Woensdag 29. 03. 2023 3
De halte
Column
Venlo
Helden
Festina Lente Feest
Presentatie over jonge
met theater, kunst én
slachtoffers WO II
stoepkrijtwedstrijd Jos Keijmes van Heemkundevereniging
FAUNAVOORZIENINGEN
NESTKASTEN,
VLEERMUISVERBLIJVEN
EN INSECTENHOTELS
Bezoek onze
webshop voor het
complete assortiment
WWW.TRAASNATURECARE.NL
VIA gratis
digitaal lezen?
Alle edities vind je op
www.delimburger.nl/via
Muziek, dans, theater en kunst zijn
de ingrediënten van het Festina Lente
Feest, dat zaterdag 1 april van
13.00 tot 16.00 uur plaatsvindt in de
Venlose binnenstad. Voor de jeugd is
er bovendien een stoepkrijtwedstrijd
in één van de straten.
Met deze activiteit luiden de samenwerkende
ondernemers van de Festina
Lente Straatjes – Gasthuisstraat,
Jodenstaat en Klaasstraat – het
voorjaar is. De samenwerking is een
jaar geleden gestart.
Ben jij op zoek naar
een leuke baan?
Vandaag in de VIA
de special
Werken in Limburg
mediahuislimburg.nl
Helden geeft op 30 maart
een presentatie over de jonge
slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog
in de voormalige gemeente
Helden. De bijeenkomst vindt
plaats in Gemeenschapshuis in Kepèl
en begint om 13.30 uur. Door het
oorlogsgeweld stierven er in Helden
dertien jeugdigen onder de 21 jaar.
Deze jongeren staan allemaal vermeld
op het Oorlogsmonument in
Everlo. Door middel van een powerpointpresentatie
worden ze in beeld
gebracht.
REGIO
door Sef Derkx
Niet Arriva maar Breng brengt
ons deze maandagmorgen naar
Arcen. Wie vroeg in bed ligt, zit
vroeg in de bus. Deze ochtend met
medereizigers die uitstappen bij
bedrijventerrein Spikweien in
Lomm. Wij reizen verder naar
halte Koestraat. Een etablissement
aan de Markt heeft meteen
onze aandacht. Door de wulpse
naam: ’t Zoete Genot. We lopen
een stukje de Koestraat in. Een
heer op de fiets roept iets en stapt
af. Wat ‘stadsen’ zo vroeg in Arcen
komen doen, is zijn vraag. Vanuit
de Koestraat zijn in de Tweede
Wereldoorlog joodse inwoners
gedeporteerd. Ze werden slachtoffers
van de Holocaust. Vanmorgen
onderzoeken we wat de precieze
locaties zullen zijn van de struikelstenen,
die we ter gedachtenis aan
hen het volgende jaar gaan leggen.
Neem Otto Sternheim zijn vrouw
Berta en hun zoontje. In 1935
vluchten ze vanuit Krefeld naar
Nederland. Ze vestigen zich in
Arcen. Ze zijn niet de enigen.
Arcen telt in deze jaren vijftien
joodse vluchtelingen uit nazi-
Duitsland. Het echtpaar Stern
opent aan de grens Die Ente, een
pension annex café-restaurant. Er
wordt geadverteerd in kranten. De
natuur in de omgeving wordt
aangeprezen. Wie ervan wil komen
genieten, betaalt twee gulden per
dag voor een verblijf in het pension.
In de tweede helft van de jaren
dertig opent Otto Sternheim een
slagerij in de Koestraat. Sternheim
wordt op 12 juni 1944 gearresteerd
en vastgehouden in het Venlose
politiebureau. De volgende dag
wordt hij overgebracht naar
Westerbork. Met het transport van
3 september 1944 vertrekt hij naar
Auschwitz, waar hij meteen na
aankomst wordt vermoord.
Anno 2023 herinnert niets in de
Koestraat aan de gruwelijke
geschiedenis. Het is een bekoorlijke
straat met woningen in verschillende
stijlen. Gelukkig geen
eenheidsworst. Het geldt ook voor
de rooilijn. Echt ouderwets
Arcens, volgens de heer met de
fiets. Hij kan het weten, want hij
heeft er jaren gewoond. Jammer
trouwens dat de drogist Van Well
zijn deuren heeft moeten sluiten.
Meer winkels zijn verdwenen. De
kleine middenstand verliest het
van de grootwinkelbedrijven,
horen we. Als we de Koestraat
inlopen, zien we dat je er wel nog
voor esoterische boodschappen
terecht kunt. Heks Petroesjka en
astroloog Frank bieden er hun
diensten aan. Een heksenbezem en
plaquette met een vliegende heks
aan de muur brengen hun activiteiten
onder de aandacht. Iets
verderop heeft een goedgehumeurde
huiseigenaar zijn woning
opgefleurd met onder meer
maïskolven, het gewei van een hert
en een rafelige Limburgse vlag.
Wordt vervolgd.
Reageren?
redactievenlo@delimburger.nl
Koestraat
Tegelen
Zwanenzang na 129 jaar
voor mannenkoor Excelsior
Voor de 32 leden volgen dan nog een
reis, een Ceciliaviering met jubilarishuldigingen
en een allerlaatste algemene
vergadering. Op 31 december
valt het doek. Het liefst waren de
mannen nog twaalf maanden doorgegaan,
zodat ze konden stoppen in
een jubileumjaar. Die tijd hebben ze
echter niet meer, meent voorzitter
Ben Aldewereld: „Te vaak zie je dat
een onvermijdelijk afscheid te lang
wordt uitgesteld. Er is dan niets
meer over van de oude allure. Dat willen
wij voorkomen. Daarom stelde
het bestuur in januari tijdens een buitengewone
ledenvergadering voor
dat 2023 ons laatste jaar is. Vijfentwintig
van de 28 aanwezigen stemden
voor. We stoppen liever een dag
te vroeg, dan een dag te laat.”
