Woensdag 17. 05. 2023 REGIO 13
literaire hoek
Het halve verzameld werk van Marie Koenen
Graan. Hoewel recensenten positief
reageren op de eerste delen en er ook
aanleiding in zien om Marie Koenens
werk nog eens uitgebreid te belichten,
valt de verkoop tegen. Het aantal
intekenaren op de hele reeks bedraagt
zo’n 1500 en veel meer worden
er van de afzonderlijke banden ook
niet verkocht. Reden voor Het Spectrum
om in 1952 te besluiten geen
tweede reeks van zeven delen uit te
geven, want dan moet er geld bij.
Tweede helft
Marie Koenen hoeft echter niet lang
te treuren want in 1953 dient zich een
nieuwe uitgever aan in de persoon
van Joh. Roosenboom uit Heerlen.
Die leidt een kleine katholieke uitgeverij
met een fonds waarin de boeken
van de schrijfster goed passen. Vanaf
1954 brengt Roosenboom een groot
aantal titels van haar uit, zowel nieuwe
romans als Bloesem van Bourgondië
als bundels met werk dat in de
Spectrumreeks is gepland. De tweede
helft van die serie komt er dus alsnog,
zij het in een veel minder luxueuze
variant. Maar daar zit Koenen absoluut
niet mee. Ze weet dat haar tijd
als schrijfster eigenlijk voorbij is.
Wrang is dat ze haar grootste verkoopsucces
pas na haar dood in 1959
boekt. Als Het Spectrum een pocketuitgave
van De Moeder op de markt
brengt, verkoopt die 60.000 keer!
de volgende romans De Wilde Jager
(1918), De Andere (1919), De Redder
(1919), Parcival (1920) en Het Koninkje
(1921) worden gretig door katholieken
gelezen. Na een wat mindere periode
van twee decennia beleeft ze
met de romans De Korrel in de Voor
(1941) en Wassend Graan (1947) nieuwe
successen.
Veertien delen
Marie Koenen wordt door dat alles
gezien als dé schrijfster van de katholieke
letteren. Reden voor de eveneens
katholieke uitgeverij Het Spectrum
om haar romans, novellen, verhalen
en poëzie in een veertien delen
tellend Verzameld Werk uit te brengen.
Het plan is twee keer zeven delen
van ongeveer vijfhonderd pagina’s
samen te stellen en van elk deel vijfduizend
exemplaren te drukken. De
boekenreeks, met de titel De Werken
van Marie Koenen, is bijzonder luxueus.
Ze wordt gedrukt op houtvrij papier
en gebonden in een steenkleurige
linnen band met goudstempel. De
typografie is in handen van de indertijd
bekende boekvormgevers Charles
Nypels (uit Maastricht) en Aldert
Witte. De al even gerenommeerde illustrator
Karel Thole zorgt voor tekeningen.
Als eerste deel verschijnt in 1948 de
band met de bij elkaar horende romans
De Korrel in de Voor en Wassend
In de Literaire Hoek besteden
verschillende Limburgse auteurs,
verenigd in de Werkgroep Limburgse
Schrijvers, wekelijks aandacht
aan lezen en literatuur in Limburg.
Vandaag: Adri Gorissen over Marie
Koenen.
Er zijn maar weinig Limburgse auteurs
die er zich op kunnen beroemen
dat hun boeken bijeen zijn gebracht
in de vorm van een Verzameld
Werk. Daar is Marie Koenen (Den
Bosch 1879 – Maastricht 1959) er één
van.
Marie Koenen – een dochter van Mathijs
Koenen, de woordenboekensamensteller
– maakt in de eerste helft
van de twintigste eeuw naam als
schrijfster van katholieke romans en
verhalenbundels. Ze debuteert in
1900 met een verhaal in de Katholieke
Illustratie, waarna een stroom van
verhalen en novellen volgt. Veel daarvan
verschijnen in Van Onzen Tijd,
een tijdschrift dat is opgericht om tot
een eigen rooms-katholieke literatuur
te komen.
Het duurt twaalf jaar voordat haar
eerste werk, de verhalenbundel De
Witte Burcht, in boekvorm uitkomt.
Die wordt gevolgd door onder meer
de novelle Het Hofke (1913) en Koenens
grote doorbraak de roman De
Moeder (1917). Het is het begin van
haar eerste succesperiode, want ook
Marie Koenen. Foto Archief De Limburger
DOOR ADRI GORISSEN
AUTO
Autotest
Dacia Jogger Hybrid: joggen met minder dorst
de derde zitrij is weliswaar slechts
160 liter beschikbaar, maar als je alles
neerklapt wat neergeklapt kan worden,
slikt de Hybrid 1807 liter, net als
de rest van de Jogger-familie.
