woensdag 24. 02. 2021 REGIO 3
WAAT E WAER
COLUMN
‘Hoop dat iedereen gezond
blijft en we snel open mogen’
Gemeentehuis Leudal Postadres T: (0475) 85 90 00
Leudalplein 1 Postbus 3008 E: info@leudal.nl
6093 HE Heythuysen 6093 ZG Heythuysen I: www.leudal.nl
Alles komt samen in Leudal
Karel Ververgaart wil graag weten wie deze arend (inzet)
in de omgeving van Weert heeft geschoten FOTO LÉ GIESEN
STEYL/WEERT
Op jacht naar de jager van
een 130 jaar oude arend
Bekendmakingen
RUIMTELIJKE ONTWIKKELING
• Ontwerpwijzigingsplan Heideweg 8, Kelpen-Oler – Leudal
Dit plan voorziet in het planologisch omzetten van de bestaande
agrarische bestemming naar een reguliere burgerwoning.
• Ontwerpbestemmingsplan Kelperheide ong. Kelpen-Oler en
ontwerp omgevingsvergunning (gecoördineerde procedure)
Met dit plan, deze vergunning, wordt de bouw van een
bedrijfsverzamelgebouw mogelijk op het perceel, kadastraal bekend
gemeente Grathem, sectie A, nr.2104, gelegen aan de Kelperheide
ong. in Kelpen-Oler.
• Vastgesteld bestemmingsplan partiële herziening bedrijventerrein
Heythuysen - oostelijk terreindeel
Dit plan bevat een nieuwe regeling voor het oostelijke deel
van het bedrijventerrein Heythuysen, waarin de bestemming
‘Bedrijventerrein’ is vervangen door de bestemmingen ‘Bedrijf’ en
‘Wonen’ en binnen de bestemming ‘Bedrijf’ bedrijven zijn toegestaan
uit de categorieën A en B volgens de ‘Staat van bedrijfsactiviteiten
voor bedrijven met functiemenging’.
De planstukken liggen vanaf donderdag 25 februari tot en met
woensdag 7 april 2021 gedurende de openingstijden van de receptie ter
inzage bij de publieksbalie van het gemeentehuis van Leudal.
Wilt u de uitgebreide inhoud van de publicaties inzien, inclusief eventueel bijbehorende bijlagen, kijk dan op www.leudal.nl/bekendmakingen.
Hier staat ook het overzicht van de verleende collecte-, evenementen- en overige A.P.V.-vergunningen.
FRITS NIES
In terugblik op de warmste
februarizondag ooit strooiden de
media maandag kwistig met
rokjesdag. Alsof dit een staand
synoniem zou zijn voor hysterische
kuddevorming bij de ijssalon.
Jammer, want deze uitvinding van
de betreurde columnist Martin
Bril houdt heel wat anders in.
Zoals hij bij introductie zelf
schreef in de Volkskrant van
maandag 14 april 2003: ‘Eén rokje
maakt geen rokjesdag. Tien rokjes
maken zelfs geen rokjesdag. (..)
Rokjesdag is een wonderlijke dag.
Als bij toverslag zijn de straten
ineens gevuld met blote benen.
Het wonder is dat de bijbehorende
dames hierover van tevoren geen
overleg hebben gevoerd. Er is ook
geen oproep op televisie geweest,
of een speciaal radiobericht. Ze
voelen aan dat het kan.’
Achttien jaar geleden was er dus
zelfs half april nog geen sprake
van rokjesdag. Afgelopen zondag
ook nog niet. Op de foto’s bij de
reportages over de virale buitenlust
was zelfs amper een rokje te
bekennen. Om van blote benen
nog maar te zwijgen. De meeste
mensen, ook de dames, droegen
hetzelfde als een week eerder,
alleen deze keer zonder schaatsen,
handschoenen en mutsen. Verward
als ze waren door de heftige
verrassing van ruim dertig graden
temperatuurverschil. Ik zou het
dus zeker geen rokjesdag noemen,
eerder: ijsjesdag. Met alle kenmerken
van de complete waanzin.
Rond halfdrie zondagmiddag reed
ik solo met mijn Dogma de
kasseien van Thorn op. Toen had
ik al kilometerslang weerstand
moeten bieden aan de neiging om
de snelste weg binnendoor terug
naar huis te racen. Want het was
gekkenwerk. Fietspaden waren
hopeloos verstopt door ebikende
doven en slechtzienden, wegen
geblokkeerd door dolende familiebubbels
en door wachtrijen bij elk
ijsco
en koffietogoadres
massaler dan bij een test
of
vaccinatiestraat. In en rond het
centrum van het Witte Stèdje zat
het helemaal dicht met dwaallichten,
erger dan bij welke Boetegewoeëne
Boetezitting ooit. Er was
iets van een georganiseerde
wandelspeurtochtmetijscotoe
ontsnapt aan het toezicht van het
gemeentebestuur en de veiligheidsregio.
