Woensdag 07. 02. 2024 CARNAVAL 13
Landgraaf / Heerlen
‘Hier zit echt geen strategie of complot achter’
REGIO
Wat prinses Monique I van de
Parkstad Böck en de prinsen Rick II
van de Bokkeriejesj en Bjorn I van
de Schaesbergse Vasteloavends
Verein (SVV) met elkaar gemeen
hebben? Ze zijn alle drie spelend
lid van Sjpasskapel Mit de Moel D’r
Aa uit Schaesberg én dit seizoen
geproclameerd. Toeval?
Door Hub Bertrand
„Honderd procent”, zegt medeoprichter
Janno Franssen resoluut.
„Hoewel wel vaker een van onze leden
de hooglustigheid van een vereniging
was, is dit absoluut toeval.
Hier zit geen strategie, pr of een
complot achter.”
Of het niet voor problemen zorgt als
van de 22 muzikanten er drie niet
meespelen? „Als een eerste trompettist,
een saxofoniste en een slagwerker
wegvallen is dat natuurlijk
een serieuze uitdaging. Bovendien
werd onze leider onlangs vader, hij is
minder inzetbaar. En een aantal van
ons is lid van een raad van elf. Met
veel kunst- en vliegwerk vangen we
die ‘vacatures’ intern op. Lukt dat
niet, dan zoeken we extern muzikanten
die ons uit de brand helpen.
Monique I Vleesschhouwers twijfelde
geen seconde toen ze de vraag
kreeg of ze jubileumprinses wilde
worden. „Ik ben carnavalist in hart
en nieren, prinses zijn is een hele eer.
Dat de kapel me dit gunt is super, ik
ben ze daar enorm dankbaar voor.
literaire hoek
De geloofstwijfel van Mathieu Schoenmaekers
Zuid-Limburgs dorp en telt drie
hoofdpersonen: broer en zus
Eduard en Leonie en pater Hubertus.
Alle drie hebben ze hun twijfels
over de katholieke kerk en de boodschap
die ze verkondigt en alle drie
nemen ze geleidelijk meer afstand
van de kerk en het geloof. Dat maakt
bovendien de weg vrij voor Leonie
om haar liefde voor pater Hubertus
te uiten. Op het eind van het boek
reist ze naar hem toe, vastbesloten
om voortaan haar eigen levenswil te
volgen.
Christosofie
De eigen levensweg van Mathieu
Schoenmaekers voert hem niet
naar de letteren, maar naar de filosofie.
Hij ontwikkelt een geheel eigen
religieuze filosofie die hij de
christosofie noemt. Deze moet de
plek innemen van het rooms-katholicisme
dat naar zijn mening dood is.
Christosofie houdt het ‘onvermengd
geloof aan Christus-zelf, den Godmensch’
in, dus niet het geloof in een
instituut als de katholieke kerk.
Daarover en over andere filosofische
onderwerpen schrijft hij nog
diverse boeken. Vanaf 1920 trekt hij
zich langzaam maar zeker terug uit
de openbaarheid. Na zijn dood in
1944 keert hij nog even terug in de
belangstelling door een boek en tentoonstelling
over hem in 1990.
zien het priesterambt als het allerhoogste
wat hun kleinzoon kan bereiken
en stemmen daar zijn hele
opvoeding op af. Op zijn dertiende
wordt hij naar Rolduc gestuurd,
waar hij moeiteloos het gymnasium
doorloopt en vervolgens even makkelijk
een tweejarige filosofie-opleiding
afmaakt. Reden voor het bisdom
Roermond om hem in Rome filosofie
en theologie te laten
studeren. Die studies gaan hem al
even eenvoudig af en hij promoveert
respectievelijk in 1899 en 1900. In
dat laatste jaar krijgt hij ook zijn
priesterwijding.
