Woensdag 28. 12. 2022 13
literaire hoek
Neel Doff en Stefan Brijs: twee Maaslandse zielen
Stefan Brijs (1969) brak door met De
Engelenmaker. De roman werd genomineerd
voor de Libris- en de
Ako-Literatuurprijs, maar kreeg
beide prijzen net niet. Ook dat
schept een band. In 2001 verscheen
zijn Villa Keetje Tippel, de ophef makende
geschiedenis van Keetje Tippel
en haar inmiddels vervallen buitenhuis
in Genk.
Keetje Tippel en De Engelenmaker
zijn intussen in vele talen vertaald.
Ze kregen allebei lovende kritieken.
Maar ik betwijfel het of de schrijfster
Neel Doff, als zij niet in het
Frans had geschreven, was doorgedrongen
tot het zelfingenomen Hollandse
recensentendom, dat wel
schrijvende polderdochters vereert
met vijf sterren, maar geen ongekuiste
straatmadelieven uit Limburg,
van wier diensten het bovendien
verstoken moest blijven.
In 1972 zou een straat in Buggenum
vernoemd worden naar Neel Doff.
Onmiddellijk ontstond er reuring in
de goegemeente. De clerus zweepte
de gemoederen op, want een schrijfster,
tot daaraan toe, maar een hoer,
dat kon niet! Die straat kwam er
toch. Neel Doffstraat, Buggenum.
Een adres dat stáát.
REGIO
Ze hebben elkaar nooit persoonlijk
gekend, Neel Doff en Stefan Brijs.
De een kwam uit Nederlands Buggenum,
de ander uit Belgisch Genk.
De een stierf al in 1942, de ander
moest toen nog geboren worden.
Maar in Stefan Brijs’ Villa Keetje
Tippel kwamen ze tot elkaar, de
schrijver uit Genk en de hoer uit
Buggenum. Hij wekte haar liefdevol
tot leven in het monument dat hij
voor haar oprichtte. Als de tijd het
niet verhinderd had, zouden ze elkaar
voor de voeten zijn gelopen in
Brijs’ geboortestad Genk, waar
Neel Doff vanaf 1900 een villa betrok
met haar man Georges Serigiers,
een Antwerps advocaat.
Daar schreef ze haar beroemdste
boeken: Dagen van honger en ellende,
Keetje en Keetje Tippel. In het Frans,
dat wel. Keetje Trottin.
Maar ze bleef Maaslandse, ondanks
haar omzwervingen naar Brussel
en Antwerpen. Ze voelde zich meteen
thuis in Genk. En Brijs, ook
Maaslander, voelde zich aangetrokken
door de Nederlandse van over
de Maas, eertijds zelfs zijn stadgenote.
Allebei Limburger. Als de
grootmachten in 1839 niet anders
hadden beslist, hadden zij in dezelfde
provincie geleefd. Maar in 1839
werd de Maas de grens.
De Maas was nooit een grensrivier
geweest, zij was een waterweg
waarover handelswaar werd aangevoerd.
En ineens scheidde ze wat
niemand ooit wilde scheiden.
Neel Doff groeide op in Buggenum
in ‘honger en ellende’, met een alcoholische
vader en een moeder die
haar de prostitutie in dwong. In een
poging om het ‘lompenproletariaat’
te ontvluchten, verhuurde Neel zich
als model aan beeldhouwers en
kunstschilders en via beroemde
schilders als James Ensor en Felicien
Rops maakte zij haar entree in
‘hogere kringen’, waar ze een grande
dame werd.
Uiteindelijk trouwde ze met Georges
Serigiers en betrok ze met hem
de villa in Genk. Daar brachten spelende
straatbengeltjes herinneringen
boven aan haar ellendige jeugd
en begon ze die herinneringen op te
schrijven. Jours de famine et détresse
maakte haar op slag beroemd. De
Prix Goncours liep ze op het nippertje
mis: één stem tekort! In lichtvoetige
stijl ellende beschrijven, dat
was haar kracht. Maar de jury lette
meer op haar afkomst…
In de Literaire Hoek besteden
verschillende Limburgse auteurs,
verenigd in de Werkgroep Limburgse
Schrijvers, wekelijks aandacht
aan lezen en literatuur in Limburg.
Vandaag: Piet Poell over Neel Doff
en Stefan Brijs.
Neel Doff. Foto Stichting
Nederlands Literatuur
museum Den Haag
DOOR PIET POELL
AUTO
Autotest
BMW 3-serie LCI: opgeruimd staat netjes
Life Cycle Impuls krijgt-ie altijd een
aantal extra opties mee, zoals airconditioning
met drie zones, Park Distance
Control met sensoren vóór en
achter, en een automatisch dimmende
binnenspiegel.
