woensdag 29. 09. 2021 REGIO 11
VENLO
Adopteer een
letter uit gedicht
van K. Schippers
VenlopoëZiet wil de onlangs overleden
dichter K. Schippers eren met
een gedicht op een muur in de
Klaasstraat en zoekt mensen die dit
initiatief willen steunen.
Het gaat om de dichtregel Als je goed
om je heen kijkt, zie je dat alles gekleurd
is. Om de financiering rond te
krijgen start Stichting VenlopoëZiet
een crowdfundingactie waarbij
letters uit het gedicht ter adoptie
worden aangeboden voor 25 euro
per stuk. Donateurs ontvangen
hiervoor een setje kaarten met gedichten
van Venlose stadsdichters
en worden na de onthulling van het
gedicht uitgenodigd voor een poëtische
wandeling langs alle dertien
plekken met muurpoëzie in de binnenstad
Zaterdag 2 oktober staat de stichting
tussen 13.00 en 16.00 uur met
een kraam in de Klaasstraat. Er is
muziek van Fanfaar Trotwaar.
Wie op deze dag verhinderd is, kan een mail
sturen naar g.smeets@hotmail.com.
De Wazelder en het Moeleven
hij aan het graven was hoorde hij opeens
praten. Hij keek op en zag dat
op de plekken waar hij in de modder
gewroet had, luchtbellen aan de oppervlakte
verschenen die met een
plof uit elkaar spatten. Toen begreep
hij dat het ‘wazelen’ en het
‘moelen’ veroorzaakt werden door
opborrelend moerasgas. Dezelfde
Jan ontdekte ook hoe de lichtjes boven
het water verschenen. Door
zelfontbranding van het gas konden
ze als vuurtjes over een ven zweven.
Het is jammer dat we de moerassen
in de Meeren nooit meer horen wazelen
en moelen. Aan het begin van
de twintigste eeuw werden in ons
land veel meren en moerassen
drooggelegd, omdat de Anophelesmug
een inheemse vorm van malaria
verspreidde, een ziekte die met
name vooral voor kinderen dodelijk
kon zijn. Bij ons heette het de Zeeuwse
koorts, omdat malaria nabij de
brakke wateren van Zeeland veelvuldig
voorkwam.
Of iemand de watergeesten ooit
heeft gezien? Waarschijnlijk niet,
maar in de verbeelding en bij het
wazelen en moelen in de cafés, namen
ze vele griezelige vormen aan.
En na zes glazen bier bleek elke bange
haas andere dwaallichtjes te hebben
gezien, zoals te zien is op de bijstaande
plaatjes.
op een lopen. Bang holden ze naar
het Eind, het laatste gehucht van
Dörp. Ze liepen nog harder toen ze
de Wazelaèr achter zich aan hoorden
hollen, hoewel dat geluid waarschijnlijk
het bonzen van hun eigen
bange hart was.
Maar de beproeving door de enge
geesten was nog niet voorbij. Even
later kwamen ze voorbij het Moeleven,
een donker moeras, en daar
hoorden ze de Moelejan naar hen
roepen, met een stem die klonk als
het luiden van een kleine klok. Op
dat moment moeten de jongens het
wereldrecord hardlopen hebben
verbeterd, als dat toen al had bestaan,
vooral toen ze zagen dat op
het Moeleven lichtjes over het water
dansten, die uit de verte op griezelige
elfen leken.
Tot Johannes Engels, beter bekend
als Thijsse Jan, die in het Eind woonde,
bij toeval ontdekte wat dat ‘wazelen’
en ‘moelen’ veroorzaakte. In
de ondiepe rand van de Wazelder
was hij op zoek naar blauwknollen.
Dat zijn knollen ter grootte van rode
bieten, met een vettige blauwe substantie
die in de vennen in de modder
te vinden waren. In de zomer, als
het water laag stond, dolf men ze op
om er de karren en de luiken van het
huis mee blauw te verven. Terwijl
VAN NUL TOT NU
DOOR TON VAN REEN
Tussen Helden, Baarlo en Maasbree,
of beter gezegd tussen het
Eind van Dörp en het Rinkesfort
van Bree, lag tot een eeuw geleden
een groot gebied met vennen en
meertjes, dat nu nog de Meeren
wordt genoemd. Het is nog altijd te
herkennen aan de laagtes in het
landschap.
Er kronkelden een paar landwegen
doorheen. Bij nacht durfde men
daar niet te komen, want er zouden
spoken, heksen en weerwolven huizen.
