woensdag 24. 02. 2021 REGIO 5
Verzamelaar Wim Lousberg
is verzot op balgcamera’s
prijsje af te staan”, vertelt Wim
Lousberg, zelf een hartstochtelijk
amateurfotograaf en in 2009 oprichter
van de Fotoclub Herten,
waarvan hij tevens de voorzitter
werd.
Uitjes
Om al die aangeboden camera’s in
Herten te krijgen namen Wim en
zijn vrouw de auto om kriskras door
de provincie de aangeboden toestellen
op te halen. „Het was erg gezellig
om samen rond te rijden en kennis
te maken met de gulle gevers. Die
hadden vaak een leuk verhaal te
vertellen. We zijn de nodige dagen
op stap geweest, en dat waren dus
ook nog eens leuke toeristische
uitjes.”
Spionagecamera
Aanvankelijk verzamelde de Hertenaar
alle camera’s die hij kon krijgen,
maar gaandeweg begon hij zich
te specialiseren in het vergaren van
zo veel mogelijk fototoestellen die
Kodak ooit heeft gemaakt. „Ik heb
zeven vitrinekasten vol met camera’s
en toebehoren: vier in de gang
en drie in de voorkamer. Daarvan
zijn er alleen al drie gevuld met camera’s
van Kodak en reclamespullen
van die Amerikaanse firma. Het
meest zeldzame exemplaar in mijn
verzameling is een piepkleine spionagecamera
uit de Tweede Wereldoorlog,
die ik van iemand uit Venray
cadeau kreeg. Heel bijzonder is ook
een antiek boxje uit 1889. Het mooiste
om te zien vind ik die ouderwetse
balgcamera’s. Daar ben ik verzot
op. Van elk toestel speur ik de geschiedenis
na, wat mijn hobby nog
eens extra leuk maakt. Ik heb enkele
malen delen van mijn verzameling
geëxposeerd, wat mij ook veel voldoening
gaf.”
Op de vraag hoeveel geld Wim Lousberg
in al zijn verzameljaren aan
analoge camera’s heeft uitgegeven,
luidt het antwoord: „Nog geen honderd
euro. De mensen waar ik gratis
een camera kon ophalen verblijdde
ik telkens met een doos Mercichocolade.”
MIJN HOBBY
DOOR WIM SCHULPEN
Wim Lousberg bij een
van zijn zeven vitrinekasten
met analoge
camera’s.
FOTO ROB VAN DEURZEN
Terwijl het overgrote deel van de verzamelaars
jarenlang moet aanpoten
om een mooie collectie bijeen te
brengen, kwamen de door Wim
Lousberg uit Herten begeerde analoge
fotocamera’s bij wijze van spreken
als het Bijbelse manna uit de hemel
vallen. Inmiddels telt zijn collectie
meer dan 400 toestellen waar
je vóór de intrede van de digitale fotografie
nog zo’n ouderwets filmrolletje
in moest stoppen.
„Zo’n vijftien jaar ben ik begonnen
met het verzamelen van analoge camera’s,
nadat ik van mijn schoonmoeder
twee van die oude boxjes cadeau
had gekregen. Ik reageerde
destijds op ‘Wie helpt?’ in De Limburger,
een rubriek waarin je als
verzamelaar een oproep kon doen.
Nou, dat heb ik geweten. Ik werd
overstelpt met reacties van mensen
uit alle delen van Limburg, van Venray
tot de regio Maastricht. En iedereen
vond het leuk om mij een in
onbruik geraakte camera gratis cadeau
te doen of tegen een zacht
WAAT E WAER
FRITS NIES
COLUMN
IJsjesdag
In terugblik op de warmste
februarizondag ooit strooiden de
media maandag kwistig met
rokjesdag. Alsof dit een staand
synoniem zou zijn voor hysterische
kuddevorming bij de ijssalon.
Jammer, want deze uitvinding van
de betreurde columnist Martin
Bril houdt heel wat anders in.
Zoals hij bij introductie zelf
schreef in de Volkskrant van
maandag 14 april 2003: ‘Eén rokje
maakt geen rokjesdag. Tien rokjes
maken zelfs geen rokjesdag. (..)
Rokjesdag is een wonderlijke dag.
Als bij toverslag zijn de straten
ineens gevuld met blote benen.
Het wonder is dat de bijbehorende
dames hierover van tevoren geen
overleg hebben gevoerd. Er is ook
geen oproep op televisie geweest,
of een speciaal radiobericht. Ze
voelen aan dat het kan.’
Achttien jaar geleden was er dus
zelfs half april nog geen sprake
van rokjesdag. Afgelopen zondag
ook nog niet. Op de foto’s bij de
reportages over de virale buitenlust
was zelfs amper een rokje te
bekennen. Om van blote benen
nog maar te zwijgen. De meeste
mensen, ook de dames, droegen
hetzelfde als een week eerder,
alleen deze keer zonder schaatsen,
handschoenen en mutsen. Verward
als ze waren door de heftige
verrassing van ruim dertig graden
temperatuurverschil. Ik zou het
dus zeker geen rokjesdag noemen,
ROERMOND
eerder: ijsjesdag. Met alle kenmerken
van de complete waanzin.
