
Woensdag 15. 03. 2023 REGIO 13
werp. In het verlengde ervan
krijgt hij belangstelling voor
sciencefiction en vooral het werk
van Jules Verne. Over de Fransman
schrijft hij de biografie Jules
Verne, zijn persoon en zijn werk
(1942). Bovendien vertaalt Franquinet
vier boeken van Verne in
het Nederlands: Een dagblad in de
29ste eeuw, Een zee voor de Sahara,
Een dokters-visite en De eeuwige
Adam. Vertalingen maakt hij ook
van boeken van sciencefictiongrootheden
Arthur C. Clarke en
Charles Chilton en van de romancier
en Nobelprijs voor literatuurwinnaar
Sinclair Lewis.
Alsof het allemaal nog niet genoeg
is, schrijft hij bovendien
over Limburgse en Roermondse
historische onderwerpen, wat resulteert
in werken als Figuren uit
de geschiedenis der Maastrichtse
dialectliteratuur (1931), Boerderijtypen
in Limburg (1931) en De kleine
oorlog, Bezetting, evacuatie en
bevrijding van Roermond (1947).
Edmond Franquinet is een veelzijdig
en bezig baasje, maar wat
wil je met zo’n pseudoniem.
literaire hoek
De veelzijdige Edmond Franquinet
Samen met een vriend bouwt hij
als veertienjarige een zweefvliegtuig,
dat bij een eerste test van het
dak van de ouderlijke woning
loodrecht naar beneden stort.
Zijn interesse voor de luchtvaart
wordt er niet minder om, maar hij
houdt zich daarna ook bezig met
het schrijven van proza. Hij
wordt medewerker van bladen
als Limburgs Leven en Nedermaas
en levert bijdragen aan het literaire
tijdschrift Onze Eeuw. Dat
alles resulteert in drie prozawerken:
Maskeraad (1927, in Maastrichts
dialect), Gas, Granaten en
Soldaten (1930) en Vluchten
(1933).
Vliegveld
Productiever is Franquinet bij
het schrijven over de luchtvaart.
Die interesse levert boeken op als
Vogels vliegen over Limburg (1930),
Zonen van Icarus (1937), Fokker,
een leven voor de luchtvaart (1946)
en Vliegsport en luchttoerisme
(1966). In het eerste werk houdt
hij een pleidooi voor een vliegveld
in Zuid-Limburg, een betoog dat
nog steeds gevolgen heeft. Hij beperkt
zich niet tot schrijven om
de mensen warm te maken voor
het vliegen. Voor de KRO verzorgt
hij vanaf 1932 tot 1964 een
radioprogramma over het onder-
In de Literaire Hoek besteden
verschillende Limburgse
auteurs, verenigd in de Werkgroep
Limburgse Schrijvers,
wekelijks aandacht aan lezen en
literatuur in Limburg. Vandaag:
Adri Gorissen over Edmond
Franquinet.
Erg origineel is het niet, jezelf het
pseudoniem P.R.O. Peller aanmeten
als je veel schrijft over de
luchtvaart. Edmond Franquinet
(Maastricht 1896, Roermond
1974) doet het in 1936 als hij de
eindverantwoordelijke is voor de
eerste Nederlandse luchtvaartencyclopedie,
getiteld Tusschen
grasmat en stratosfeer.
Humor is in die jaren dertig van
de vorige eeuw van een ander kaliber
dan nu. De achtergrond van
de keus voor een pseudoniem is
overigens serieuzer. Franquinet
bekleedt vanaf 1923 functies binnen
de rechterlijke macht in
Maastricht, Gulpen en Utrecht
en wordt in 1939 benoemd tot
rechter aan de rechtbank in
Roermond. Justitie ziet liever dat
hij zijn werk gescheiden houdt
van zijn schrijverschap, vandaar.
Proza
De belangstelling voor het vliegen
zit er bij Franquinet al jong in.
Edmond Franquinet.
Archieffoto De Limburger
DOOR ADRI GORISSEN
AUTO
Start Motorseizoen
Traditionele motorfiets blijft domineren
motorfietsen zie je een vergelijkbare
ontwikkeling, alleen hebben motorfietsen
als nadeel dat je te weinig
ruimte hebt voor een grotere accu.’’
Toch ziet ook Crooijmans dat vrijwel
alle motormerken nu elektrische motorfietsen
op de markt brengen.
,,Door de steeds betere techniek zal
de actieradius van de elektrische motor
groeien. Maar ik verwacht niet
dat de elektrische motor over tien
jaar een leidende rol heeft.’’
