Woensdag 07. 12. 2022 REGIO 13
Gedoopt of ongedoopt, leven en dood
Bij een meisje was dat ook het geval
als de oma van vaders kant was
overleden. Als tweede of derde
naam kreeg het kindje vaak de
naam van peter en/of meter. Peter
en meter waren familieleden. De
grootouders kwamen als eerste in
aanmerking voor deze rol.
Sommige families hadden een
doopjurk die van ouder op kind
werd doorgegeven. De doopjurk
was dikwijls gemaakt van de trouwjurk
van de moeder. Omdat die jurken
vroeger meestal zwart waren,
werd de onderrok gebruikt, die
meestal van witte zijde was gemaakt.
De naaste buurvrouw liep
met het kindje in het midden. Als
het een jongen was, droeg ze het met
het hoofdje naar rechts. Bij een
meisje moest het hoofdje naar links
zijn gericht. Zo kon iedereen zien
van welk geslacht het kindje was.
Bij het dopen gaven peter en meter,
of hun vervangers, namens de dopeling
antwoord op de vragen van de
pastoor en beloofden ze dat het kind
christelijk zou worden opgevoed.
deel van het kerkhof lag heel wat
leed bij elkaar, want het gebeurde
nog al eens dat kinderen direct na
de geboorte of niet veel later kwamen
te overlijden. Verschillende begraafplaatsen
hebben tegenwoordig
een monument voor deze ongedoopte
kinderen, waaruit familie
leden troost putten.
Engelenmis
Stierf het kindje na gedoopt te zijn –
ook de nooddoop gold – dan werd
het na een engelenmis, een mis met
witte altaardoeken en een lichtgekleurd
kazuifel, in een witgeverfd
kistje begraven. Op het kistje lag
een kransje van buxus en bloemen
dat later op het graf werd gelegd. Er
werd één keer geluid.
Verliep alles naar wens en kon het
kindje in de kerk gedoopt worden,
dan gingen er twee buurvrouwen
mee. Zij hadden een kussen voor het
kindje, een doopdoek en een doekje
met zout bij zich. In het zoutdoekje
werd een kwartje gelegd dat als fooi
diende voor de pastoor en de koster.
Om de beurt kregen die bij doopsels
twaalf of dertien cent van het kwartje.
Ook peter en meter gingen mee
naar de kerk. Als er geen peter of
meter waren, fungeerden de koster
en een buurvrouw als zodanig. Wanneer
ze ver weg woonden, lieten ze
zich meestal vertegenwoordigen.
De verbindingen tussen de dorpen
waren vroeger erg slecht.
Voornamen
Bij het doopsel noemde de priester
de namen van het kindje die ook bij
de aangifte op het gemeentehuis
werden opgegeven. Het geven van
voornamen stamt al uit de twaalfde
eeuw. In 1812 stelde Napoleon het
dragen van een achternaam verplicht,
maar ruim 70 procent van de
bevolking had toen al een achternaam.
Een jongen kreeg de naam
van zijn opa van vaders kant, een
meisje werd genoemd naar de oma
van moeders kant. Wanneer zijn opa
van moeders kant overleden was,
kreeg het jongetje vaak zijn naam.
van nul tot nu
Door jan strijbos
De geboorte van een kind is en
blijft een bijzondere en vreugdevolle
gebeurtenis, Vroeger waren veel
getrouwde vrouwen in het eerste
decennium van hun huwelijksleven
vrijwel voortdurend zwanger. Er
werden heel wat kinderen geboren,
maar er gingen er ook veel vroegtijdig
dood, of ze kwamen levenloos
ter wereld.
Was vroeger een kind geboren, dan
werd het door de vroedvrouw gewassen
en verzorgd. Vervolgens
werd het eerst naast de moeder in
bed gelegd en daarna met een paar
warme kruiken in een bedje of wieg.
De afgeknipte navelstreng en de
placenta werden in de tuin begraven
of in de beerput gegooid. Werd
een kindje met de vliezen over het
hoofdje geboren, dan zou het veel
geluk in het leven hebben en over
bijzondere gaven beschikken, zo
dacht men. Ook zondagskinderen
en ‘kerstkindjes’ waren voor het geluk
geboren.
Al op de geboortedag werd het kindje
in de kerk gedoopt, omdat een ongedoopt
kind – mocht het onverhoopt
sterven – niet in de hemel zou
komen vanwege de erfzonde die het
meedroeg. Vandaar ook dat de
vroedvrouw of de buurvrouw de
nooddoop toepasten als het kindje
dreigde te sterven tijdens of vlak na
de bevalling. „In tijd van nood mag
en moet iedereen dopen”, was een
stelregel van de Katholieke Kerk.
Een van de grootste angsten van de
kraamvrouw was dat een kind ongedoopt
zou sterven. Het zou dan
nooit zalig worden en God zien,
maar eeuwig in het voorgeborchte –
het voorportaal van het vagevuur –
moeten verblijven. Gelukkig ging
het niet naar de hel. Stierf het kindje
voordat het gedoopt was, dan werd
de pastoor of koster gewaarschuwd
en werd het kindje in een door de vader
getimmerd kistje van ruwe
plankjes ien òngewiejde aerd begraven.
Een deel van het kerkhof –
meestal een hoekje achteraf – was
voor dit soort begravingen niet gewijd.
