Woensdag 14. 02. 2024 5
horst/panningen
Gedraag Ow
komt met
lespakket
Als vervolg op de documentaire
‘Gedraag Ow’ komt de vriendengroep
van Guus Janssen binnenkort
met een lespakket voor
scholen.
venray
Ruim 1500 pakken
koffie voor Voedselbank
Lionsclub Venray Peelparel heeft dit
jaar bijna 750.000 Douwe Egbertspunten
ingezameld voor de voedselbank.
De opbrengst is goed voor
ruim 1500 pakken koffie.
De spaarpunten werden in december
gedoneerd door klanten van
bouwmarkten en supermarkten in
Venray, Ysselsteyn, Wanssum, Overloon,
Horst, Vierlingsbeek en Sevenum.
Tegelijkertijd deed de Venrayse serviceclub
een oproep om oud en
vreemd geld in te leveren. In de verzamelboxen
werd ruim twintig kilogram
aan munten en papiergeld gedeponeerd.
Elke kilo is, inclusief een
premie van Wilde Ganzen, goed voor
vijftig euro oftewel drie oogoperaties
in arme derdewereldlanden.
REGIO
COLOFON
Advertenties VIA Venray
André Wagemans
E Andre.wagemans@mediahuislimburg.nl
T 06-55853951
I www.mediahuislimburg.nl
Redactie
E noord-midden@delimburger.nl
t.a.v. VIA weekkrant
I www.limburger.nl/via
Mediahuis Limburg
Kazernestraat 17
5928 NL Venlo-Blerick
T. 088 - 82 45 000
horst
Telling slaapplaatsen
ransuilen in tuinen
Vogelwerkgroep ’t Hökske roept inwoners
van Horst aan de Maas op
om te kijken of er in hun tuin ransuilen
zitten te slapen.
Doel is om de populatie van deze
roofvogelsoort in kaart te brengen,
nu er aanwijzingen zijn dat het aantal
ransuilen in ons land gestaag afneemt.
Ze overwinteren doorgaans
in kleine groepen en zoeken vaak de
beschutting van woonwijken op.
Slaapplekken zijn herkenbaar aan
grote hoeveelheden braakballen en
witte poepplekken onder naaldbomen.
De uilen verblijven tot eind februari
op, meestal, een vaste plek.
Daar ze gewoonlijk net na zonsondergang
uitvliegen, is dat het beste
moment om de vogels te tellen.
Waarnemingen kunnen worden gemeld via
info@vogelwerkgroephokske.nl.
De ransuil.
Archieffoto john peters
maasbree
Lotte kon niet wachten om
eindelijk bloed te geven
maar doen’. Ze was vastbesloten en
heeft er toen ze 10 of 11 was op school
nog een spreekbeurt over gegeven.”
Lotte moet lachen als ze terugdenkt
aan de reactie van haar klasgenootjes.
‘Ieeuw’, riepen ze allemaal,
‘bloed!’ Ik snapte daar niks van.”
De tiener keek verlangend uit naar
de dag waarop moeder Dorris, werkzaam
bij Sanquin, haar de eerste halve
liter bloed zou aftappen. „Ze wilde
wel perse door mij geprikt worden,
dat was een voorwaarde. Sindsdien
is het een familiedingetje, iets wat we
als moeder en dochter samen doen
om anderen te helpen.”
Lotte is niet de enige die ermee opgroeide.
„We zien bij de bloedbank
wel vaker donoren die hun kinderen
of kleinkinderen meenemen. De eerste
keer vinden ze het best spannend,
daarna niet meer.”
Prikangst is drempelvrees nummer
één. „Eén op de vijf mensen is bang
voor naalden. Het is de eerste vraag
die mij wordt gesteld als ik voorlichting
geef op middelbare scholen:
‘hoe groot is die naald?’. En of je ervoor
betaald krijgt. Het antwoord is
nee. Dan zouden we immers het risico
lopen dat mensen het intakeformulier
niet eerlijk invullen.”
Lotte Krebbekx laat zich
het liefst prikken door
haar moeder Dorris.
Foto louisa vergozisi
In het gastenboek van Sanquin valt
te lezen dat het allemaal heel erg
meevalt. „Nieuwe donoren schrijven
ook vaak hoe trots ze op zichzelf
zijn”, weet Lotte. „Ik heb dat gevoel
nog iedere keer. Elke donatie helpt
drie mensen. Wat zou je je dan druk
maken om een beetje prikfobie.”
De studente uit Maasbree laat zich
daarom graag als ambassadrice
voor het karretje spannen. Moeder
Dorris loopt al langer voorop met donorwerving.
„De behoefte is groot.
De kans dat jij of ik in ons leven bloed
of plasma nodig hebben, is één op
vier. Hier in de regio Venlo hebben
we zo’n 5500 donoren, ongeveer net
zoveel als in Maastricht. Heerlen
volgt met 4400, daarna Roermond
en Sittard met 3500. Elke maand komen
er nieuwe bij, maar jaarlijks vallen
er landelijk ook weer 50.000 af.
Dat is ongeveer één achtste van het
totaal.”