Maar soms kon het niet anders,
want dan wilden de jongens van het
Eind, het Onder en de Zandberg uit
Dörp graag naar de kermis in Bree,
want het was bekend dat daar de
mooiste meisjes woonden. Je had er
zelfs meiden met zwart haar, met
hen moest je wel oppassen, want dat
konden heksen zijn. Heksen kon je
herkennen aan een zwart driehoekje
boven hun stuitje, maar hoe
kwam je daar dan achter in die zeer
christelijke tijden? Toch wilden die
jongens uit Helden graag een kansje
wagen bij zo’n knappe Breetse, en
dan werd het laat op de kermis. Ook
het bier was lekker, dus was het
vaak tegen middernacht dat ze naar
huis vertrokken. En dan moesten ze
langs het meer dat de Wazelder
werd genoemd, naar de geest die in
het water huisde en die men bij
nacht en ontij kon horen wazelen. De
Wazelaèr uit de Wazelder. Wazelen is
een vorm van praten, meer praten
om het praten dan om echt iets wezenlijks
te zeggen.
Wat verderop lag het Moeleven.
Daar woonde de Moelejan. Moelen,
dat was net zoiets als wazelen, maar
dan met een kwade ondertoon. In
sommige nachten kon je de Wazelaèr
en de Moelejan tegen elkaar horen
wauwelen.
Op de smalle kronkelweg tussen de
Meeren, was het aardedonker. En
stil. Zo stil dat de jongens alles heel
goed konden horen. Een beest dat
riep. De schreeuw van een nachtvogel.
Was dat een weerwolf? Het gepiep
van vleermuizen. Bij de Wazelder
hoorden ze plots de donkere
stem van de Wazelaèr. Plop plop
klok, plop. De jongens schrokken, ze
trokken hun klompen uit en zetten
het, met de klompen in de handen,
Spoken, heksen, dwaallichten (beneden) en zelfs weerwolven: in het gebied dat nu de Meeren heet,
was het vroeger niet pluis. FOTO'S COLLECTIE TON VAN REEN
VENLO
Alles uit de kast
voor Weekend van
de Wetenschap
De bibliotheek in Venlo viert aankomend
weekend kennis en technologie.
Iedereen is welkom om voor het
Weekend van de Wetenschap een
kijkje te nemen bij technische club
Hackersplace TDVenlo.
Bezoekers kunnen bij de bibliotheek
terecht voor een aantal bijzondere
activiteiten. Voor het gratis
wetenschapsweekend haalt de
technische club Hackersplace
TDvenlo, die zich in de kelder van de
bibliotheek bevindt, alles uit de
kast. Zo kunnen bezoekers er retrogames
spelen, koekvormen laseren
en de werking van een robotarm onderzoeken.
De bibliotheek hoopt
kinderen samen met ouders en begeleiders
op deze manier kennis te
laten maken met de technologie en
wetenschap. Hiermee willen ze de
beroepen van de toekomst introduceren
en interesse aanwakkeren.
BLERICK
Springbeach in finale Onze Buurt
halte, verbinding, duurzaamheid en
burgerzin.
De volgende 8 projecten sprongen
er uit: Buurt Opera Malpertuis
(Maastricht); Spring Jongeren Gezond
(Roermond); Voedselbos
(Venray); Groene Poort Oost
(Maastricht); Tigers: DB4ALL
kookt (Roermond); Springbeach
(Blerick); Iedereen kan helpen
(Maastricht); Huiskamer in oude
bank (Obbicht).
Presentatie
10 november geven de finalisten een
presentatie voor de jury en daarna
wordt het beste project gekozen dat
de hoofdprijs wint. Er is een prijzenpot
van € 80.000. De feestelijke
prijsuitreiking is 30 november.
Onze Buurt wordt elk jaar georganiseerd
door de woningcorporaties
die verenigd zijn in Ons Limburg, samen
met het Oranje Fonds en Provincie
Limburg. Ze willen daarmee
de burgerparticipatie in dorpen en
wijken stimuleren.
Duurzaam projectplan
Het plan Spingbeach in Blerick is de
afgelopen jaar geholpen door het
Zetje van Onze Buurt. Het plan om
van een strook grond naast een
beek een fijne buurtplek te maken,
is nu uitgewerkt met een duurzaam
projectplan en een begroting en
staat dit jaar wel in de finale.
jury van Onze Buurt heeft dit
jaar het aantal finaleplaatsen
uitgebreid van zes naar acht.
Onder meer Springbeach (Blerick)
sprong er volgens de jury uit.
„De kwaliteit van de inzendingen is
hoog dit jaar en de rapportcijfers
van de juryleden liggen dicht bij elkaar
in de top”, zo luidt de uitleg.
Ook wil de jury na de lange tijd van
coronabeperkingen, extra investeren
in verbinding en ontmoeting.
Omdat de prijzenpot vorig jaar niet
helemaal is leeg gegaan, kan de jury
alle acht topscoorders een finaleplek
bieden.
De jury van Onze Buurt heeft 66 inzendingen
beoordeeld op sociaal geDe
In 2020 was er ook al Blericks Onze Buurtsucces.
Toen won het
Zomer Doe Boek de hoofdprijs van 20.000 euro. FOTO ONZE BUURT