woensdag 03. 11. 2021 11
Oud en nieuw naast elkaar: vooraan de putjesschepper staand naast zijn paard en kar en de nieuwe rioolkolkenzuiger op wat een verbouwing
aan de gebouwen van St. Louis lijkt, augustus 1954. FOTO GAW, NR. 7900 FOTO A. STRIBOS
oleringen. De aanschaf van de kolkenzuiger
kostte de gemeente
35.300 gulden. De wagen deed tot
1962 dienst. In die jaren reed de wagen
niet alleen in de gemeente
Weert maar ook bijvoorbeeld in Budel,
zo blijkt uit een schrijven van
die gemeente om ook gebruik te
mogen maken van de kolkenzuiger.
Budel had in 1957 nog geen riolering.
De bewoners waren voor het
verwijderen van water en fecaliën
aangewezen op het gebruik van
beer
en stapelputten. Die putten
werden tot die tijd kosteloos geleegd
door een boer die de inhoud
gebruikte als mest, waarmee deze
feitelijk nog het werk van de putjesschepper
verrichtte.
Eén maal raden waar, toen Weert
een nieuwe kolkenzuiger kocht, de
oude zuiger aan verkocht werd.
Juist, aan de gemeente Budel. Men
ontving er nog een bedrag van
15.000 gulden voor.
Dit artikel verscheen eerder in Weekblad het
Land van Weert in 2009.
De putjesschepper was feitelijk iemand
die de beerputten leegmaakte,
de verzamelplaatsen van menselijke
uitwerpselen. Simpel gezegd
was een poepschepper. En al was
het wel een nuttig beroep in een tijdperk
dat een rioleringssysteem nog
niet of nauwelijks bestond, een net
beroep was het bepaald niet. En veel
kennis en kunde had men er ook niet
voor nodig. Begrijpelijk dat het beroep
een negatieve bijklank kreeg.
Weert kende al in de 19de eeuw op
bepaalde plaatsen een rioleringssysteem,
maar dat gold niet voor de
gehele stad. Dat kwam pas in 1936.
In de gemeentelijk jaarverslagen
wordt vanaf 1851 herhaaldelijk melding
gemaakt van het schoonhouden
van de rioleringen. Zo lezen we
in het verslag van 1871 dat de riolen
verbeterd moeten worden, maar
dat er geen geld voor is (een argument
van alle tijden, zo te zien). In
1885 wordt vermeld dat aan het zuiver
houden van de riolen en het opruimen
van het vuil behoorlijk de
hand wordt gehouden.
Bekeuringen
Volgens de plaatselijke politieverordening
moesten de bewoners van
Weert die met hun huizen aan de
openbare straten grensden zelf de
goten van vuil ontdoen. De politie
controleerde hier streng op en in
het jaarverslag van 1920 staat te lezen
dat er dat jaar meerdere malen
bekeuringen werden uitgedeeld
omdat bewoners zich niet aan de
verordening hielden. De putten
waarin de rioleringen uitliepen werden
iedere week schoongemaakt
door een ‘van gemeentewege aangewezen
werkman’. De totale kosten
voor de gemeentereiniging in
1926 waren 4977,49 gulden. Hiervoor
werd naast het schoonmaken
van de putten ook twee maal per
week het ‘asch
en straatvuil’ opgehaald
en jaarlijks de grachten uitgebaggerd.
Kolkenzuiger
In Weert verdween de laatste echte
putjesschepper in mei 1954 uit het
straatbeeld. In dat jaar zag hij zijn
taak overgenomen door de voortschrijdende
techniek in de vorm
van een kolkenzuiger. Een dergelijk
apparaat was een reinigingstruck
met een enorme tank waaraan een
slurf verbonden was. De slurf werd
in de straatputten gestopt en het
vuil werd op die manier uit de putten
gezogen. Hoewel zo’n kolkenzuiger
nog wel vreselijk stonk, was
het natuurlijk al een hele verbetering
in het schoonhouden van de riVAN
NUL TOT NU
DOOR THEO SCHERS, GEMEENTEARCHIEF WEERT
Werk zonder aanzien: putjesscheppen
Misschien horen we de term niet zo
vaak meer gebruiken maar als iemands
werk met dat van een putjesschepper
vergeleken worden, dan
houdt dat doorgaans zeker geen
compliment in. Integendeel, het vak
van putjesschepper was een niet na
te streven beroep. De ‘Dikke van
Dale’ vermeldt het gebruik van de
term in overdrachtelijke zin als zijnde
‘iemand met een zeer onaanzienlijk
beroep, van geringe stand’. Als
een kind niet wilde leren, werd het
verwijtend onder de neus gewreven
dat het ‘nog eens putjesschepper
zou worden’.
