woensdag 01. 09. 2021 REGIO 11
ARCEN
Film en koorzang in
openluchtbioscoop
Het kerkplein in Arcen wordt vrijdag
ingericht als openluchtbioscoop.
Na een optreden van mannenkoor
Arch Luit rolt de film The
Singing Club over het scherm.
De voorstelling is een coproductie
van het Venlose filmtheater De
Nieuwe Scene en het Franz Pfanner
Huis in Arcen. The Singing Club is
een komisch drama van regisseur
Peter Cattaneo (bekend van The
Full Monty) over vriendschap, familie
en de kracht van muziek. De film
wordt vertoond op een scherm van
tien bij zes meter. Vooraf kunnen bezoekers
luisteren naar het Arcense
mannenkoor Arch Luit op, dat voor
het eerst sinds het begin van de coronacrisis
weer optreedt. Het programma
van Boëte Kiéke begint om
19.30 uur. De toegang is gratis.
‘De machtigste leider van het land’
schreef daarover in het blad De Vrije
Socialist dat hij in Nolens’ rede dingen
had kunnen terugvinden die zo geheel
in onze geest zijn. Zijn internationaal
aanzien was zo hoog, dat hij in 1926
bij acclamatie werd gekozen tot
voorzitter van de Achtste Internationale
Arbeidsconferentie, in welke
hoedanigheid hij op 6 juni de opening
verrichtte van het Paleis van de
Arbeid.
In eigen land slaagde Nolens erin de
katholieke kamerleden tot één fractie
samen te smeden, de R.K.
Staatspartij, waarvan hij tot aan
zijn dood voorzitter bleef en die met
circa dertig zetels een machtsblok
van formaat was. Nolens had niets
op met partijpolitiek, wel met landspolitiek,
die wel volgens christelijk
principe, maar onafhankelijk van
christelijke (katholieke) inmenging
bedreven moest worden. Ook geen
katholieke inmenging in de Hoge
Raad van Arbeid, in 1919 ingesteld,
en een overlegorgaan vormend tussen
vakorganisaties, werkgevers en
deskundigen. Toen het voorzitterschap
werd losgekoppeld van de ministersfunctie
kozen de leden van
de Hoge Raad van Arbeid (latere
Sociaal Economische Raad, SER)
Nolens in 1927 tot hun voorzitter.
Nadat Nolens in 1918 als kabinetsformateur
het kabinet Ruijs de Beerenbrouck
tot stand had gebracht,
wenste hij niet zelf als eerste minister
zitting te nemen wegens zijn
priesterschap, dat hij onverenigbaar
vond met een leidende positie
in de vaderlandse politiek.
Die leidende positie had hij als onomstreden
voorman van de grootste
Kamerfractie toch. Dat was zelfs
in het buitenland geen geheim. Henry
Kittredge Norton schreef in september
1928 in de New York Tribune:
de machtigste leider in Holland is heden
ten dage een katholiek priester.
Men kan zeggen dat hij één der meest
bekwame staatslieden van Europa is.
En de katholieke partij, die hij leidt, is
één van de sterkste in het Nederlandsche
parlement. Een van zijn grootste
mededingers is echter een protestantsche
partij. Maar deze beide erfgenamen
van de oude strijders verspillen
thans geen kracht meer door elkander
te bestrijden.
VAN NUL TOT NU
DOOR ALBERT LAMBERTS
Willem Hubert Nolens had een
stuurse blik. Hij werd ook wel de
Sfynx genoemd en was beslist geen
adept van de Institutio oratoria;
zijn redes waren zakelijk, nuchter,
duidelijk. Hij hield nooit ronkende,
meeslepende redevoeringen, zijn
toespraken moesten het hebben
van inhoud, liefst zo beknopt
mogelijk samengevat. Een jaar lang
zweeg hij in de Tweede Kamer.
Nolens’ eerste speech tot zijn collegakamerleden
getuigde van zijn
bedoelingen: sociale politiek boven
alles, geheel in lijn met de encycliek
Rerum Novarum van paus Leo XIII,
die een lans brak voor de arbeiders.
In die geest was Nolens in 1901 medegrondlegger
van de mijnwerkersbond,
die opkwam voor betere
werkomstandigheden voor de mijnwerkers.
Hij pleitte voor staatsmijnen
naast de particuliere mijnen,
waarvan hij zich geen voorstander
toonde. Die Staatsmijnen kwamen
er en leidden uiteindelijk tot DSM,
dat momenteel zo ter discussie
staat wegens zijn verhuisplannen
naar Maastricht. Zijn laatste internationale
conferentie, in juni 1931 in
Genève, stond in het teken van verbetering
van werktijden voor mijnwerkers
en geen vrouwen en kinderen
meer ondergronds.
