
woensdag 25. 11. 2020 REGIO 11
AFFERDEN
Huldiging dirigent
en musici fanfare
Fanfare Helpt Elkander uit Afferden
heeft dit jaar drie zilveren jubilarissen.
Twee muzikanten en de
huidige dirigent zijn 25 jaar verbonden
aan de muziekvereniging.
Luc Raijmakers speelt trompet bij
de fanfare. Lotte Roersch is naast
tromboniste ook contactpersoon
voor het studieorkest.
De derde jubilaris is dirigent Eric
Roefs, die in 1995 het stokje overnamen
van John Gubbels. Zijn eerste
concours was in 2000, waarbij de
fanfare een eerste prijs met lof en
promotie behaalde. Drie jaar later
werd dit kunststukje nog eens herhaald.
Volgens het bestuur is Helpt
Elkander onder Roefs’ leiding uitgegroeid
tot een modern orkest met
een gevarieerd repertoire. Daarnaast
vervult hij een belangrijke rol
in de opleiding van jonge Offerse
muzikanten.
VENRAY
Repaircafé gaat dit
jaar niet meer open
Het Repaircafé Venray blijft vanwege
de coronabeperkingen in elk geval
tot het einde van het jaar dicht.
Dat betekent dat Venraynaren op 25
november en 30 december niet in
De Kemphaan terecht kunnen om
kapotte spullen te laten herstellen.
Na een geslaagde start in januari en
februari bleef het Repaircafé als gevolg
van de virusuitbraak tot augustus
dicht. In oktober ging opnieuw
het slot op de deur. De vrijwilligers
hopen op 27 januari weer aan de
slag te kunnen met het repareren
van huishoudelijke apparaten, fietsen,
kleding en speelgoed. De service
is gratis.
MELDERSLO
Bakhuisje museum
De Locht volop in bedrijf
VENRAY
Zoeken naar
een baan in coronatijd
Werk vinden in coronatijd een mission
impossible? Op die vraag gaat
Jannine van der Naald van Talentenwerk
dinsdag in tijdens de
Walk&Talk in de Venrayse bibliotheek.
De Walk&Talk is de koffiepauze
voor werkzoekenden uit de gemeenten
Venray en Horst aan de
Maas. Deelnemers kunnen hun sollicitatieervaringen
delen en tips
uitwisselen die helpen in de zoektocht
naar een geschikte baan.
Reserveren via www.biblionu.nl. De bijeenkomst
duurt van 9.30 tot 11.30 uur.
November, de maand van de slacht (2)
inkwam. Op een bepaalde lengte
kneep de boerin de worst af en werd
deze met touw afgebonden. Zo werden
leverworsten, droogworsten,
bloedworsten en metworsten gemaakt.
Van de resten werd pársvlejs, zult/
hoofdkaas, gemaakt. De in stukjes
gesneden vliezen, de vette speklagen
aan de binnenzijden van de ribben,
gaven de kaoje, kaantjes. De
hammen, braadworsten en zijden
spek werden in een houten kuip of
Keulse pot met heel veel zout ingewreven,
want het vlees moest het
hele jaar goed blijven. Na in het zout
gestaan te hebben, werden ze afgedroogd
en tegen majeschieters in een
soort kussensloop gedaan. Vervolgens
werden ze aan haken in de
schouw te drogen gehangen. Het
witte vet werd in een Keulse pot bewaard.
Dat smeerde men vroeger
op de boterham met daarover een
laagje suiker. Balkenbrij, varkensbloed
vermengd met boekweitmeel,
was een delicatesse. Alle kinderen
uit de omgeving kwamen met een lepel
d’n breejpot schárre.
Het varken werd daarna met een
schrabber van zijn haren ontdaan.
Aan de schrabber zat een haak,
waarmee de teennagels van de poten
werden getrokken. Met een
scherp mes werd het dier daarna
glad geschoren, zodat er nauwelijks
nog een sprietje haar te zien was.
Daarna sneed de slachter in de hielen
van de achterpoten om de achillespezen
bloot te leggen. Vervolgens
werd het varken op een ladder gerold
en opgehangen aan een haankhaolt
die onder de sterke pezen
werd gestoken. De ladder werd
rechtop tegen de muur gezet en de
slachter sneed de buik open. De ingewanden
puilden dampend in de
koude lucht naar buiten en opgevangen
in een zinken teil. De botten
en de kop werden met een bijl doormidden
gekliefd. De pisblaas werd
verwijderd en door de jongens leeg
geknepen. Met een fietspomp werd
ze opgeblazen en te drogen gehangen.
De pezerik, het mannelijk geslachtsdeel,
werd in de schuur opgehangen
om als zagewetter te worden
gebruikt. Met dat stuk vet
wetten, slepen, de boeren de zaag
waarmee ze hout zaagden voor de
kachel. Na gedane arbeid werd een
âlde klaore ingeschud en met de
slachter afgesproken wanneer hij
het varken uuterén kwam doen. Tegen
de avond werd de ladder met
het varken naar binnen gesjouwd en
in de bijkeuken geplaatst.