Ook Cees Lengers van Zero motorfietsen
verwacht niet dat de elektrische
motorfiets snel een enorme
vlucht zal maken. ,,Tenzij de politiek
besluit dat er alleen nog maar elektrische
motorfietsen verkocht mogen
worden.’’ De Nederlandse overheid
wil dat in 2030 alleen nog emissieloze
auto’s worden verkocht. Zo ver zal
het met motoren voorlopig dus niet
komen, denkt Lengers. ,,Motorfietsen
zijn veel minder vervuilend dan
auto’s. Maar aan de andere kant zie je
wel dat de elektrische motor terrein
wint en die ontwikkeling zal langzaam
doorzetten. Met een elektrische
motor kun je nu al gemiddeld 180
kilometer rijden voordat je moet laden,
dat is vergelijkbaar met de afstand
die mensen met een gewone
motor rijden voordat ze pauzeren.’’
Met name lichte elektrische motoren
van 11 kW (125 cc) groeien snel in populariteit.
Dat geldt vooral voor de
ons omringende landen waar je met
een autorijbewijs op zo’n lichte motor
mag stappen. Forenzen doen dat
massaal omdat je met deze lichte motor
erg goed uit de voeten kunt in de
stad en ook financieel zeer gunstig is
voor woon-werkverkeer. Een 11 kW
motor(scooter) is veel goedkoper dan
zijn zwaardere elektrische broer.
Vanaf vijf mille staat die op de stoep
terwijl een ’volwassen’ elektrische
motor al snel minimaal vier keer zoveel
kost.
Onder de huidige ’traditionele’ motorrijder,
die ook wat ouder is, zal de
elektrische motorfiets nooit echt populair
worden, zo is de overtuiging bij
motorfabrikanten. Maar dat dit segment
op de langere termijn een toekomst
heeft, daarvan zijn vrijwel alle
merken overtuigd. Ze komen daarom
nu ook allemaal met elektrische alternatieven.
Zo presenteerde bijvoorbeeld
Kawasaki een paar maanden
terug op de grootste motorshow
van Europa, de Eicma in Milaan, de
Z-EV. Een lichte elektrische motor
die in de loop van dit jaar te koop moet
komen. Daarnaast presenteerde Kawasaki
op de Eicma overigens ook
een unieke prototype. Dit is een experimentele
motorfiets die is gebaseerd
op de Supercharged Ninja H2 met directe
injectie en waterstof als brandstof.
Ondanks dit soort ontwikkelingen
zal de ’traditionele’ motor de komende
tien jaar het straatbeeld
blijven domineren, zo is de overtuiging
van de fabrikanten.
Volgt de motorrijder de automobilist
en rijden we over tien jaar
massaal op een elektrische
motorfietsen nu die steeds
goedkoper worden en de actieradius
toeneemt? De kans daarop is
klein, ook al komt de elektrische
motorfiets als bedrijfsvoertuig in
2023 in aanmerking voor een
belastingvoordeel.
Door Michiel Snik
Of de elektrische motorfiets in Nederland
snel de traditionele benzinemotor
vervangt? Woordvoerder Paul
Molenaar van de RAI Vereniging
schudt zijn hoofd. ,,Als ik naar de verkoopcijfers
van de laatste jaren kijk
niet’’, is zijn conclusie. ,,Om maar met
de deur in huis te vallen: het aandeel
van elektrische motorfietsen in de totale
verkoopaantallen in Nederland is
erg klein.’’
Volgens de cijfers van de RAI zijn er in
2022 in het totaal 365 elektrische motorfietsen
in ons land verkocht. ,,Dat
is slechts 2,3 procent van de totale
motormarkt. Die markt wordt gedomineerd
door BMW en Zero. In 2021
werden er 208 verkocht en in 2020
223. Er is dus niet echt een stijgende
trend. De elektrische motorfietsen
die het meest verkocht worden zijn
de lichtere exemplaren voor gebruik
in de stad of de nabije regio. En dan
wordt vaker gekozen voor een elektrische
scooter of snorfiets. Daar ligt
de verhouding elektrisch - niet elek-
trisch als 1 staat tot 2. Bij motoren is
dat voorlopig ondenkbaar, omdat die
nu eenmaal gekocht en gebruikt worden
voor de wat langere afstanden’’,
zegt Molenaar.
baas van BMW Motorrad en voorzitter
van de sectie Motoren bij de RAI,
zit op dezelfde lijn als Molenaar.
Zero DSR-X. Foto
Alberto Cervetti
,,Maar elektrische motorfietsen hebben
wel degelijk een toekomst als je
op de langere termijn kijkt. In het begin
wilde het met de verkoop van
elektrische auto’s ook niet vlotten
omdat de actieradius te klein was en
de prijs te hoog. Door de steeds betere
techniek zie je dat nu veranderen. Bij
Kijk voor meer autonieuws ook op
» delimburger.nl/economie/auto