Woensdag 26. 04. 2023 REGIO 11
Kabouters hoorden er vroeger niet bij
had moeten verstoten, omdat het
een duivelskind was. De pastoor
wilde het niet dopen. Het kind had
nooit een naam gekregen en was
meegegeven aan de kaboten. Soms
kwam hij op bezoek bij zijn vader, op
zoek naar eten of een hemd of boks.
Toen de verpleging van behoeftige
en van verstandelijk beperkte mensen
op gang kwam, halverwege de
negentiende eeuw, zoals door de
broeders en zusters van Savelberg,
werden de kabouters uit het bos geplukt
en kwamen ze in inrichtingen
terecht.
Toch verbleven er nog tot 1925 kabouters
in de bossen van Helden,
want vroedvrouw Joosten-Hol uit
Panningen vertelde dat ze er in dat
jaar bij een kaboutervrouwtje, dat
leefde in een hol aan het Schoorgaat,
een kind had gehaald. Dit is de
zandweg naar de Heiespoos, een
verbastering van de woorden heidense
post. Op deze plek stond eertijds
de galg van Helden.
Zondag 11 juni start om 14.00 uur vanuit ’t
Kerkeböske in Helden een kabouterfietstocht
onder leiding van Ton van Reen. Aanmelden
kan via www.cliotravel.nl.
een kledingstuk. Alle boerderijen
hadden toen nog een kabouterluikje
(zie foto beneden). Inmiddels is
boerderij Lormans in een ruïne veranderd.
In de gehuchten, waar de mensen
meestal onder elkaar bleven en binnen
de families trouwden, kwam
vaak inteelt voor en zo werden daar
dan ook de meeste dwergen en kaboten
geboren.
In mijn boek heb ik een aantal mensen
aan het woord gelaten die nog
kabouters hadden gekend, of die
soms met hen op het land hadden
gewerkt. Na de publicatie van het
boek meldden zich meer personen
die kabouters hadden gekend. Een
van hen was Maria Kessels-Ottenheijm,
geboren in 1904 in Helden.
Toen ze een jaar of tien was had ze
kabouters gezien, tussen het Rochusplein
en de weg naar het kerkhof.
Ze hadden rode mutsen op en
hadden rode jassen aan. Ze droegen
schepersschopjes, wat verklaarde
dat het schaapherders waren. Haar
vader had hen vaker gezien, tenslotte
kwamen de kabouters vaak bij de
schapenboeren. Van boer Bruijnen
uit Dörp, van Huis Hospes aan de
Molenstraat, was bekend dat hij kabouters
als herders in dienst had.
Met de schapen verbleven ze altijd
ver weg van de mensen.
Duivelskind
Thijsse Jan, Johannes Engels uit
het Eindt, kwam ooit op weg naar
huis een kleine man met een groot
hoofd tegen. Hij kende hem niet. Hij
vroeg: ‘Waem bis tich dan?’ ‘Dat ze det
neet wits’, zei de kleine man. ‘Ich bin
in ’t zelfde bed geboren as dich.’
Thuis voeg Jan aan zijn grootvader
wie die kleine man was. Toen biechtte
grootvader op dat het een kind
van hem was dat hij van de pastoor
van nul tot nu
Door ton van reen
In 2002 publiceerde ik het boek
‘Klein Volk’, over de verstoten
mongoloïde kinderen en de
dwergen die in de volksmond
kabouters werden genoemd.
Het woord kaboten komt van het
Oudgermaanse begrip kubla walda,
de kobold in het bos. Ook de hier wonende
oudere volkeren hadden weinig
op met kinderen die de een of andere
handicap hadden. Het woord
kubla evolueerde naar kobold, in kaboot,
kaboter en ten slotte werd het
kabouter. In het Limburgs betekent
kaboteren nog altijd: werken op het
land. Op afbeeldingen van kabouters
zie je ze dan ook meestal met
een schop, riek of kruiwagen.
Het verstoten van kinderen met gebreken,
zoals dwerggroei, ging in
alle eeuwen door. Onder invloed van
de Kerk werden de dwergen, maar
vooral de mongoloïde kinderen, tot
duivelskinderen verklaard. De duivel
werd afgebeeld met een mongoloïde
hoofd. De moeder zou omgang
met de duivel hebben gehad en
daarom werd ze bestraft met een
duivelskind. Veel voorkomende
maar door schaamte verzwegen geslachtsziekten
en hongerziekten zoals
cholera deden hun duivels werk.
Verschoppelingen
Tot aan het begin van de twintigste
eeuw leefden deze verschoppelingen
dicht bij de mensen die hen verstoten
hadden. In Midden-Limburg
zijn veel van hun verblijfplaatsen
nog altijd bekend, zoals de Menkesberg
in Maasbree, waar de kleine
menkes woonden, nabij het Rinkesfort.
In Helden leefden ze nabij de
gehuchten het Onder en het Eindt,
in Kessel bij Donk en nabij de Eikenderpeel.
En in het Leudal nabij de
Zeelsterhof. Kortom, ze woonden
dicht bij de gehuchten waar ze waren
geboren en uit huis waren gezet.
Vaak werkten ze als schaapherder
of op de akkers voor de mensen die
hen hadden verstoten. Ze kwamen
ook dorsen op de deel van de boerderijen.
