MENS
Hoe is het nu met?
Marjon
Lambriks
Marjon Lambriks reisde de wereld rond en woonde in
operastad Wenen en jetset paradijs Monaco. Ze leefde
'een intensief leven' als opera en operettezangeres. De
rust keerde terug aan de zijde van haar huidige echtgenoot
Jan Martens, die zij zelf ten huwelijk vroeg 'in een boomgaard,
Voilà
8
midden in de pratsj'. Afgelopen maand verhuisde
ze, na vijftig
jaar, weer terug naar haar geboorteplaats
Valkenburg.
BESTE MEVROUW LAMBRIKS, HOE IS HET MET
U? “Heel erg goed!” Ze straalt. “We zochten eerst
in Oostenrijk, dichterbij mijn dochter Caroline.
Hadden
zelfs een appartement in Vorarlberg op het
oog. De omgeving is daar fantastisch, Oostenrijk voelt voor mij net
zo thuis als Limburg, maar een appartement? Daar was ik nog niet
aan toe! Jan speelt klarinet en saxofoon, ik piano en vaak zingen we
samen uit volle borst. We maken best wel wat lawaai, dat willen we
andere mensen niet aandoen.” Een lachsalvo klinkt door de zonnige
kamer en ze knipoogt liefdevol naar haar echtgenoot. “Mijn
dochter
opperde: ‘Mam, waarom ga je niet terug naar Limburg?
Zover is dat toch niet’!”
WAS EEN ZANGCARRIÈRE UW KINDERDROOM? “Nee, ik dacht
nooit aan zingen. Ik wilde acteren. Heerlijk, net als met carnaval:
Een ‘anger pèkske aan en de bis eemes angesj’. De eerste jaren aan
het conservatorium had ik alleen voor ogen dat dit mijn weg was
richting de naastgelegen Toneelacademie. Pas later ontdekte ik dat
mijn acteerambities perfect te combineren waren met het zingen.
Acteren ging vanzelf, om goed te leren zingen heb ik keihard
moeten
werken. Ik wist niet hoe ik mijn stem moest gebruiken.
‘Ich zóng allein mer hèl!' Af en toe gooit de mezzo sopraan spontaan
een zin zuiver en accentloos dialect ertussendoor. “Herbert
von Karajan hoorde echter wat ik in me had. Hij gaf me een kans,
maar waarschuwde me ook: ‘Ab jetzt sollst du Singen lernen’!”
STONDEN UW OUDERS ACHTER UW AMBITIE VOOR HET TONEEL?
“Zij vonden dat ik een vak moest leren. Ik zat, net als mijn oudere
zus, op het lyceum. Zij haalde vaak tienen, dus de schoolleiding
dacht: ‘Ah, nog een Lambriks’. De verwachtingen waren hoog,