In de Italiaanse hoofdstad bekruipen
Schoenmaekers de eerste geloofstwijfels,
want hij onderkent
daar dat de kerk een strak geleide
autoritaire organisatie is. Zijn scepsis
krijgt in Nederland nog meer
vorm, zozeer dat hij in 1903 besluit
uit de kerk te stappen. Hij vestigt
zich vervolgens in Amsterdam en
begint te schrijven. Eerst natuurlijk
vooral over de kerk als machtsinstituut,
bijvoorbeeld in de brochure
Christendom en dogma uit datzelfde
jaar 1903.
Levenswil
Twee jaar later verschijnt de semiautobiografische
roman Levenswil.
Het boek dat handelt over een pater
die zijn geloof verliest en uit het
In de Literaire Hoek besteden
verschillende Limburgse auteurs,
verenigd in de Werkgroep Limburgse
Schrijvers, wekelijks aandacht
aan lezen en literatuur in Limburg.
Vandaag: Adri Gorissen over
Mathieu Schoenmaekers.
Priesters die worstelen met hun geloof
komen nogal eens voor in de
Limburgse letteren. Een van de bekendste
voorbeelden is Peter Grubbeler
uit de in 1880 verschenen novelle
De kapelaan van Bardelo van
Emile Seipgens. Zijn geloofstwijfels
zitten Grubbeler zo dwars dat hij op
zijn sterfbed de laatste sacramenten
weigert.
Uiteraard vertolken de twijfelaars
in romans en novellen de scepsis ten
opzichte van de kerk van hun schrijvers.
Opmerkelijk is daarbij dat de
meeste van die auteurs zelf er al tijdens
hun priesteropleiding de brui
aan hebben gegeven. Iemand die
pas na zijn wijding tot de conclusie
komt dat een bestaan binnen de katholieke
kerk niks voor hem is, is
Mathieu Schoenmaekers.
Priesterambt
Omdat zijn moeder bij zijn geboorte
sterft, wordt Schoenmaekers
(Maastricht 1875 – Laren 1944) opgevoed
door zijn streng-katholieke
grootouders van vaderskant. Deze
Portret van Mathieu Schoenmaekers. Illustratie E. van Beever
ging de levenswil en de drang van
het hart en de natuur in toom wil
houden. De roman speelt in een
klooster treedt, is sterk gebaseerd
op zijn eigen ervaringen met de katholieke
kerk die naar zijn overtui-
DOOR ADRI GORISSEN
Dat ze me verrasten met een serenade
in onze brasserie ‘t Hert van Woabich
was geweldig. Toen kriebelde
het wel, ik wilde direct met mijn sax
meespelen.”
Trompettist Rick II Hoofs van de
Bokkeriejesj denkt er hetzelfde
over. „Prins worden van Groeët Genhei
was mijn jongensdroom. Voordat
de Opperbok uitgesproken was had
ik al ‘ja’ gezegd. Prins zijn is gewoonweg
fantastisch. Tijdens mijn receptie
was de kapel voltallig aanwezig,
dat was heel emotioneel. Ook voor
mijn ouders en familie en voor de
vereniging. Nadeel is dat er door het
korte seizoen niets valt te combineren.”
Medeoprichter en slagwerker Bjorn
I Brull zal er deze keer op Vetdonnesjtig
in Keulen met de ‘Moel’ niet bij
zijn. „Dát en het samen muziek maken
mis ik wel. Maar ik heb een heerlijk
alternatief, het prinsschap van
SVV 1968. Een wens die in november
2023 na twee jaar geheimhouden
eindelijk is vervuld. Gelukkig
In het midden de drie hooglustigheden en
leden van dezelfde sjpasskapel (vlnr): Bjorn
I Brull, Monique I Vleesschhouwers en Rick
II Hoofs. Foto Luc Lodder
heb ik tijdens de receptie en op de
avond van de jeugdprins even meegespeeld.
Muziek verbindt dan.”
Janno Franssen tenslotte: „We zijn
vrienden die graag musiceren, maar
het sociale aspect is net iets belangrijker.
We gunnen ons Dreigestirn dit
uiteraard, we weten hoe belangrijk
dat voor hen is.”