Nolens was als priester overtuigd
katholiek, maar werkte goed samen
met andersdenkenden. Hij raakte
bevriend met de socialist Albert
Thomas, voorzitter van de internationale
Arbeidsorganisatie van de
Volkenbond, waarin Nolens namens
de Nederlandse regering vanaf
het begin in 1919 tot aan zijn dood
zitting had. Die benoeming bij koninklijk
besluit van Nolens voor de
delegatie naar de Arbeidsorganisatie
was niet verrassend. In 1900 al
was Nolens nauw betrokken bij de
oprichting van de Internationale
Vereniging tot Wettelijke Bescherming
van de Arbeiders, die in Parijs
plaatsvond. Als hoogleraar in Amsterdam
had hij in zijn inaugurale
rede in 1909 zijn gehoor voorgehouden
hoe belangrijk gerechtigheid
ook in arbeidsverhoudingen was:
sentire cum genere humano (meevoelen
met de gehele mensheid). De socialist
Domela Nieuwenhuis
Standbeeld van Nolens in het naar hem genoemde park.
Beneden: de eenvoudige plaquette op zijn graf op de begraafplaats
in Venlo. FOTO ALBERT LAMBERTS
ARCEN
Expositie Maasduinen
in Franz Pfanner Huis
Het Franz Pfanner Huis in Arcen
viert ook het vierde lustrum met
een eigen themaexpositie,
getiteld
De Maasduinen, ruggengraat van
NoordLimburg.
Aan de hand van
beeldmateriaal, vondsten en voorwerpen
wordt verdeeld over tien
thema’s de historie van het landschap
en zijn bewoners uit de doeken
gedaan. De tentoonstelling
duurt tot 17 oktober en is te bekijken
op zaterdag, zondag en woensdag.
TEGELEN
TIP opent deuren weer
Het Tegels Informatie Punt (TIP)
aan de Kerkstraat gaat op 6 september
weer open. Bezoekers kunnen
met en zonder afspraak terecht bij
onder meer het Informatie en Adviespunt
en Incluzio. Op woensdag
helpen vrijwilligers van SeniorWeb
met vragen over computergebruik
en in de even weken is het buurtteam
op donderdagmiddag aanwezig.
Op de laatste zaterdag van de
maand is het Repair Café open.
Info via www.tiptegelen.nl en 0773030623.
Exclusief voor Midsummer-pop
nog Peschland Pop heette, een negatieve
recensie geschreven. Door
Joeps voor de muziekcommissie te
vragen wilde de organisatie twee
vliegen in één klap slaan: hij was bekend
in de wereld van de popmuziek
en kon natuurlijk geen negatief artikel
schrijven over een festival waarbij
hij zelf betrokken was.
Toen in 1973 het affiche klaar was
om gedrukt te worden, ging bij
Joeps de telefoon. Een voor hem onbekende
manager van The Insect,
een topband uit het Oostblok, bood
in gebroken Engels en Duits aan om
een exclusief optreden te verzorgen
in Meerlo, tegen een aantrekkelijk
honorarium. De man zou zorgen dat
Joeps binnen 24 uur een foto van de
groep kreeg, met een biografie.
Trots belde hij de organisatie om
het heuglijke nieuws te melden.
„Stop de persen, dit is top the bill!”
Daags erna viel bij het kantoor van
de krant in Venlo een grote envelop
in de bus, gericht aan ‘Mr. Joeps van
Hees’. Joeps snelde naar boven om
hem op de redactie triomfantelijk in
het bijzijn van zijn collega’s te openen.
Een vloek verbrak de stilte. Op
de foto stond een aantal collegajournalisten
onder aanvoering van
Theo Vincken, chef sportredactie,
met daarover heen de naam: The Insect.
Wat bleek: Vincken had Joeps
bij de neus genomen door zich voor
te doen als het management van de
groep, die niet bestond. Joeps van
Hees trok zich terug en belde rap
naar de organisatie van Midsummer
Pop dat ze het affiche toch konden
laten drukken.
Het boekje is in beperkte oplage verkrijgbaar
voor 5 euro. Meer informatie via
renepoels1948@gmail.com.
Oudjournalist
en organisator René
Poels bracht deze zomer een
boekje uit over het legendarische
Midsummerpopfestival
dat begin
jaren 70 plaatsvond in Meerlo. In
de terugblik ontbreekt één kostelijke
anekdote, die hij de VIAlezer
niet wil onthouden.
De organisatie van Midsummerpop,
ook wel het Woodstock van het
Zuiden genoemd, heeft tijdens de
voorbereidingen destijds veel meegemaakt.
Vooral het boeken van internationale
toppers was moeilijk
en kostbaar. Reden voor de organisatie
om journalist Joeps van Hees
van het Dagblad voor NoordLimburg
in de arm te nemen. Joeps
schreef wekelijks in de krant over
popmuziek en had toegang tot platenmaatschappijen.
Bovendien had
hij van het eerste festival, dat toen
Het affiche van het festival in 1973. FOTO RENÉ POELS