Woensdag 17. 01. 2024 13
AUTO
literaire hoek
DOOR TON VAN REEN
Volksverhalen gingen
vroeger van oor tot oor
Autotest
Toyota C-HR: schreeuwen tussen schreeuwers
goede aanvulling in het degelijke Toyota
programma. Leuker en dynamischer
dan een Corolla Cross, maar
wel minder praktisch. Er is nog altijd
een grote markt voor de vlotter gelijnde
C-HR, alleen staan er veel meer
kramen met aanbieders. Hij zal harder
dan voorheen moeten schreeuwen
tussen alle schreeuwers.
Eindoordeel
Een strak rijdende, zuinige crossover
die zich met zijn uiterlijk moet onderscheiden
in het brede aanbod aan Toyota’s.
Voor als niet alles draait om
laadvolume of ruimte op de achterbank.
SPECIFICATIES
Toyota C-HR 2.0 Plug-In Hybrid
Prijs: 37.295 euro
Topsnelheid: 180 km/h
Acc. 0-100 km/h: 7,3 s
WLTP-verbruik gem.: 0,8 l/100 km
CO2-emissie: 19 g/km
Accucapaciteit: 13,6 kWh
Elektr. actieradius (WLTP): 66 km
AC-laden: 3,3 kW
Motoren: vier-in-lijn, 1.987 cc,
synchroonmotor met permanente
magneet
Max. systeemvermogen: 223 pk (164 kW)
Max. systeemkoppel: 208 Nm
Transmissie: continu variabele
transmissie
der meer de airconditioning, het multimediasysteem,
een uitgebreid veiligheidspakket,
zachte kunststoffen
boven kniehoogte en een nette afwerking.
De voorstoelen hebben een korte
zitting, maar bieden een hoge zitpositie
en het zicht naar voren is
goed. Over de rechterschouder is dat
nog altijd vrij beroerd door de forse
coupé-achtige C-stijl. De achterbank
staat vrij laag en heeft ook een korte
zitting, maar met een lengte van 1,80
meter hou je vijf centimeter over voor
knieën en hoofd als de bestuurder dezelfde
lichaamsbouw heeft. Vooral de
ruimte tot het dak is toegenomen,
doordat dit van glas is. De inhoud van
de kofferbak zal net als voorheen
rond de 380 liter zijn. Fors minder
dan een Corolla Cross en dat geldt
ook voor de ruimte op de achterbank.
De motoren uit zijn voorganger zijn
opgewaardeerd naar de specificaties
van de Corolla. Dat resulteert in een
1.8 Hybrid met 140 pk en een 2.0 Hybrid
met 197 pk, uiteraard met een
continu variabele transmissie. Van de
Prius komt daar de stekkerhybride
met 223 pk nog bij. Die C-HR heeft de
accu van 13,6 kWh onder de achterbank,
waarmee een kilometer of zestig
puur elektrisch gereden kan worden.
Alleen de plug-in hybride was beschikbaar
en daarmee blijkt de C-HR
royaal gemotoriseerd. Hij rijdt tot 80
km/h hoofdzakelijk elektrisch en pas
daarboven komt de benzinemotor geregeld
bijspringen om aan de vraag
van de rechtervoet te voldoen. Trek
je vol gas weg bij een stoplicht, dan is
100 km/h in acht tellen haalbaar. De
verdere rijervaring lijkt erg op die
van de andere Toyota-modellen,
maar in vergelijking met de Corolla
Cross is het allemaal een stuk strakker.
De koets krijgt minder de kans
om te rollen. Hij stuurt gewoon fijn en
laat voelen wat de voorbanden meemaken.
In vergelijking met zijn voorganger
zijn de veren iets zachter voor
meer comfort en de stabilisatoren
iets dikker om rollen tegen te gaan. Al
met al is de nieuwe C-HR niet zo vernieuwend,
maar is het wederom een
Toyota C-HR.
Foto Toyota
De C-HR gaf Toyota ooit kleur op de
wangen, maar dat effect zal bij
deze tweede generatie minder
sterk zijn.
Door Peter Hilhorst
De C-HR was de grote concurrent
van de Nissan Juke en heeft het
TNGA-platform als basis, dat in 2015
met de vierde generatie Prius werd
geïntroduceerd. De nieuwe staat op
een doorontwikkeling van die bodemplaat.
Tijdens onze test konden
we alleen met gecamoufleerde exemplaren
rijden. De basisprijs ligt rond
37 à 38 mille voor een SUV die tussen
de Cross-varianten van de Yaris en de
Corolla in valt. Met een lengte van
4,36 meter is hij drie centimeter korter
dan voorheen, terwijl de wielbasis
onveranderd is. De naakte carrosserie
is van neus tot B-stijl exact hetzelfde
als bij zijn voorganger. Met dezelfde
ophangpunten als voorheen, maar
op sommige delen wel van robuuster
staal. Het koetswerk is duidelijk een
vertegenwoordiger van de nieuwe
designtaal van Toyota, met C-vormige
dagrijverlichting, scherpe vouwen,
verzonken deurgrepen en een
led-strip over het achterwerk.
