Duurzaamheid in Limburg 5
Leren van Limburgs vakwerk
Tekst: Judith Houben
Foto’s: Arnaud Nilwik
“Limburg heeft op een aantal
plekken te maken met
bevolkingskrimp.
Dat levert
tijd en speelruimte op om écht
duurzaam te bouwen. Want
duurzaam is meer dan techniek.”
Dat bleek tijdens twee renovatieprojecten
die Michiel Ritzen,
programmaleider circulair
bouwen, met Zuyd Hogeschool
onderzoekt.
Het eerste project, in Kerkrade-
West, genoot wereldwijde
interesse voor de technische
verduurzaming van woningen
met maximale winst voor alle
betrokkenen. Na de renovatie
bleven bewoners op warme
dagen ramen openzetten zodat
het lekker kon doorwaaien. Ze
wisten nog niet dat je dit in
een geïsoleerd huis beter niet
kunt doen. In een ander project
(Geleen-Zuid) worden bewoners
daarom meteen bijgepraat en
kunnen hun zegje doen. Zo’n
overleg kan misschien resulteren
in iets minder energiezuinige
huizen, maar met extra ruimte
voor groen en dieren. Dat is ook
duurzaam.”
In de rest van het land domineert
intussen één ding de
agenda: 1 miljoen woningen
bouwen. Ritzen hoopt niet dat
nu de ene wijk na de andere verrijst.
“Nederland bungelt binnen
Europa helemaal onderaan als
het gaat om duurzaam bouwen.
Bovendien zijn de gevolgen
van klimaatverandering steeds
zichtbaarder: meer wateroverlast
en droogte, heftigere stormen
en een sneller stijgende zeespiegel.
Om uit dit doodlopende
straatje te komen, spelen
materiaalkeuze,
energiegebruik
en woonoppervlak een hoofdrol.
We moeten ons hele bouw
systeem herijken.”
Ritzen doelt op de ongeveer 6
miljoen vierkante meter leegstaande
kantoren en winkels in
Nederland. “Daar kun je prima
woningen in maken. In Parkstad
wordt dan 150.000 vierkante
meter gesloopt. We kunnen
zoveel met die gebouwen en
die bouwmaterialen.” De onderzoeker
denkt ook aan kantoorgebouwen
als De Colonel in
Maastricht. “Ideaal voor appartementen
en zo krijg je na sluitingstijd
van de winkels leven in
een stad.”
Duurzaam wonen is ook kleiner
wonen. De gemiddelde woonruimte
per persoon in Nederland
is 65 vierkante meter. Een eeuw
geleden was dat een kleine 10
vierkante meter. “Daar hoeven
we niet naar terug. Maar appartementen
in de (Rand)stad
moeten kleiner”, benadrukt
Ritzen.
“Het huis van de toekomst is van hout”
In de nieuwbouw is het vijf voor
twaalf. Bewerkte materialen als
beton en staal vergen te veel
water en energie. De grondstoffen
hiervoor raken uitgeput.
Het huis van de toekomst is
daarom van hout. “Op een
drassige bodem blijft een betonnen
fundering nodig, maar
bovengronds wordt alles van
natuurlijke materialen.” Of van
gerecycled beton zoals bij een
ander internationaal bekend
project van Zuyd: SuperLocal
in Kerkrade. Hier zijn betonnen
wanden en vloeren uit sloopflats
gezaagd om als enorme
‘legoblokken’ nieuwe woningen
mee te bouwen. Voordeel van
die legoblokken is dat ze hierna
hergebruikt kunnen worden.
Daarnaast wordt met de meest
moderne gekleurde zonnepanelen
energie opgewekt.
Als geen sloopflat voorradig
is, zijn hout en ander natuurlijk
materiaal de toekomst. De
terugkeer van het Limburgs
vakwerkhuis? Ritzen lacht:
“Nou, ik zal niet zeggen dat we
helemaal terug naar vroeger
moeten. Maar we kunnen wel
leren van Limburgs vakwerk.
Hout en leem zijn gewoon
aanwezig in de natuur. Als we
hout combineren met onze
moderne kennis en technieken
kom je uit bij de laatste trend:
Cross Laminated Timber (CLT).
Enorme planken die kruislings
aan elkaar zijn bevestigd met
houten ‘schroeven’. Om brand te
voorkomen kan het CLT worden
ingepakt of kan een sprinkler-
installatie veel ellende voorkomen.”
Er is alleen één grote ‘maar’:
“We moeten ervoor waken dat
we niet meer bomen kappen
dan er groeien”, waarschuwt
Ritzen. “Maar het kan. Net als de
dennen die geplant werden om
stutten van te maken in de mijnen.
Toch gaan we ook bij hout
tegen de grenzen aanlopen,
daarom moet je nu al genoeg
bos aanplanten”, herhaalt hij.
Groot voordeel is dat natuurlijke
materialen zelfs op de bouw al
gezond zijn. Ritzen herinnert zich
een aannemer die ooit vertelde
dat hij veel minder zieken had
nu er met leemstuc in plaats
van het stoffige kalkstuc werd
gewerkt.
In 2050 moet elk gebouw in
Nederland circulair (recyclebaar)
gebouwd worden. Momenteel
staan er in Limburg nog maar
weinig CLT-gebouwen en 1
procent van alle woningen is
circulair. “We hebben dus nog
een lange weg te gaan. Hoog
tijd dat de overheid nú in actie
komt, door bijvoorbeeld lagere
legeskosten te vragen naarmate
een bouwproject duurzamer
is. Steden warmen enorm op.
Met allemaal witte of begroeide
daken verlaag je de temperatuur
in steden met 7 graden.
Gelukkig kiezen steeds meer
mensen voor zo’n begroeid dak,
ze isoleren hun huis, gebruiken
zonnepanelen, een warmtepomp
of ze kopen tweedehands
bouwmaterialen. De overheid
moet dit belonen, en ontmoedigen
wat niet duurzaam is. Dus
een hogere waterrekening als
je meer water dan gemiddeld
gebruikt vanwege je zwembad.”
Qua techniek verschilt duurzaam bouwen
in Limburg niet met de rest van Nederland.
“Maar het tempo waarmee vooral in de
Randstad gebouwd moet worden, verschilt
enorm met Limburg en dat biedt ons kansen”,
vertelt Michiel Ritzen uit Maastricht. Hij is
architect en programmaleider circulair
bouwen bij het lectoraat Smart Urban
Redesign van de opleiding Built Environment
aan Zuyd Hogeschool.
Michiel Ritzen bij een van de woningen van het project SuperLocal.
De woning is gemaakt van enorme ‘legoblokken’ die uit een sloopflat
zijn gezaagd.
In de muur gekleurde zonnepanelen van het Duitse bedrijf Avancis.
Zuyd Hogeschool test of deze meer energie opleveren dan de
‘standaard’ zwarte en blauwe panelen.