Maar alleen ’s nachts, omdat
ze niet gezien wilden worden. Ze
kwamen vaak bij boerderij Lormans
in het Eindt. Als ze daar ’s
nachts hadden gewerkt, kregen ze
als beloning een pannetje eten of
De inmiddels vervallen boerderij Lormans.
Beneden: het kabouterluikje. Foto's
laurens eggen/collectie ton van reen
‘Historie Straelseweg
terug in het straatbeeld’
» Vervolg van de voorpagina.
Een fikse opsteker is de toekenning
van het buurtbudget, wat betekent
dat er 140.000 euro vrij komt om de
straat en buurt aan te pakken. „De
Straelseweg was vroeger een van de
levensaders van de stad. Het is een
straat met een rijke historie. Daar
willen we vooral de bewoners zelf
weer van bewustmaken. Er komt
een historische luisterroute waarvoor
leerlingen van het Valuascollege
kunstwerken maken in de vorm
van silhouetten.”
De rommelmarkt op Koningsdag is
ook zo’n plusje. Vorig jaar stonden
er honderd kramen, nu al anderhalve
keer zoveel. De vlag kan uit. En
dat hoeft niet perse de Hollandse
driekleur te zijn
kessel
Presentatie boek historie
‘dubbelmannenkwartet’
Muziek en historie van eigen bodem
komen zondag 30 april samen op
kasteel De Keverberg in Kessel.
Na een inleiding over de betekenis
van muziek door dr. Walter van de
Leur, bijzonder hoogleraar jazz en
improvisatiemuziek aan de Universiteit
van Amsterdam, treedt de
Kesselse a-capellazanggroep Mannewerk
op. Vervolgens presenteert
heemkundestichting Kessels Eigen
het boek De korte historie van het
Dubbelmannenkwartet Kessel.
Daarna volgt een tweede optreden van Mannewerk.
Het programma start om 10.30 uur,
de toegang is gratis.
venlo
Leger des Heils start
open inloop met koffie
Het Leger des Heils is begonnen
met een wekelijkse open inloop op
dinsdagmorgen in Venlo-Noord.
De koffieochtenden zijn vooral bedoeld
voor mensen die een stap willen
zetten in het leggen van nieuwe
contacten.
De inloop is van 10.00 tot 12.00 uur.
bij Lééf aan de Boerendansweg 26.
grubbenvorst
Nominaties voor
Golde Aspergestaeker
Wie wordt Grubbenvorstenaar van
het jaar 2023? Dat wordt op het Aspergefeest
bekendgemaakt.
De uitreiking van de Golde Aspergestaeker
aan de Grubbenvorstenaar
van het jaar is elk jaar een
hoogtepunt van de festiviteiten op
pinksterzondag. Deze titel wordt
verleend aan iemand die zich op sociaal
en/of cultureel gebied verdienstelijk
heeft gemaakt voor de gemeenschap.
Vorig jaar viel de keus
op Kees Cligge. Wie een waardige
opvolger kent, kan hem of haar nomineren
door de naam van de kandidaat
met een korte motivatie vóór
1 mei te sturen naar Stichting Gewoën
Grubbevors.
Dat kan schriftelijk op het adres Ursulinenweide
2, 5971 ED Grubbenvorst. Of per
e-mail naar: goldeaspergestaeker@gewoengrubbevors.
nl. Ook staar er een formulier
op www. gewoengrubbevors.nl.
de Duitsers. Het lukt de geallieerden
echter niet de Maas over te steken.
Venlo blijft bezet en is bijna drie
maanden lang een frontstad. De
mensen huizen in kelders. Er is gebrek
aan voedsel, drinkwater,
brandstof, zeep, medicijnen, kortweg:
alles. Een groot deel van de bevolking
wordt begin januari door de
bezetter gedwongen geëvacueerd
en keert vanaf mei terug in de bevrijde
maar wel verwoeste stad.
De lezing is gebaseerd op archiefonderzoek
en persoonlijke verhalen,
die Sef Derkx heeft opgetekend.
Naast deze persoonlijke getuigenissen
worden filmfragmenten vertoond
van de bevrijding van Blerick.
Bijzonder zijn de reportages die filmer
John Fernhout maakte in de dagen
onmiddellijk na de bevrijding.
Tot slot wordt de iconische Puinfilm
van Dré Brenneker en Baer Thiery
vertoond. Brenneker werkte in 1945
als fotograaf voor het Dagblad voor
Noord-Limburg. Met een groep
vrienden en vriendinnen bedachten
ze acties om de nood van de bevolking
te lenigen. Om de schrijnende
omstandigheden in Venlo te tonen
aan de rest van Nederland maakte
het duo een documentaire.
De voorstelling is bij City Cinema en
begint om 16.00 uur.
venlo
Die Swaere Noodt:
oorlog en bevrijding
‘Die Swaere Noodt’ luidt de titel
van het dagboek waarin de Venlose
journalist Gijs Bertels verslag deed
van de laatste oorlogsmaanden in
de frontstad Venlo. Historicus Sef
Derkx kijkt er op terug in een lezing
en filmvoorstelling op 4 mei.
Venlo en Blerick worden in oktober
en november 1944 getroffen door
een reeks geallieerde bombardementen.
De luchtaanvallen zijn gericht
op de Maasbruggen, maar
missen doel. De bommen komen
neer in de kernen van beide stadsdelen.
Met desastreuze gevolgen.
Op 3 december 1944 wordt in een
groot offensief Blerick bevrijd van
Ravage door bommen in de Nassaustraat. Foto collectie sef derkx