REGIO
WEERT
Voor Ronald en Carien
staat vastelaovendj voor
samen delen en beleven
OSPELDIJK
Stekelstruiken rond
windmolens moeten
boerenlandvogels redden
LIMERICK
Een afslankclub uit de Mokerhei
Houdt haar ledenbestand precies
bij
Wat was aan de stand
Dit jaar zo frappant?
Eén viel er af en één kwam er bij
Lei Steijvers, Stramproy
„Omdat hij gevonden is, moeten we
het hebben van onze eigen waarnemingen
betreffende zijn karakter en
gedragingen. In de omgang is Storm
een hele vrolijke hond die iedereen
enthousiast begroet. Wat zijn opvoeding
betreft heeft hij nog niet
veel geleerd, maar merk je wel dat
hij het allemaal snel oppikt.”
Waar is Storm het beste op zijn plek?
„Door zijn formaat en zijn energieke
karakter heeft hij wel de behoefte
om de ruimte te hebben, zodat hij
lekker aan zijn beweging toe komt.
Omdat hij nog een hoop moet leren,
moet zijn nieuwe baasje voldoende
tijd hebben om met hem bezig te
zijn. De aanwezigheid van een andere
hond, zou voor hem geen probleem
zijn. Dit zou hem zelfs een
beetje extra rust en vertrouwen
kunnen geven.”
DIER VAN DE WEEK
Ben je geïnteresseerd in dit dier? Neem dan vrijblijvend contact op met De Beestenboel
via tel. 0495563981,
email
asielweert@planet.nl of kijk op de Facebookpagina.
Dierenasiel De Beestenboel vangt
voor bijna heel MiddenLimburg
de
honden en katten op. Genoeg
aanbod dus voor Anne Vleeshouwers
om elke week voor één van
deze dieren extra aandacht te
vragen. Deze week is Storm aan de
beurt, een kruising herder (reu)
van ongeveer 8 maanden oud.
Hoe is Storm in het asiel gekomen?
„Nadat hij door mensen, zonder
baasje is aangetroffen, is besloten
contact op te nemen met de Dierenambulance.
Omdat zijn chip niet geregistreerd
bleek te zijn, lukte het
niet om de eigenaar te traceren.
Omdat tot op heden nog steeds niemand
zich gemeld heeft als eigenaar
van de hond, gaan we nu op
zoek naar een nieuw thuis.”
Wat kan je over Storm vertellen?
» Vervolg van de voorpagina.
In 1987 deden Ronald en Carien zelf
als duo mee met het Wieërter Vastelaovendj
Lidjesfestival. Inmiddels
staat de teller op vijftien deelnames,
waarvan ze er vier wonnen. In 2010
stoomden ze door naar het Limburgs
Vastelaovesleedjes Konkoer
(LVK) in Thorn, waar ze aan de haal
gingen met de tweede prijs. „Voor
ons betekende dat de doorbraak in
Limburg. Tegenwoordig is het
moeilijker om als duo te winnen,
maar we doen zeker weer mee.”
Voor Carien staat vastelaovendj
voor saamhorigheid. „Samen beleven
en delen. Maar ook een soort reuniegevoel,
omdat je mensen tegenkomt
die je lang niet meer hebt
gezien.” Ronald vult aan: „Het gaat
om de humor, het dialect, de woordgrapjes
in de optocht, hoe mensen
zich verkleden. Eigenlijk gaat het
nergens over, maar is het wel heel
veel.”
Het Wieërter Vastelaovendj Lidjesfestival
vindt op zondag 7 november vanaf 15.11
plaats in Theater De Huiskamer aan de Wilhelminasingel
10b in Weert. De toegang is
gratis.
Rond de vier windmolens in Ospeldijk
worden door kinderen van Jong
Nederland Ospel stekelstruwelen
aangeplant. Het struikgewas moet
het verdwijnen van boerenlandvogels
tegengaan.
De populatie patrijzen is in Ospel
sinds 2015 tegen de landelijk trend
in al aan het stijgen volgens tellingen
van de Vogelwerkgroep Nederweert.
Dit succes is te danken aan de
aanleg van bloemrijke akkers en het
patrijsvriendelijke beheer van bermen
en slootkanten. Voor deze en
andere bedreigde boerenlandvogels
als de zomertortel en de ringmus
worden nu stekelstruiken aangeplant
waar deze vogels een veilige
broedplaats en vluchtplek kunnen
vinden.
De natuurcompensatie die verplicht
is bij grote projecten zoals de
bouw van de windmolens wordt in
Ospeldijk ingezet voor de aanplant
van stekelstruwelen. Op zaterdag 6
november gaan kinderen van Jong
Nederland Ospel stekelige struiken
als sleedoorn, heggenroos en kruisbes
planten. Wilde appels en peren
in het midden van de struwelen zullen
boven de struiken uit gaan groeien.
De molenterpen worden beplant
met brem en gaspeldoorn die in
voorjaar en zomer geel bloeien.