„Met een gemiddelde leeftijd van 75
jaar en een gebrek aan nieuwe aanwas,
zijn we erg kwetsbaar”, vult secretaris
Huub Roeffen aan. „De afgelopen
drie jaar overleden of vertrokken
vijftien leden. Als je die lijn
doortrekt, zijn we over drie jaar gehalveerd.
Mooie uitvoeringen zijn
dan onmogelijk.”
De mannen gaan er daarom liever uit
met een knal. Want dat ze zullen excelleren
tijdens het slotconcert, zijn
ze aan hun naam verplicht. ‘Steeds
beter’, daar staat Excelsior immers
voor. En dat werden ze ook. In de afgelopen
dertien decennia grossierde
het koor in concoursprijzen, lovende
perskritieken en staande ovaties. De
annalen tekenen in juni 1952 na een
uitvoering op: „Het succes van dit
concert is niet onder woorden te
brengen. Een gelukkige omstandigheid
is dat de zaal het heeft gehouden,
vooral na de toegift van Die zwölf
Räuber.”
Na 23 april zal de roep om een encore
voorgoed verstommen. Het afscheid
van optredens en repetities valt
zwaar. „Maar we gaan vooral de onderlinge
kameraadschap missen”,
stelt Roeffen. Oud-voorzitter Toon
Cremers knikt instemmend: „De repetitie
ging altijd door aan het buffet.”
„Enorm gezellig was dat”, vult Jan
Croonenberg aan. Met zijn 60-jarig
lidmaatschap is hij de nestor van het
koor. Hij zag de tijden veranderen,
met name sinds het uitbreken van de
pandemie, begin 2020. „Corona heeft
veel kapotgemaakt”, zucht hij. „We
mochten opeens niet meer samenkomen.
Oefenen op anderhalve meter
afstand mocht soms wel, maar dat
durfde niet iedereen uit angst ziek te
worden. Zo verdween het Excelsiorgevoel.”
„Bovendien vonden veel leden het
stiekem ook wel fijn om geen verplichtingen
meer te hebben”, voegt
Cremers toe. „Door coronabeperkingen
moest je je anders vermaken en
dat beviel vaak goed. We kregen
daardoor veel afmeldingen.”
Zo kwam het einde van Excelsior
sneller dan verwacht. Toch hoeft het
niet ook de zwanenzang voor de vocalisten
te zijn. „Andere koren azen
al op onze leden”, verklapt Aldewereld.
Waardoor wellicht voor menigeen
het slotakkoord bij het ene koor
de opmaat wordt bij het andere.
Mannenkoor Excelsior stopt
ermee. Na 129 jaar komt er een
einde aan een van de oudste
verenigingen in Tegelen. Nog één
keer pakken de zangers uit. In een
uitverkochte Haandert geeft
Excelsior zondag 23 april haar
afscheidsconcert.
Door Gertie Schouwenberg
Achter Huub Roeffen, Jan
Croonenberg en Toon Cremers
(vlnr) maakt Excelsior zich op
voor het laatste concert.
Foto Adriaan de Roode
venlo
Plaquette primeur eerste autorit
Een oud krantenbericht uit 1893
zette hem op het spoor. Het Venloosch
Weekblad schreef op 8 april
van dat jaar over een rijtuig op drie
raderen en zonder paarden dat in de
stad veel bekijks trok. Eene machine
door benzine in beweging gebracht
reed van Suchtelen naar Venlo.
Daarmee is verder gesteggel over
de vraag waar voor het eerst een
auto reed in Nederland, volgens
hem overbodig. „Arnhem claimde
lange tijd de primeur en heeft daarvoor
zelfs een gedenksteen opgericht
met het jaartal 1896, terwijl
Tilburg beweert dat daar in 1895 al
een voertuig met verbrandingsmotor
door de straten tufte. Venlo was
dus ruim twee jaar eerder”, liet de
oud-wethouder vorig jaar optekenen
in De Limburger.
Brauer concludeerde op basis van
uitvoerig bronnenonderzoek dat
het ging om een Benz Patent Motorwagen
nummer 3, de eerste auto die
bouwer Carl Benz op de markt
bracht. Achter het stuur zat Richard
Freudenberg, een rijke textielfabrikant
uit Süchteln (D).
Arnhem en Tilburg kunnen wat
Brauer betreft dus uit de boeken.
„De eerste auto reed in Venlo. En dat
is volgende week op de kop af 130
jaar geleden.” Hij pleitte voor een
herdenkingsplaquette in Venlo en
krijgt nu zijn zin. De plaquette
wordt bevestigd op het voormalige
tankstation, het oudste van Nederland,
langs het Limburgs Museum
en op 27 augustus onthuld. Die dag
wordt een toertocht voor oldtimers
verreden. Middels een QR-code is
het verhaal over de eerste auto in
Nederland op te halen.
Belfeldenaar Henk Brauer ontdekte
dat de eerste auto op Nederlandse
bodem niet in Arnhem of
Tilburg reed, maar in Venlo. Op zijn
initiatief komt er een herdenkingsplaquette.