REGIO
woensdag 10. 11. 2021 11
MIDDENLIMBURG
Gratis cursus ‘Als
mantelzorger in balans’
OSPEL
PEVE & Myra speelt
covers in Peelboerderij
FOTO PEVE & MYRA
Het duo PEVE & Myra verzorgt zondag
14 november een optreden in de
Peelboerderij van buitencentrum
De Pelen. Het muzikale echtpaar uit
Nederweert speelt covers van onder
meer Fleetwood Mac, Neil Young en
Tom Petty.
Muzikanten Peter en Miranda Verdonschot
maken al jaren muziek.
Sinds eind 2018 doen ze dat samen.
Na een jaar met diverse optredens
kwam er in 2020 vanwege corona
een abrupt einde aan liveoptredens.
Om toch in contact te blijven met
hun fans hebben ze vanaf januari
2021 wekelijks een nieuwe opname
op YouTube en Facebook gezet.
Zondag zijn ze weer live te horen in
de Peelboerderij.
Het optreden op 14 november begint om
14.00 uur. De voorstelling is voor iedereen
toegankelijk. Er wordt geen entree geheven ,
maar een vrijwillige bijdrage wordt gewaardeerd.
De Peelboerderij ligt op ongeveer 150
meter vanaf het buitencentrum De Pelen
aan de Moostdijk 15 in Ospel
ker passé en zorgde een gasfitter
voor het onderhoud. Na de oprichting
van het elektriciteitsbedrijf in
1920 zou het nog tot 1931 duren voor
de eerste elektrische lantaarn
kwam. Toen werd op verzoek van
een particulier op de hoek van het
Kromstraatje en de Paradijsstraat
een muurarm met een elektrische
lantaarn aangebracht voor 30,02
gulden. Het aantal gaslantaarns
was toen al toegenomen tot 158
stuks. Vanaf die tijd werden de gaslantaarns
geleidelijk aan vervangen
door elektrische verlichting en
nieuwe lantaarns waren vanzelfsprekend
direct elektrisch. Gaslantaarns
die vervangen werden door
elektrische verlichting, kregen een
‘tweede’ leven en brachten voor het
eerst licht in de duisternis in de buitenwijken
en in de kerkdorpen. De
opmars van de elektrische verlichting
werd gestuit door de Tweede
Wereldoorlog.
Verduistering
Tijdens de oorlogsjaren kreeg
Weert te maken met het fenomeen
verduistering en keerde de duisternis
uit de middeleeuwen weer terug.
Korte tijd na het begin van de oorlog
werden er hier en daar weer wat
richtlantaarns ontstoken. Na de bevrijding
werd de elektrische verlichting
weer geheel en de gasverlichting
beperkt in gebruik genomen.
Vanaf 1948 volgde de verdere
elektrificatie van de straatverlichting.
In 1952 werd Weert verlicht
door 300 elektrische lantaarns en
170 gaslantaarns. In de binnenstad
maakte in 1953 de laatste gaslantaarn
plaats voor tlverlichting.
Wie nu denkt dat de lantaarnopsteker
echt definitief tot het verleden
behoorde, heeft het toch mis, want
in 1959 werd besloten de automatische
ontsteking van de 21 nog aanwezige
gaslantaarns buiten werking
te stellen en de lantaarns afzonderlijk
te doen ontsteken. Het
zou maar van korte duur zijn, de
laatste gaslantaarn binnen de gemeente
werd op 17 maart 1961 vervangen
door een elektrisch exemplaar.
De romantische gaslantaarns
met hun fraaie gietijzeren palen en
enkele 19deeeuwse
olielantaarns
werden later in ere hersteld, zij het
in een omgebouwde versie.
Men bleef dan ook liever binnen. In
de 16de eeuw probeerde men door
middel van lantaarns met kaarslicht
buiten enige verlichting aan te
brengen. Toen aan het einde van de
17de eeuw de eerste olielantaarn
verschenen, betekende dat een hele
verbetering en vanaf die tijd werden
steeds meer straten van grote steden
verlicht met olielantaarns.
Nachtwakers
Wanneer in Weert straatlantaarns
voor het eerst gebruikt zijn, is niet
precies bekend. Wel weten we dat er
in de jaren twintig van de 19de eeuw
tien nieuwe reverberes werden opgericht,
terwijl er al één stond in de
omgeving van de gendarmerie. Reverberes
waren olielampen voorzien
van een spiegel om de verlichting
naar één kant te richten. In de periode
van 1 oktober tot 15 maart moesten
de reverberes branden van een
half uur na zonsondergang tot 01.00
uur in de nacht. De stadsoppassers
of nachtwakers, waarover we al eerder
schreven, brachten rapport uit
bij de burgemeester over de verlichting,
of die behoorlijk had gebrand
en op tijd was aangestoken. De olielantaarns
moesten stuk voor stuk
met de hand worden aangestoken.
Wie daar in de beginjaren in Weert
voor zorgde, is niet bekend. Mogelijk
waren dat de stadsoppassers of
de inwoners van Weert zelf. Of was
er al een lantaarnopsteker? Die laatste
zorgde voor het aansteken en
het blussen van de lantaarns en voor
het onderhoud.
Bijbaantje
De oudste bekende naam van een
lantaarnopsteker is Kneepkens.