Versterven
Het bleef één tot twee dagen hangen
om te versterven. Er werd een laken
overheen gebonden om te voorkomen
dat een van de katten het aan
zou vreten. Je moet de kat niet op het
spek binden, werd gezegd.
Nadat de slachter het varken uit elkaar
had gesneden, ging de boerin
met haar hulpen ermee aan de slag.
Er werd gekookt, gebraden en geweckt
in flessen. De scheenke en de
zijden spek werden in de kelder ingepekeld
met grof zout. In de varkensdarmen
werden worsten gemaakt.
De grootste kinderen moesten
het waorstmeuleke draaien en de
boerin hield de darm aan de tuit,
waaruit het gemalen vlees de darm
VAN NUL TOT NU
DOOR JAN STRIJBOS
Was een varken vet gemest, dan
kwam de huisslachter. Het dier dat
enkele maanden lang in het hok
zijn best had gedaan om zich vet te
vreten, kreeg een touw om zijn
achterpoot en werd naar buiten
geleid. Knorrend en snuffelend
ging het zijn dood tegemoet.
Sommige kinderen waren bang
voor wat komen ging, kropen weg
in huis en stopten de vingers in de
oren. Varkensgeschreeuw kon door
merg en been gaan.
De slachter had een leren riem om
zijn middel waaraan een leren koker
hing, vol met allerlei soorten messen.
Vlijmscherpe messen die hij tijdens
het werk steeds weer wette
aan een lange wetpriem. Over zijn
manchester broek droeg hij een leren
voorschort om zijn broek niet al
te smerig te maken. De slachter
droeg laarzen of klompen met daarboven
leren beenkappen.
Door aan het touw te trekken, werd
het varken de achterpoten onder
het lijf uitgetrokken. Dan nam de
slachter zijn pistool, een soort
schietbuis, drukte het stevig tegen
het voorhoofd van het varken en
haalde de trekker over. Stijf trillend
stortte het dier ter aarde. De slachter
ging met één knie op de hals van
het varken zitten, trok zijn lange
steekmes uit de holster en stak het
varken onder de kin door zijn hals in
de halsslagader. Het bloed spoot eruit
en de boer ving het op met een
noest, een grote opscheplepel om
het varkensvoer uit de sopketel te
scheppen. Met zijn linkerhand hield
de boer de noest onder de hals van
het stervende dier en met zijn andere
hand klopte hij het bloed in de emmer
stevig op. Bloéd voeste noemde
men dat. Aan zijn hand bleven lange
slierten geronnen bloed hangen, die
hij naast de emmer op de grond
gooide. Een lekkernij voor de katten
die op het erf rondliepen. Het roeren
ging door tot er niets meer aan
de hand bleef zitten. Van het bloed
werd balkenbrij en bloedworst gemaakt.
Sopketel
Het water uit de heet gestookte sopketel
werd met een moer, een waterketel,
over het dode dier uitgegoten.
Varkens in 1953 bij Hannes en Hanna RambagsKuijpers
in Castenray. FOTO ARCHIEF JAN STRIJBOS
zelf contact te maken. Bij ons in het
asiel kijkt ze op een afstand toe en
kijkt af wat we allemaal aan het doen
zijn. Als je haar benadert, gaat ze ervandoor.”
Wat voor baas zoeken jullie voor
haar?
„Ze is een heel bange poes, maar absoluut
niet agressief. Ze kiest ervoor
om te vluchten of zich te verstoppen
in plaats van haar baasje aan te vallen.
Ze heeft baat bij een rustige omgeving,
waar ze alles op haar gemak
in de gaten kan houden. Vanwege de
onvoorspelbaarheid kan ze niet
worden geplaatst bij een gezin met
kinderen en/of honden.”
Gaat jouw hart sneller kloppen van dit dier?
Neem dan contact op met
Dierenopvang Op de Smakterheide, tel.
0478639062
of via info@smakterheide.nl.
DIER VAN DE WEEK
Elke week stelt Juanita Janssen
van Dierenopvang Op de Smakterheide
een dier voor dat op zoek is
naar een nieuw thuis. Deze week is
Stitch aan de beurt, een poes van
ongeveer 2 jaar oud.
Hoe is Stitch bij jullie in het asiel
terechtgekomen?
„Ze is als zwerver bij ons binnengekomen.
Stitch kwam binnen nadat
zij gevonden werd na waarschijnlijk
te zijn aangevallen door één of meerdere
honden. Ze is hiervoor geopereerd
en is nu inmiddels volledig
hersteld.”
Hoe kun je haar karakter omschrijven?
„Stitch is een terughoudende wat
angstige dame. Je kunt haar hanteren
als het echt nodig is, maar ze
heeft het vertrouwen nog niet om
Het bakhuisje op het terrein van
openluchtmuseum De Locht in Melderslo
is zondag volop in bedrijf.
Behalve brood wordt er in de houtgestookte
oven ook een speciaal seizoensproduct
gebakken. Ook de
stroopmaker, de smid en de spinster
demonstreren hun ambacht.
Het museum is in de wintermaanden geopend
op woensdag, zaterdag en zondag
van 10.00 tot 17.00.