Rond halfdrie zondagmiddag reed
ik solo met mijn Dogma de
kasseien van Thorn op. Toen had
ik al kilometerslang weerstand
moeten bieden aan de neiging om
de snelste weg binnendoor terug
naar huis te racen. Want het was
gekkenwerk. Fietspaden waren
hopeloos verstopt door ebikende
doven en slechtzienden, wegen
geblokkeerd door dolende familiebubbels
en door wachtrijen bij elk
ijsco
en koffietogoadres
massaler dan bij een test
of
vaccinatiestraat. In en rond het
centrum van het Witte Stèdje zat
het helemaal dicht met dwaallichten,
erger dan bij welke Boetegewoeëne
Boetezitting ooit. Er was
iets van een georganiseerde
wandelspeurtochtmetijscotoe
ontsnapt aan het toezicht van het
gemeentebestuur en de veiligheidsregio.
Met totale virusverspreidende
chaos als gevolg. Als
dit is wat Destination Marketing
ons gaat brengen, God (en Marion
Koopmans) sta ons bij! Uiteindelijk
wist ik zonder kleerscheuren
en blote benen thuis te geraken
om de rest van de zondag met
bubbels te dempen. En er Martin
Bril op na te slaan: ‘Rokjesdag is
de dag van het grote verschil. Een
deel van de mensheid dat zich
soepel en moeiteloos naar de
elementen kan voegen, een deel
van de mensheid dat moet lijden.’
REAGEREN?
f.nies@me.com
Cheques voor Voedselbank
ROERMOND
‘Trots op leiders en leden’ Voorzitter Ger Boereboom van de Voedselbank MiddenLimburg
Vervolg van de voorpagina
De huidige scoutinggroep Pater
Bleijs is ontstaan uit de Jonge
Wacht, een katholieke jeugdbeweging
die al voor de Tweede Wereldoorlog
actief was aan de Kapel.
„Vandaar ook dat wij nog steeds een
warme band hebben met de kerk in
onze wijk”, verklaart Boots. „Aalmoezenier
pater Karel Weerkamp
is zeer betrokken bij onze vereniging,
net zoals zijn voorgangers dat
waren. Hij brengt bijvoorbeeld ieder
jaar een bezoek aan onze zomerkampen.”
De Pater Bleijsgroep op
haar beurt is steevast van de partij
tijdens de opening en sluiting van
het bedevaartseizoen aan de Kapel.
Om de onderlinge connectie te bekrachtigen
bracht Boots afgelopen
week, op de dag dat de scoutinggroep
exact 75 jaar bestond, een
kaars met daarop het jubileumlogo
naar de Kapel in ’t Zand. Die werd,
onder toeziend oog van Maria door
Weerkamp en Boots gezamenlijk
ontstoken.
Zoals voor veel verenigingen geldt
is het ook voor de Kapelse groep, die
zich houdt aan de richtlijnen van
Scouting Nederland, momenteel
een hele kunst om de programma’s
te kunnen draaien. Toch lukt dat
over het algemeen heel aardig.
Boots is dan ook ontzettend trots op
de leiders en leden van de diverse
speltakken. „Zij doen ondanks alle
beperkingen hun uiterste best gedaan
om leuke alternatieve activiteiten
aan te bieden en op die manier
binding te houden met de leden.
Toen dat nog kon in de
buitenlucht en na de aanscherping
van de maatregelen voornamelijk
via online bijeenkomsten. Recent
nog namen de welpen, de jongste leden,
verkleed deel aan een gezellige
carnavalsquiz.”
Kijken naar wat wel kan in deze
vreemde tijd, zo luidt het devies van
de jubilerende Kapelse scoutinggroep.
„Natuurlijk hopen we allemaal
dat we binnen afzienbare tijd
weer kunnen terugvallen op onze
reguliere seizoensplanning. Elkaar
weer zien, spreken en knuffelen tijdens
fysieke bijeenkomsten, ouderwets
op kamp en… een mooi jubileumfeest
houden. Ik denk dat we
daar allemaal erg aan toe zijn”, besluit
de voorzitter.
werd
de afgelopen dagen verblijd met een tweetal cheques. Sabien Perey
en Peter Bonekamp haalden met hun vastelaoves WhatsAppquiz
1571,57 op. In totaal doneerde het tweetal reeds 7726,62. Daarnaast
overhandigde bestuurslid Toine Theunissen van de Annendaalloop
835,16 euro aan de voorzitter. Het betreft de opbrengst van de
virtuele Annendaalloop. FOTO ’S VOEDSELBANK MIDDENLIMBURG