Hem kennen we omdat zijn naam
vermeld wordt bij de benoeming
van Jan Stultiens, die in 1849 het
ambt van lantaarnopsteker overnam
van Kneepkens. Jan Stultiens
kreeg daarvoor een salaris van 25
gulden per jaar. Gezien dit lage salaris
is het wel duidelijk dat het beroep
van lantaarnopsteker een bijbaantje
was, gelijk we dat ook bij andere
functies bij de gemeente zagen. Jan
Stultiens bijvoorbeeld was schoenmaker
van beroep. Na het overlijden
van Jan Stultiens in 1859 nam zijn
zoon Hubertus het weer over van
zijn vader. Al tijdens de ziekte van
zijn vader had hij de uitoefening van
het ambt waargenomen. Hubertus
Stultiens begon voor een jaarsalaris
van 30 gulden. Hij was verder tuinier
van beroep. Omdat het werk
van lantaarnopsteker steeds meer
tijd in beslag nam, vroeg deze in
1867 een extra tegemoetkoming op
zijn salaris, dat vanaf 1868 werd verhoogd
tot 70 gulden per jaar. Er waren
nieuwe lampen bijgekomen die
ook meer onderhoud vereisten en
daardoor had hij andere werkzaamheden
moeten laten schieten, zo
voerde Hubertus aan als onderbouwing
van zijn verzoek.
Jacobus Verspagen vroeg in 1902
met diezelfde argumenten een salarisverhoging.
Jacobus vermeldde
dat er bij zijn aantreden slechts 34
lantaarns waren en dat aantal was
in 1902 inmiddels gegroeid tot ruim
60. Verder hadden de nieuwe lampen
Belges ‘dubbele oppas en zorg’
nodig.
Korte tijd later, in 1906, werd er een
gasfabriek in Weert opgericht. De
olielantaarns werden snel vervangen
of omgebouwd zodat er een jaar
later in 1907 al 108 gaslantaarns en
nog maar drie petroleumlantaarns
waren. Van de gaslantaarns brandden
er 49 alleen in de avonduren en
57 de gehele nacht. De meeste lantaarns
waren voorzien van een automatische
ontsteking. Daarmee
was de functie van lantaarnopsteVAN
NUL TOT NU
DOOR THEO SCHERS, GEMEENTEARCHIEF WEERT
Licht in de duisternis: de lantaarnopsteker
Als het ’s avonds donker wordt en de
straatverlichting gaat automatisch
aan, dan staan we er niet meer bij stil
dat het vroeger anders was. Enkele
eeuwen geleden waren maan, fakkel
of kaars de enige lichtbronnen. Na
het invallen van de duisternis was
het dus meestal aardedonker.
Logement ‘De Trompet’ gelegen aan de Hogesteenweg 10 met daarnaast
de laatste gaslantaarn die Weert rijk was. FOTO GAW L0172
nog steeds in het asiel verblijft.”
Wat kun je over haar vertellen?
„Snoesje is een flinke poes, die heel
zelfstandig is en het liefst lekker op
haar gemak wat ligt te dagdromen.
Ze zal niet gauw ergens een probleem
van maken, zolang ze maar
niet onnodig en tegen haar zin lastig
gevallen wordt. Wel vindt ze het gezellig
als er wat om haar heen gebeurt.”
Waar is Snoesje het best op haar
plaats?
„Ze zal het erg waarderen om in een
rustig huishouden haar eigen gang
te mogen gaan. Door haar wat hogere
leeftijd en haar rustige karakter
is ze ook geschikt voor een kleinere
leefomgeving. Daar kan ze zich er
ook in schikken als ze niet naar buiten
kan.”
DIER VAN DE WEEK
Ben je geïnteresseerd in dit dier? Neem dan vrijblijvend contact op met De Beestenboel
via tel. 0495563981,
email
asielweert@planet.nl of kijk op de Facebookpagina.
Dierenasiel De Beestenboel vangt
voor bijna heel MiddenLimburg
de
honden en katten op. Genoeg
aanbod dus voor Anne Vleeshouwers
om elke week voor één van
deze dieren extra aandacht te
vragen. Deze week is Snoesje aan
de beurt, een gesteriliseerde
cyperse poes van 10 jaar.
Hoe is Snoesje in het asiel terechtgekomen?
„Poezen die al wat ouder zijn, zoeken
vaak een plekje waar ze overdag
lekker kunnen wegdromen. Ze zoeken
dan de rust op, bij voorkeur in
hun eigen vertrouwde omgeving.
Als dit om de één of andere reden
niet kan, dan zoeken ze een geschikt
alternatief bij iemand anders. Helaas
is het, ondanks dat ze gechipt is,
nog steeds niet gelukt contact met
de eigenaar te krijgen waardoor ze
Voor mantelzorgers in MiddenLimburg
wordt door Het Algemeen
Maatschappelijk Werk MiddenLimburg
en Punt Welzijn de cursus ‘als
mantelzorger in balans’ aangeboden.
Mantelzorgers kunnen tijdens de
cursus aan de slag gaan met de balans
tussen zorgen en ontspannen.
De gratis cursus bestaat uit twee
dagdelen en vindt plaats op maandag
29 november en 13 december op
het adres Vogelsbleek 10 in Weert.
De cursus duurt beide avonden van
19.00 tot 21.30 uur.
Meer informatie en aanmelden kan via
www.puntwelzijn.nl, door te bellen naar
Punt Welzijn (0495697900)
of een mail te
sturen naar mantelzorg@puntwelzijn.nl.
LIMERICK
`n Haantje riep boos in Nieuwdijken:
“Geen plofkip zal nog in supers
prijken
Het was opwindend en fijn
om vaker bij Albert Heijn
naar blote plofkippen te gaan kijken!”
Frans Adriaens, Weert