 82ste droeg
hij het stokje over aan kleinzoon
Sjors, die een jaar eerder al een geslaagde
proef van bekwaamheid
had afgelegd met de scepter voor de
jeugdprins. Wat sindsdien ook een
traditie is; hij maakt er dus ieder
jaar twee.
De 33jarige
Sjors Janssen stamt uit
een oud timmermansgeslacht. Hij
leidt het Sevenumse familiebedrijf
dat zijn overgrootvader in 1911 oprichtte.
Het scepterbouwen sloeg
een generatie over.„Mijn vader
vond dat niet erg. Hij was vooral blij
dat het in de familie is gebleven.”
Dat zijn opa elk jaar een nieuwe
scepter sneed, is in de galerij van
oudprinsen
op de website van Dun
Ezelskop niet te zien. „Doordat hij
er pas laat mee begon, was de scepter
nooit op tijd klaar voor de fotoshoot.
Wat je ziet, is de scepter van
de vorst. Zonde, ja.”
Grote oren
De scepter is een ezelskop op een
steel. De rest is artistieke vrijheid.
„Het gaat vaak om details, nuances
zelfs. Alleen die van 2014 springt er
wat meer uit door het opvallende
kleurgebruik. Ik wou iets Mondriaanachtigs.
Het grote verschil met
de scepters van opa is dat bij mij de
ezelsoren in het begin een heel stuk
kleiner waren. Ook omdat de oren
nogal eens beschadigd raakten.
Maar ik neig de laatste jaren weer
meer naar zijn stijl. Onze huisstijl,
zeg maar.”
Uw hobby of verzameling!
Wij zijn op zoek naar bijzondere
hobby’s of verzamelingen. Stuur
een omschrijving, liefst met foto
naar:
noordmidden@
delimburger.nl
Een jubileumjaar betekent extra
werk. Dan heeft de scepter meerdere
koppen. Die van 2019 telde er een
half dozijn, Dun Ezelskop bestond
toen 6x11 jaar. Het is zijn magnum
opus tot nu toe. „Een hele klus. Ook
omdat hij niet te zwaar mocht worden.
De vorige jubileumscepter
woog meer dan een kilo. Prins
Frank Wintels heeft het geweten.”
De scepter zegt niks over de prins
zelf, zoals bij Jocus wel het geval is.
Foto boven:
Sjors Janssen
nam het
ambacht over
van zijn opa.
Foto rechts:
In een
jubileumjaar
krijgt de
scepter
meerdere
ezelskoppen.
FOTO'S
SUSAN JILISEN
TIP ONS
Beste lezer, voor deze VIA
zijn we op zoek naar lokaal
(verenigings)nieuws, tips en
informatie. U kunt ons uw
tekst met foto’s mailen:
noordmidden@
delimburger.nl
Stuur uw materiaal op tijd in;
bij tijdsgebonden activiteiten
liefst 2 weken vooraf.
We zien uw kopij met
belangstelling tegemoet.
Dank!
Redactie
De Limburger
De Kuluut uit Wellerlooi pakt in het
carnavalsweekend uit met een online
programma voor alle leeftijden.
Op zaterdagmiddag is er een activiteit
voor de jeugd, waarna ’s avonds
een carnavalsquiz volgt. Op carnavalszondag
draait alles om de digitale
miniatuuroptocht, die om 14.11
uur start en te bekijken is via YouTube,
facebook en de website van
De Kuluut. ’s Avonds is er nog een
afsluitende online activiteit.
Carnavalsverenigingen in de hele
regio doen de laatste weken verwoede
pogingen om nog wat kleur
in het straatbeeld te brengen.
Om inwoners aan te sporen hun woning
of voortuin een feestelijke aanblik
te geven, zijn in verschillende
dorpen versierwedstrijden uitgeschreven.
De meeste zijn in deze
krant al aangekondigd. Prijzen voor
de mooist versierde woning, raam,
gevel of tuin zijn ook nog te winnen
in Hegelsom (D’n Tuutekop), Ysselsteyn
(De Piëlreus), Wanssum (De
Wiendbuul), Melderslo (De Vlasköp)
en Veulen (Ut Dartele Veulen).
De tesse vol in ein jeske van Roon
Roon, zoals hij door intimi wordt genoemd,
heeft klanten uit het halve
land, tot het Twentse Markelo. Ook
dit jaar. „Ik verwacht met vastelaovend
toch wat verklede mensen in
de stad. Er zijn er zelfs die de hele
route van de optocht lopen heb ik
begrepen. De echte diehards kunnen
het toch niet laten, denk ik.”
De geboren Venlonaar groeide op in
de Heutzstraat vlakbij het tijdens
de dolle dagen kolkende Venlose
centrum. „Vastelaovend ging er
thuis met de paplepel in. Mijn vader
zat bij de politie. Na de optocht was
er altijd feest voor het personeel
met gezinnen in de kantine van het
bureau aan de Lohofstraat.”
Het naaiatelier begon dertig jaar
geleden met een versleten badjas.
Het patroon knipte Ronald uit een
stapeltje oude kranten. Jarenlang
stond hij in een modewinkel. Tegenwoordig
drie dagen in de week met
een stoffenkraam op de markten
van Sittard, Maastricht en Eindhoven.
Maar nu door de maatregelen
van de overheid even niet. Zijn moeder
werkte als coupeuse voor de
BERA, een overhemdenfabriek.
Complete groepen aankleden vindt
hij het leukste om te doen. „Maar de
groep moet ook weer niet te groot
zijn, want dan gaat het op productiewerk
lijken.” Alhoewel de jeskes
zijn corebusiness zijn, levert Ronald
ook petticoats van tule voor de dames
en maakt hij ludieke prinsenmutsen
of andere joeksige hoofddeksels.
Hoeden, petten en mutsen
kunnen worden gepimpt door echtgenote
Nicole. „Samen zorgen we
voor een kantenklare
outfit met
voldoende zakken voor flesjes joeg
en proviand als overlevingspakket.
Met de tesse vol kunnen ze dan de
stad in, zeg maar!”
In de werkruimte op zolder zijn
kleurrijke stalen en rollen stof uitgestald
en staan ladekastjes met
knopen en andere fournituren.
Roon beschikt over vier naaimachines,
waaronder een computergestuurd
apparaat waarmee letters
en logo’s geborduurd kunnen worden.
Geen wens is voor hem te gek.
Hij verwerkt zelfs hele slingers van
knipperende lampjes in zijn ‘jeskes’
en ‘hudjes’. Ieder kledingstuk is
uniek.
Enkele creaties van Ronald zijn nog even
te bewonderen in de etalage bij
Naaimachinehandel Rutten aan de
Alberdingk Thijmstraat in Blerick en
www.gemakdoorroon.nl.
Ronald Hendriks uit Blerick maakt
en pimpt al een kleine dertig jaar
‘jeskes’, hoeden en mutsen voor
vastelaovesvierders. Het geratel
van de naaimachines is ondanks
corona niet helemaal verstomd.
DOOR PIETER DUIJF