Lotte geeft driemaal per jaar bloed.
„Mannen mogen vijf keer. Het stelt
echt niks voor. Je zit tien minuutjes
in de stoel en staat binnen drie kwartier
weer buiten. Kleine moeite voor
een goed doel.”
Meer informatie op www.sanquin.nl.
Wat ze later wilde worden als ze
groot was? Lotte Krebbekx uit
Maasbree wist het op haar zesde
al. Bloeddonor! Ze kon niet wachten
om geprikt te worden.
Door Marcel van Lier
Het was het eerste wat ze deed op
haar achttiende verjaardag. De familie
die kwam feliciteren, moest
maar even wachten. Lotte Krebbekx
liet haar visite achter in de woonkamer
om zich als bloeddonor in te
schrijven bij Sanquin. Daar had ze
immers haar hele jonge leven al naar
uitgekeken. Bloed doneren was voor
de nu 22-jarige biologiestudente als
kind al de doodnormaalste zaak van
de wereld. Haar vader deed het en
haar moeder ook, tot ze van Lotte beviel.
„Dat dreigde even mis te gaan”,
zegt Dorris Krebbekx. „Ik had dringend
een bloedtransfusie nodig.
Daarna mocht ik geen bloed meer
geven, omdat mijn lichaam antistoffen
had aangemaakt.”
Lotte zag als jong meisje hoe donorbloed
ook haar zieke opa hielp. „Ik
weet nog goed dat ze op een dag tegen
me zei: ‘mam, door mij mag jij
geen bloed meer geven, dus ga ik het
De vrienden van de tijdens carnaval
2022 doodgestoken Horsternaar
wil de documentaire, die vorige
maand ruim negenduizend bioscoopbezoekers
trok, ook op scholen
in de regio gaan vertonen en gaat
hiervoor een lespakket samenstellen.
Vooruitlopend hierop hebben
ze onlangs bij enkele scholen, horecazaken
en bij DOK6 in Panningen
de Kletspot afgeleverd. Deze pot is
gevuld met vragen die bedoeld zijn
om de dialoog met jongeren en jongvolwassenen
over de impact van
zinloos geweld te openen en levendig
te houden. Ouders en vrienden
van Guus hopen hiermee te voorkomen
dat de geschiedenis zich herhaalt.
Er zijn twee Kletspotten ontwikkeld,
voor de jeugd en voor volwassenen.
De laatste is multifunctioneel inzetbaar,
onder meer in cafés en bedrijven
maar ook bij vriendengroepen
en gezinnen.
Meer info staat in de webshop van #GedraagOw.
De gemeenten Horst aan de Maas
en Peel en Maas ondersteunen het project.
‘Aswoensdaag, alles is veurbeej’
pleinen waar drie dagen lang het leven
duchtig werd gevierd, krijgen
een grondige poetsbeurt. Bonte,
soms kunstige raamschilderingen
op caféruiten worden meedogenloos
met een spons en zeem weggeveegd.
Slingers, maskers en ballonnen
verdwijnen op zolder of in de
prullenbak. Het pèkske, dat voelde
als een tweede huid, gaat, nadat het
ter opfrissing buiten heeft gehangen
of een gang naar de stomerij
heeft gemaakt, terug in de alde kleierkas.
Lege vaten en kratten zijn de
laatste overblijfselen van een Party
ohne Ende die toch niet oneindig is,
zo blijkt elk jaar weer.
Wat rest, zijn het askruisje en de haring.
Hiëringschelle is een traditie die
voor de diehard carnavalist het einde
van het ‘vijfde seizoen’ markeert.
Memento, homo, quod pulvis es, et in
pulverem reverteris. In het Nederlands
vertaald is dit wat de priester
in de kerk uitspreekt als hij het askruisje
op het voorhoofd zet: ‘Gedenk,
mens, dat je stof bent en tot
stof zult wederkeren.’ Het verklaart
het gebruik van as dat in deze zin
staat voor de vergankelijkheid van
het leven, en van vastelaovend.
Een tijd van bezinning en onthouding
breekt aan. Maar niet voordat
onder het genot van, vooruit, nog ein
glaeske beer, nog eenmaal is geproost
op dae sjoëne dan wel schoëne
vastelaovend. Op de elfde van de elfde
zeen weej ós weer!
Aswoensdag. Voor velen een dag
als iedere andere. Voor verstokte
carnavalisten de onvermijdelijke
dag van het zwarte gat.
Straks is ‘t weer Aswoensdaag, is alles
veurbeej. Giel Geurts en Tiny Hofman
vertolkten het melancholieke
gevoel van Aswoensdag in 1975 voor
het eerst. Het van oorsprong Blerickse
nummer, dat het einde van de
vastelaovend en het begin van de
vastentijd bezingt, is sindsdien uitgegroeid
tot een klassieker. Een lied
dat vrijwel elke Limburgse carnavalsvierder
kan meezingen, maar
liever niet wil horen.
Aswoensdag, de dag van de grote
schoonmaak. Kroegen, zalen en
Grote schoonmaak in de kroeg. Archieffoto john peters