In het interieur weet hij zich minder
sterk van andere Toyota’s te onderscheiden.
Dat betekent veel fysieke
knoppen voor de bediening van on-
Kijk voor meer autonieuws ook op
» delimburger.nl/economie/auto
REGIO
schap Heksendans uit Kessel bij de
oven liggen en hinderen de bakker bij
zijn werk.
In Meijel werd een soortgelijk verhaal
verteld over de vrouw van een molenaar
die in een lange nacht de maalstenen
aan het scherpen was. Dat
deed hij altijd ’s nachts, als de molen
stilstond. Onverwacht kwam er een
zwarte kat binnen, ze streek langs zijn
benen en sprong een paar maal op de
molensteen. Hij joeg haar weg, maar
ze bleef steeds hinderlijk op de molensteen
springen die hij aan het scherpen
was en speels naar de moker grijpen.
Hij werd kwaad en sloeg haar
met de moker. Krijsend vloog ze de
molen uit. Toen hij pas tegen de ochtend
naar bed ging, lag zijn vrouw met
verband om haar handen te kermen
van pijn. Toen begreep hij dat zijn
vrouw een heks was.
In Panningen werd zo’n verhaal verteld
over de vrouw van een smid.
In veel verhalen speelden zwarte katten
een hoofdrol. Ze worden niet meer
verteld. Ze zijn bijna vergeten. Maar
gelukkig hebben onder meer pastoor
H. Welters (Spaubeek), Piet Abrahams
(Nunhem), Graad Engels (Helden),
Leo Janissen (Stramproy) en
Jef Leunissen (Maastricht) ze bijgezet
in boeken.
In de literaire wereld wordt nogal
minnetjes gedaan over volksverhalen,
de verhalen van de straat, de verhalen
van de vertellers die losjes waren
gebaseerd op wat ooit in de eigen
omgeving echt was gebeurd. Van dorp
tot dorp waren ze ongeveer hetzelfde,
vaak een beetje anders ingekleurd,
met andere hoofdpersonen, met andere
nukkigheden. Herkenbare mensen,
liefst uit eigen dorp of gehucht.
Elk dorp had een aantal vertellers, de
schrijvers zonder pen en papier. En
dan waren er nog de kooplieden die
rondtrokken met hun waren en vaak
ook het talent van vertellen bezaten.
Ze gebruikten het om volk te verzamelen
en tussen het vertellen door
hun waren te verkopen. De dorpsvertellers
zaten gewoonlijk op de bank
voor hun huis en de buurtgenoten verzamelden
zich rond hen. In de winter
zaten ze bij de haard. Ze vertelden de
verhalen van generatie op generatie
door, van oor tot oor. Het was ook helemaal
niet gek als een toehoorder zijn
eigen versie van het verhaal begon te
vertellen, dat hij hier of daar op een
kermis of in een kroeg in een naburig
dorp had gehoord.
Hier volgt een zo’n verhaal dat in elk
dorp wel toepasbaar was. Zo was er
een bakker in Kessel die het erg druk
had en in de dagen voor Kerstmis tot
diep in de nacht doorwerkte. Rond
middernacht kwam er een zwarte kat
binnen, streelde spinnend langs zijn
benen en ging bij de warme oven liggen.
Maar de kat kwam steeds vaker
langs zijn benen kroelen. Toen hij een
keer over haar struikelde en een verse
vlaai uit zijn handen liet vallen werd
hij boos, pakte een pan met kokend
water en gooide die naar de kat. Briesend
van pijn en woede verdween ze.
Toen de bakker laat in de nacht ging
slapen, vond hij zijn vrouw in bed met
brandwonden. Dus zij was het geweest
die hem als kat gezelschap had
willen houden. Hij begreep dat ze een
heks was en joeg haar voorgoed de
deur uit. Daar deed hij geen goed aan.
Hij vergat dat zijn vrouw veel van hem
hield en hem graag gezelschap had
willen houden. Maar dan had ze hem
toch ook kunnen helpen bij zijn werk?
In een variant van het verhaal komen
zeven zwarte katten uit de buurt-
In de Literaire Hoek besteden
verschillende Limburgse auteurs,
verenigd in de Werkgroep Limburgse
Schrijvers, wekelijks aandacht
aan lezen en literatuur in Limburg.
Vandaag: Ton van Reen over
volksverhalen.