Woensdag 15. 02. 2023 REGIO 11
De carnavalsprins geeft z’n mantel door
De prins leeft een sprookje maar is vanaf Aswoensdag weer gewoon zichzelf. Archieffoto Jeroen Kuit
Wat kun je over hem vertellen?
„Harry woonde bij een baas waar hij
dikke maatjes mee was. Eenmaal
gewend aan zijn nieuwe omgeving is
hij een sociale hond die voor zijn
leeftijd nog heel speels en vrolijk is.
Wel is hij een stoere hond die een
duidelijke baas nodig heeft, waar hij
dan weer maatjes mee kan worden.
Als tegenprestatie heb je dan een
trouwe vriend aan hem die huis en
erf prima bewaakt.”
Waar zou Harry zich het best thuis
voelen?
„Omdat hij uit een rustig huishouden
komt met maar één baas, zal hij
zich niet helemaal op zijn plek voelen
in een druk gezin. Hij is niet gewend
aan kinderen om zich heen.
Hij is wel een echte huishond die
zich binnen ook prima weet te gedragen.”
van nul tot nu
Door Ton van Reen
Vroeger duurde carnaval drie
dagen. Het was de vooravond van
de vasten, de veertig dagen waarin
de mens zich van alle geneugten
hoorde te onthouden. In de laatste
drie dagen voor de vasten namen
de mensen het er nog eens extra
van, met lekker eten en drinken,
muziek en dans, kortom: drie
dagen feest voordat de tijd van
versterving aanbreekt.
Gewoonlijk viel dat samen met de
noodzakelijke soberheid, omdat de
wintervoorraden van ingemaakte
groenten en vlees opraakte en de
muizen de hongerdood stierven op
de zolders en in de kelders.
Tegenwoordig barst carnaval, door
slim lobbywerk van de bierproducenten,
Dier van de week
Ben je geïnteresseerd in dit dier? Neem dan vrijblijvend contact op met De Beestenboel
via tel. 0495-563981, e-mail asielweert@planet.nl of kijk op de Facebookpagina.
Dierenasiel De Beestenboel vangt
voor bijna heel Midden-Limburg
de honden en katten op. Genoeg
aanbod dus voor Anne Vleeshouwers
om elke week voor één van
deze dieren extra aandacht te
vragen. Deze week is reu Harry
aan de beurt, een kruising Hollandse
herder van ongeveer 6 jaar
Hoe is Harry in het asiel beland?
„Sommige dieren belanden in het
asiel omdat ze door hun gedrag niet
meer goed passen in hun huidige
leefsituatie, maar soms kan een dier
er niks aan doen dat hij thuis weg
moet. Zo ook in het geval van Harry
wiens baasje wegens gezondheidsredenen
niet meer voor hem kon
zorgen. Ondanks alle goede wil was
het niet meer mogelijk om hem voldoende
uit te laten.”
oud.
al los op de elfde van de elfde
en wordt het zottenfeest dat vroeger
alleen in het zuiden van ons land
werd gevierd, ook gevierd in Groningen
en Friesland.
Met carnaval verkleed je je in de ander
die je soms, al is het maar voor
even, zou willen zijn. Een prins bijvoorbeeld.
Een prins van wie je weet
dat hij nep is, maar die in zijn onechtheid
gedurende de carnavalsdagen
in het dorp voor echt wordt
gehouden. Menig man die meent
dat hij aanzien geniet, wacht jaren
op het ultieme bericht dat de Raad
van Elf hem heeft uitverkoren.
Oudheid
De carnavalsprins kent een lange
geschiedenis. In de Oudheid, bij de
oorlogszuchtige Babyloniërs en Assyriërs,
ging de generaal van een leger
voorop ten strijde. Dat was altijd
de oudste prins, de troonopvolger.
Maar wie voorop rijdt, krijgt de eerste
klappen en overleeft de oorlog
zeker niet. Dus stak de prinselijke
legeraanvoerder een persoon aan
wie hij een hekel had, in zijn prinselijke
pak, stopte hem vol drugs en
stuurde hem voor de troepen uit de
vijand tegemoet.
Ook werden prinsen en eerstgeborenen
vaak geofferd aan de god
Baäl, om vruchtbaarheid en voorspoed
af te smeken. Zoals Abraham
Isaak aan Jahweh wilde offeren.
Maar de prins was niet gek. Op het
eind van het offerfeest, hing hij een
Toneelspel
Het wezenlijke verschil tussen de
koninklijke prins en de carnavalsprins
is dat de koninklijke prins zijn
leven lang een projectie blijft van
mensen die in sprookjes geloven en
dat de carnavalsprins na drie dagen
feest terugkeert tot zichzelf en weer
zijn rol vervult van buschauffeur,
kok, of makelaar. Hij geeft zijn hermelijnen
jas door aan de volgende
prins die nu nog onderwijzer of
spruitjesteler is. Hij beseft dat alles
aan zijn prinsschap toneelspel was
en is blij dat hij niet zijn leven lang
linten door moet knippen, bejaardenhuizen
moet bezoeken en rondjes
moet geven voor volle cafés.