De vader droeg het kistje onder
de arm naar het kerkhof en begroef
het kindje zelf. Er werden geen
klokken geluid. Op dat ongewijde
Op 13 juni 1972 werd
in Castenray de
28.000ste inwoner
van de gemeente
Venray geboren. Het
was Ellis Vennekens.
Links burgemeester
Frans Schols met de
baby. Foto archief
heemkunde castenray
venray
Expositie 600
jaar klooster
Jerusalem
Het Venrays Museum wijdt een
tentoonstelling aan de historie van
het 600-jarige klooster Jerusalem.
venray
Record-opbrengst
voor Grote Clubactie
Met een opbrengst van bijna 13 miljoen
euro noteert de Grote Clubactie
voor het derde jaar op rij een
nieuw record. Verenigingen uit de
gemeente Venray haalden samen
een kleine 17 mille op.
Voetbalclub SV Venray spande de
kroon met een bedrag van 3.081
euro. Zwemvereniging Spio haalde
2.376 euro op en het Sint Antonius-
Abt Gilde uit Blitterswijck wist
1.950 euro bijeen te sprokkelen.
Korfbalclub Oranje-Wit uit Leunen-
Veulen-Heide had met 1.875 euro
eveneens een flink aandeel in de totale
opbrengst. Ook SV Oostrum
(1.455 euro), ruitersportcentrum
Cadans (1.365 euro), SVOC’01 uit
Oirlo-Castenray (1.200 euro) en Judovereniging
Venray (1.050 euro)
scoorden hoog in het ‘klassement’.
Tachtig procent van het ingezamelde
bedrag vloeit in de eigen clubkas.
sevenum
Nieuwjaarsconcert Unie
opmaat voor Proms
Voor het eerst sinds 2020 luidt Koninklijke
Harmonie Unie Sevenum
het nieuwe jaar weer in met een concert.
Het Nieuwjaarsconcert op 8
januari in De Wingerd heeft als thema
Circle of Life en is de opmaat naar
de grote promsconcerten op 7, 8 en 9
juli in sporthal De Kruisweide.
Naast het harmonieorkest zullen
ook de slagwerkgroep en het opleidingsorkest
van zich laten horen.
Welke zangers met de harmonie optreden,
blijft een verrassing.
Het concert begint om 14.00 uur, de entree
kost 5 euro. Kinderen tot 12 jaar gratis.
Wat is hun favoriete bezigheid?
„Sammy en Zusje zijn twee actieve,
energieke katten. Ze zijn speels en
ondernemend.”
Hebben zij minpuntjes?
„Sammy heeft de neiging om overprikkeld
te raken. Dit uit zich dan in
‘aai-agressie’. Dat wil zeggen dat
katten die van aandacht houden en
ook zelf regelmatig contact zoeken
overprikkeld raken van de aanrakingen
en vervolgens bijten of uithalen
als ze te lang geaaid worden. Dit
is op te lossen door beperkte, kortdurende
aaisessies te geven.”
Wat voor baas zoeken jullie?
„We zoeken voor hen een plek bij
mensen met kennis van katten, het
liefste zonder andere katten en/of
kleine kinderen in huis. Sammy
deelt Zusje namelijk niet graag met
andere katten.”
Dier van de week
Elke week stelt Juanita Janssen
van Dierenopvang Op de Smakterheide
een dier voor dat op zoek is
naar een nieuw thuis. Deze week
zijn dat Sammy en Zusje. Deze
twee zwartwitte poezen zoeken
samen naar een nieuwe plek. Zusje
is circa 6 maanden en Sammy circa
3 jaar oud.
Wat zijn hun leukste kenmerken?
„Sammy heeft langdurig bij ons in
het pension gezeten, wachtend op
herstel van zijn baasje. Echter blijkt
dit geen haalbare kaart en wordt er
nu een nieuwe plek voor hem gezocht.
Sammy is een vrije en ondernemende
kater. Hij is heel aanhankelijk
en gaat graag op onderzoek
uit en zo ontmoette hij Zusje. Het
was liefde op het eerste gezicht: samen
slapen, eten, spelen en staart
om staart lopen. Zusje kwam als
zwerfkat binnen in de opvang.”
Gaat jouw hart sneller kloppen van dit dier? Neem dan contact op met
Dierenopvang Op de Smakterheide, tel. 0478-639062 of via info@smakterheide.nl.
Thema van de expositie, die op 16
december wordt geopend, is de geschiedenis
van het klooster Jerusalem,
zijn bewoners en hun verbondenheid
met de Venrayse bevolking
tussen 1422 en 2022.
Het verhaal van Jerusalem begint
op kerstavond 1422. Twee vaders
willen hun vrome dochters in beslotenheid
laten leven met God en maken
zich sterk voor de komst van
een nonnenklooster in een hofstede
bij de Grote Kerk. De eerste vier
eeuwen wordt Jerusalem bewoond
door de Augustinessen. Voor hen
bestaat het leven uit bidden en werken,
vooral weven. De Ursulinen
wijden zich vervolgens aan het onderwijs
voor meisjes en hun culturele
en maatschappelijke vorming.
Jerusalem wordt een instituut waar
jonge vrouwen een rijke opleiding
krijgen.
Na de Tweede Wereldoorlog trekken
de Ursulinen zich terug uit het
onderwijs. Het klooster wordt gemeentehuis,
de school gaat uiteindelijk
opgaat in een omvangrijke fusie.
De tentoonstelling duurt tot 24 juli
2023.