Alle Joggers hebben sinds kort het
nieuwe logo op de neus, met daarnaast
een gewijzigde grille met horizontale
strepen erin. Een kleine update
aan het interieur is de nu het
deels digitale instrumentarium, dat
onder meer de laadstatus van de batterij
en de energiestromen in de aandrijflijn
laat zien.
Eindoordeel
De efficiënte aandrijflijn heeft tijd nodig
om de meerprijs te compenseren.
Kun je in de tussentijd genieten van
de automaat, de pk-boost en de stilte
in het interieur.
SPECIFICATIES
Dacia Jogger Hybrid 140
Prijs: € 29.650,--
Topsnelheid: 167 km/h
Acceleratie 0-100 km/h: 10,0 s
Gem. WLTP-verbruik: 1 op 20,4
CO2-emissie: 110 g/km
Motor: vier-in-lijn, 1598 cm3, geen turbo
Max. vermogen: 141 pk (104 kW)/5600
min-1
Transmissie: automaat, voorwielaandrijving
Massa leeg: 1460 kg
velijk de TCe 110 en TCe 100 in een
vergelijkbare uitvoering. Wat krijg je
voor die extra centen? De aandrijflijn
met een atmosferische viercilinder
en twee elektromotoren, waarvan
één fungeert als starter/generator. Ze
zijn gekoppeld aan een dog box, een
multimodale versnellingsbak met
een klauwkoppeling. Het maximale
koppel geeft Dacia niet op, maar is
een combinatie van 148 Nm bij 3600
tpm voor de verbrandingsmotor en
205 Nm voor de elektromotor. Er is
141 pk aan systeemvermogen beschikbaar.
De Hybrid 140 is de snelste
Jogger, met een sprinttijd naar 100
km/h van 10 seconden. Belangrijker
is zijn verbruik, dat in theorie én
praktijk op 4,9 liter per 100 kilometer
ligt. In het recente verleden heeft de
bijzondere hybride-aandrijflijn van
Renault de nodige kritiek gekregen.
Hij produceerde te veel bijgeluiden,
reageerde niet snel genoeg op input
via het rechterpedaal en hield de benzinemotor
te lang op toeren bij gas
los. Gelukkig zijn de meeste bramen
er inmiddels afgeslepen. Het geheel
gedraagt zich bij normaal gebruik
keurig, maar is nog steeds een beetje
rumoerig. Vooral de elektromotoren
piepen en zoemen wat af. Gaat het
tempo omhoog, dan begint op te vallen
dat bovendien de reactietijd nog
niet helemaal in orde is. Overigens is
de Hybrid niet de beste Jogger-variant
voor caravantrekkers. Het maximaal
toegestane trekgewicht ligt op
750 kilo. Toch is de Hybrid een aangename
auto. Hij is iets stiller dan de
TCe 100 en 110, met natuurlijk zijn
standaard automaat als bonus. De
Hybrid trekt vanuit stilstand altijd
eerst volledig elektrisch op en voelt
mede daardoor verfijnder aan dan de
andere Joggers. Merkwaardig is het
feit dat de stuurinstallatie van de Hybrid
een stuk meer weerstand biedt.
De batterij van de geëlektrificeerde
Jogger neemt gelukkig geen hap uit
de enorme echoput achterin. Hij zit
op de plek van het reservewiel en dat
betekent dat de kofferbak nog steeds
een formidabele inhoud heeft. Achter
Dacia Jogger
Hybrid 140.
Foto Greg / DPPI
We waren verzot op onze duurtester
Dacia Jogger. Maakt de nieuwe
hybride-aandrijflijn de ruime en
betaalbare stationwagon nóg
aantrekkelijker?
Door Remco Slump
Vorig jaar hebben we zes maanden
lang de beschikking gehad over een
Dacia Jogger TCe 100 op lpg. Hij
maakte indruk met zijn kolossale bagageruimte,
doelmatige interieur, felle
motortje en voordelige prijs. Bij
geen ander merk dan Dacia is het mogelijk
om zoveel auto te bestellen voor
zó weinig geld (vanaf 22.700 euro).
‘Onze’ Jogger had een driecilinder
turbomotor met een handgeschakelde
zesbak, elektrisch bedienbare ramen,
een niet-actieve cruise control,
een handmatige airco en een eenvoudig
infotainmentsysteem met radio
en navigatie. Dus waren we licht
sceptisch toen Dacia een hybrideaandrijflijn
aankondigde voor de Jogger.
Wordt het nu niet te ingewikkeld
allemaal? Of te duur?
En ja, de prijs van de Jogger stijgt behoorlijk
door de toevoeging van het
hybridesysteem. De Hybrid 140 is alleen
beschikbaar als zevenzitter, begint
bij het uitrustingsniveau Expression
en kost minstens 29.650
euro. Daarmee is hij tussen de 3550
en 3950 euro duurder dan respectie-
Kijk voor meer autonieuws ook op
» delimburger.nl/economie/auto
/auto