Op Aswoensdag, de eerste dag van
de vastentijd, is hij platzak en is zijn
vreugde echt als hij, vermoeid door
alle prinselijke plichten, van de
prins geen kwaad meer weet en ontdekt
dat er geen prinsheerlijker bed
is dan het zijne.
ter dood veroordeelde zijn gewaad
om en offerde zijn plaatsvervanger
aan Baäl. Zo werd de nepprins, die
met zijn leven voor het prinsschap
betaalde, in de grijze oudheid geboren
en werd hij de oervader van de
jokers die onze carnavalsprinsen
zijn. Die betalen niet met hun leven,
maar met een zak geld om rondjes
voor volle cafés te geven. In veel
plaatsen wordt een pop die de prins
voorstelt aan het eind van het feest
in de fik gezet, een gebruik dat nog
herinnert aan het oude offerfeest.
Sprookje
En onze koninklijke prins? Op een
dag kreeg Willem-Alexander van
zijn moeder de koningin te horen
dat hij haar ooit als koning zou opvolgen.
Op zijn vraag wat dat inhield,
antwoordde zij dat het koningschap
een projectie is van de
onderdanen die in de koning de tot
mens geworden incarnatie zien van
sprookjes. Ze zei hem ook dat hij
met een gewoon meisje zou moeten
trouwen, om de droom van alle
meisjes dat ze ooit prinsessen zouden
kunnen worden, te laten voortbestaan.
En zo trouwde hij en ook de
andere zonen van de koningin met
gewone meisjes die daarna prinsessen
werden.
Beide prinsen, de carnavalsprins en
de koninklijke prins, lopen rond met
een borst vol onderscheidingen. De
prins van Oranje wordt door vorstenhuizen
geëerd met ordes waarvan
de naam zeer carnavalesk
klinkt, zoals Ridder in de Orde van
de Kousenband en Ridder van het
Gulden Vlies. De carnavalsprins
wordt onderscheiden door de andere
prinsen van het dorp die zelf ook
voor joker staan met titels als Vorst
van het Oelesvolk, Vorst van de
Kuus of Prins van de Kleinkornelkes.
Oelessen zijn uilen, Kuus zijn
roerstokken voor de varkensketel,
en Kleinkornelkes zijn kabouters.
Weert
Vrouwen en mannen
BAL spelen competitie
Het herenteam van Basketbal Academie
Limburg (BAL) speelt zaterdag
18 februari de competitiewedstrijd
tegen Feyenoord. De wedstrijd
in het Topsportcentrum in
Rotterdam start om 20.30 uur. BAL
staat in de BNXT League voorlaatste,
terwijl Feyenoord twee plaatsen
hoger staat.
Ook de vrouwen van BAL komen op
carnavalszaterdag in actie. De
Weertse basketbalsters krijgen in
Sporthal Boshoven dan bezoek van
Lions uit Landsmeer. Die ploeg was
afgelopen weekend ook al de tegenstander
en staat in de stand (elite B)
boven BAL.
ospel
Speuren naar sporen
met uilenballen pluizen
In Nationaal Park De Groote Peel
vindt zondag 19 februari een gezinstocht
plaats. Na afloop van de Speuren
naar Sporentocht kunnen de
deelnemers een uilenbal uitpluizen.
Samen met een Peelgids gaan de
aanwezigen op zoek naar diersporen
in de natuur. Na afloop van de
excursie kunnen kinderen een
braakbal uitpluizen. Met behulp
van zoekkaarten ontdekken ze welk
dier er opgepeuzeld is. Een gids
geeft uitleg bij dit forensisch onderzoek.
De Speuren naar Sporentocht
start om 11.00 uur bij de balie van
het buitencentrum De Pelen aan de
Moostdijk 15 in Ospel. De activiteit
duurt ongeveer 2 uur inclusief het
uilenbal pluizen. Deelname kost 6
euro voor volwassenen en 4 euro
per kind.
Reserveren via: www.staatsbosbeheer.nl/peelontdektochten.
nederweert
Onderhoud aan Sluis 15
en Brug Molenberg
Van maandag 20 februari tot en met
vrijdag 10 maart verrichten aannemers
Spie Nederland en Van Doorn
in opdracht van Rijkswaterstaat onderhoud
aan Sluis 15 en Brug Molenberg
in Nederweert.
Er zijn werkzaamheden aan de
sluisdeuren, de sluis en de brug. Tijdens
het onderhoud is de sluis volledig
gestremd en is er geen vaarverkeer
mogelijk. Voor omwonenden
kan er wat geluids- of lichthinder
zijn tijdens de hijswerkzaamheden
aan de sluisdeuren. De aannemer
voert de werkzaamheden uit op
werkdagen tussen 07.00 en 17.00
uur. De oversteek van Brug Molenberg
is afgesloten op dinsdag 21 februari
en woensdag 8 maart tussen
10.00 en 12.00 uur.
limerick
In sprookjes ésj dékker gebuuërdj
(Mer ich heb ‘t nog neet gehuuërdj)
det zjuust mét di-j daag
‘ne prîns dan op slaâg
nao e muulke ‘ne kwakkert wuuërtj!
Frans Adriaens, Weert