Met totale virusverspreidende
chaos als gevolg. Als
dit is wat Destination Marketing
ons gaat brengen, God (en Marion
Koopmans) sta ons bij! Uiteindelijk
wist ik zonder kleerscheuren
en blote benen thuis te geraken
om de rest van de zondag met
bubbels te dempen. En er Martin
Bril op na te slaan: ‘Rokjesdag is
de dag van het grote verschil. Een
deel van de mensheid dat zich
soepel en moeiteloos naar de
elementen kan voegen, een deel
van de mensheid dat moet lijden.’
REAGEREN?
f.nies@me.com
IJsjesdag
Elke dag lokaal nieuws!
Wil jij het laatste nieuws uit
jouw regio elke dag in je mailbox
ontvangen? Meld je dan aan
voor onze lokale nieuwsbrief op:
» delimburger.nl/nieuwsbrief
Een zekere J. van Harten kocht de
dode vogel in dat jaar van het Ursulinenklooster
in Weert, aldus het
stukje in de krant. De jager, een 72jarige
man, had hem daar voor 2 gulden
aangeboden. Volgens de schrijver
ging het om een schreeuwarend.
„Maar in werkelijkheid is het
een bastaardarend”, weet Ververgaart.
„Dat is in 2004 bij nader onderzoek
vastgesteld. Die soort is zo
mogelijk nog zeldzamer. In Nederland
leven er nog maar vijf.”
Van der Harten liet de vogel opzetten
en schonk hem aan het museum
van de Steyler paters, dat toen nog
in het Missiehuis was ondergebracht.
In de jaren 80 werd de arend
door de bekende Venlose preparateur
Bouten gerestaureerd. Ververgaart
wil weten wie het beest doodde.
„Puur uit nieuwsgierigheid,
meer zit er niet achter.” Zijn drive is
er niet minder om. Als een terriër
heeft de 72jarige
bioloog zich vastgebeten
in zijn onderzoek. Hij dook
in het archief van de nonnen, van jagersverenigingen
in Weert en raadpleegde
zelfs museum Naturalis in
Leiden. Zonder resultaat. „Mijn
laatste hoop is dat een lezer in
Weert me op het spoor van de jager
kan zetten.”
Karel Ververgaart studeerde biologie
aan de universiteit van Groningen
en is een natuurmens pur sang,
met een opmerkelijke levenswandel.
Na zeven jaar voor de klas te
hebben gestaan, vertrok hij naar de
Malediven voor zijn grote liefde: de
duiksport. „Ik kreeg de leiding over
enkele duikscholen en heb me natuurlijk
ook verdiept in de onderwaterwereld.
Over tropische vissen
maak je mij niets wijs.”
Terug in Nederland werkte Ververgaart
tot zijn pensioen bij een huiswerkbegeleidingsinstituut
in Venray.
Dat hij vervolgens als vrijwilliger
bij het Missiemuseum
belandde, was geen toeval. „Ik heb
na mijn studie een tijdje naar fossielen
gezocht in de Tegelse kleigroeven,
in het spoor van Eugène Dubois.
Door dat onderzoek kwam ik in
contact met Truus Coppus, de toenmalige
museumconservator.”
De jacht naar kennis is zijn drijfveer.
Zo probeert hij de ontwikkeling van
Steyl als kloosterdorp in kaart te
brengen door uit te zoeken hoeveel
paters en zusters er sinds de stichting
van de missiecongregaties hebben
gewoond. Jagen is daarnaast
een hobby. „Ik doe nog steeds mee
aan drijfjachten. Als drijver, ik ben
de laatste hier in Tegelen. We jagen
op hazen, konijnen en tegenwoordig
ook wilde zwijnen. Vroeger zag je er
geen een, nu stikt het ervan in de
bossen.” In dit geval is de jager het
doelwit. De man die het Missiemuseum
aan een van zijn pronkstukken
hielp.
Wie kan Karel Ververgaart aan zijn naam helpen?
Tips zijn welkom via email:
kververgaart@gmail.com
Karel Ververgaart uit Steyl is op
zoek naar de herkomst van een van
de oudste opgezette dieren in het
Missiemuseum. Wie was de jager
die de roofvogel 130 jaar geleden
neerschoot? Een berichtje in
weekkrant ‘Kanton Weert’ uit 1892
is zijn enige houvast.
DOOR MARCEL VAN LIER
Vervolg van de voorpagina.
„Daarbovenop komt het verlies van
mijn broer Boudewijn, dat ik nog
geen plek heb kunnen geven”, vertelt
Guido Hermans.
Desondanks gaat hij door. Als alternatieve
carnavalsactiviteit organiseerde
de cafébaas samen met andere
horecaondernemers een fietstocht
langs vier cafés en
restaurants, waar mensen hapjes
konden afhalen. Liefst honderdvijftig
mensen deden mee. „In ons bierpakket
hadden we een bon gedaan
‘na corona is het eerste biertje uit de
tap gratis’. Ik hoop dat iedereen gezond
blijft en dat we snel weer open
mogen.”
In de Weerter prikstraat zijn de begeleiders
in het weekend, waaronder
de horecaondernemers, inmiddels
vervangen door EHBO’ers van
het Rode Kruis.
WEERT