Eindoordeel
BMW heeft relatief weinig veranderd
aan de 3-serie. Meer was ook
niet nodig. De premium-Duitser is
nog steeds een van de bestrijdende
grote middenklassers op de markt,
met een uitgebreid motorenprogramma
om uit te kiezen. Het nieuwe
dashboard is fraai en werkt prima. Is
het beter dan wat de 3-serie eerst
had? Nee, niet echt.
SPECIFICATIES
BMW M340i xDrive
Prijs: € 85.299
Topsnelheid: 250 km/h
Acceleratie 0-100 km/h: 4,4 s
Gem. WLTP-verbruik: 1 op 12,8
CO2-emissie: 177 g/km
Motor: zes-in-lijn, 2998 cm3, turbo
Max. vermogen: 374 pk
(275 kW)/5500-6500 min-1
Max. koppel: 500 Nm/
1900-5000 min-1
Transmissie: automatische achtbak,
voor en achter
Massa leeg: 1725 kg
Alle gegevens zijn fabrieksgegevens
en 2-serie Active Tourer is dat die
geen iDrive-controller meer op de
middentunnel hebben. BMW kiest
daarvoor in kleinere modellen, waarin
de bestuurder gemakkelijk bij het
touchscreen kan. Een fysieke draai-
en drukknop is dan niet meer nodig,
vindt de fabrikant. Maar daar zijn wij
het niet helemaal mee eens. De 3-serie
heeft de controller nog wel en dat
is erg handig. Het grote scherm van
BMW werkt goed. Je kunt swipen en
klikken dat het een lieve lust is, het
multimediasysteem houdt je bij en
hoeft nergens lang over na te denken.
Onderweg geven we echter de voorkeur
aan de vertrouwde iDrive-controller.
Je kunt je rechterarm ontspannen
op de middensteun leggen
en intuïtief schuiven en draaien.
Die arm heeft verder weinig te zoeken
op de middenarmsteun, overigens,
want er is geen schakelpook om
naar te grijpen. BMW past op iedere
uitvoering een achttraps Steptronicautomaat
toe; een uitstekende transmissie,
die soepel, snel en schokvrij
van verzet naar verzet springt. Je zet
de automaat in D of R met een tuimelschakelaar.
En dan hebben we de nieuwigheden
gehad, want motorisch blijft alles hetzelfde.
Er is dus nog steeds veel keuze:
uit vier benzinemotoren, vijf diesels
en twee plug-in hybrides. Tijdens
de persintroductie had BMW voor
BMW M340i
xDrive LCI.
Foto BMW Group
ons de lekkerste klaargezet: de
M340i xDrive. Een soort M3 light,
met een 3,0-liter twinturbo zes-in-lijn
en 374 pk. Maar er zijn verstandigere
opties, zoals de 320e en 330e. Het zijn
stekkerhybrides, die een viercilinder
met turbo koppelen aan een elektromotor.
De 320e is 204 pk en 350 Nm
sterk, haalt een elektrische actieradius
van maximaal 62 kilometer en
lacht ook zelf hard om zijn WLTP-verbruik
van 1 op 77. Dat theoretische cijfer
geeft BMW eveneens op voor de
330e, die uit zijn aandrijflijn 292 pk en
420 Nm trekt. De BMW 318i kost
50.108 euro. Voor 1000 euro meer heb
je al de efficiëntere 320e.
Welke 3-serie het ook wordt, na de
Bestaat er zoiets als een najaarsschoonmaak?
Want BMW is de
laatste tijd flink aan het poetsen
geweest. De gefacelifte 3-serie
staat er schoon geschoren bij,
maar mist in het interieur ineens
allerlei knopjes. Per ongeluk
opgezogen?
Door Remco Slump
Vóór ons staat de 3-serie LCI, zoals
BMW dat zegt: de Life Cycle Impulse.
Is hij gelijk te herkennen als gladgestreken
nieuweling? Moeilijk, want
de veranderingen zijn subtiel: lichtunits
met een andere indeling, gewijzigde
bumpers en nieuw ontworpen
lichtmetalen wielen. Kleine modificaties,
die meer zijn dan de som der delen,
want de opgewaardeerde 3-serie
oogt werkelijk cleaner dan eerst.
Rigoureuzer zijn de BMW-ontwerpers
te werk gegaan in het interieur.
De onder een overkapping geplaatste
digitale cockpit is weg, evenals het
losse infotainmentscherm boven op
de middenconsole. Ervoor in de
plaats komt een langwerpige ‘plank’
met achter glas twee displays: een digitaal
instrumentarium en het touchscreen
van het infotainmentsysteem,
dat licht naar de bestuurder toe is gedraaid.
Het aantal fysieke knoppen is
met meer dan de helft afgenomen.
Het grote verschil met de nieuwe X1
Kijk voor meer autonieuws ook op
» delimburger.nl/economie/auto