Woensdag 17. 04. 2024 11
lottum/grubbenvorst
Lottum/GFC’33-hoofdtrainer Stan
Theeuwen puzzelt er wekelijks op los
Het is altijd puzzelen geblazen voor
Lottum/GFC’33-coach Stan
Theeuwen. „Voor de wedstrijd komende
zondag heb ik op dit moment
precies elf spelers.”
Hoe Theeuwen de reservebank gevuld
gaat krijgen, weet hij nog niet.
Mogelijk komt er hulp vanuit de
jeugdafdeling of één van de lagere
elftallen. Dat weet hij op zijn
vroegst zaterdag. „Toen we vorige
week tegen IVO speelden werd het
pas vlak voor de wedstrijd duidelijk
dat ik voldoende spelers had om te
voetballen.”
Blessures
Het is dus niet eenvoudig, hoofdtrainer
zijn van de fusieclub. Lottum/
GFC’33 heeft geen prestatief
tweede elftal. „We hebben afgelopen
zondag een aantal jongens van
het zesde elftal mee laten doen. Die
hoefden zelf niet te spelen.”
Met succes, want er werd met 4-3
de vierde klasse F, met zeventien
punten na negentien wedstrijden.
Dat zijn er evenveel als hekkensluiter
DEV Arcen en eentje minder
dan nummer tien Merselo. Het is
dus enorm spannend onderin.
Winnen
Merselo en Lottum/GFC’33 staan
zondag tegenover elkaar. „We hebben
maar één opdracht: winnen om
uitzicht te behouden op lijfsbehoud.”
Toch is een degradatie naar vijfde
klasse geen regelrechte ramp voor
de club, omdat Theeuwen dan zeker
weet dat hij met het eerste elftal
verder kan.
„Als we in de vierde klasse blijven,
moeten we nog maar zien of we een
representatief elftal op de been
kunnen krijgen voor het nieuwe seizoen.”
Theeuwen begon de jaargang met
twintig spelers voor het eerste elftal.
„Het bleek al snel dat er maar
zestien jongens goed genoeg waren
voor het eerste elftal.”
Een groot gedeelte kijkt momenteel
geblesseerd toe. De komende dagen
moet Stan Theeuwen de rest fit
houden en hopen dat hij nog hulp
krijgt van andere teams. Misschien
dat het zesde elftal nog wat spelers
over heeft.
Een gevecht tegen degradatie is
niet de grootste zorg voor de
hoofdmacht van Lottum/GFC’33.
Hoofdtrainer Stan Theeuwen moet
iedere week een schietgebedje
maken met de wens om over
genoeg spelers te beschikken.
Door Qasim Hakim
SPORT
gewonnen van subtopper Ysselsteyn.
Theeuwen kon maar over
acht van zijn eigen spelers beschikken.
„De rest is geblesseerd. Ik blijf
toch positief, want het is ons nog iedere
week gelukt om te voetballen.
We presteren ook beter. In de laatste
zes wedstrijden hebben we
Stan Theeuwen. Foto Lottum/gfc’33
meer doelpunten gemaakt dan in de
eerste dertien duels.”
Lottum/GFC’33 is terug te vinden
op de elfde (één na laatste) plaats in
van nul tot nu
Door jan strijbos
REGIO
Conflict tussen buurdorpen om Klein Oirlo
De strijd spitste zich toe op de
schoolgaande kinderen uit Klein
Oirlo, die verplicht werden in Oirlo
naar school te gaan. De buurtschap
hoorde bij de parochie Oirlo, maar
de meeste inwoners gingen liever in
Castenray naar de kerk en stuurden
hun kroost ook daar naar school.
Kapelaan Gerards uit Oirlo, die rector
van Castenray was, vond dat
geen probleem. Hij had er geen belang
bij dat de kinderen uit Klein
Oirlo in Oirlo naar school zouden
gaan. Dat veranderde toen hij in
1925 tot pastoor werd benoemd. Als
voorzitter van het kerkbestuur had
Gerards voortaan het recht te eisen
dat de kinderen uit zijn parochie in
Oirlo naar school zouden gaan. Hij
gaf rector Mulder van Castenray
dan ook opdracht de jeugd van Klein
Oirlo terug te sturen naar Oirlo. Dat
was behoorlijk tegen het zere been
van hun ouders, die het nota bene
berichten uit Castenray ook het bisschoppelijk
paleis en langzaam begon
het bij Mgr. Lemmens door te
dringen dat er iets moest gebeuren.
De bisschop meende in 1933 het conflict
in één keer de wereld uit te helpen
met de vaststelling van de parochiegrenzen.
Klein Oirlo werd in de
lengte doormidden gesneden. De
zuidkant kwam bij Castenray, het
noorden bij Oirlo. Dit Salomonsoordeel
leek een mooi compromis, maar
in de praktijk functioneerde het
niet. De kinderen uit Klein Oirlo
misten op school de omgang met
hun buurtgenootjes. Het gemeenschapsgevoel
kwam in het gedrang,
wat zich uitte op communiefeestjes,
bij het vormsel en bij de plechtige
communie. Ook de volwassenen
hadden minder contact met elkaar
en dat had vergaande gevolgen op
het gebied van burenhulp.
In 1952 legde pastoor Gerards zijn
priesterambt neer. Hiermee was de
angel uit het conflict gehaald en ontstond
er weer ruimte voor discussie
over samenvoeging van Klein Oirlo
met Castenray. Pas op 31 januari
1960 maakte Mgr. Moors definitief
een einde aan de spanningen tussen
Oirlo en Castenray, die ruim dertig
jaar hadden voortgeduurd. Klein
Oirlo kwam in zijn geheel bij Castenray.
Beide buurdorpen konden gaan
werken aan het normaliseren van
de onderlinge verstandhouding.
mede financieel mogelijk hadden
gemaakt dat Castenray sinds 1922
beschikte over een eigen school.
Omdat de school volledig afhankelijk
was van de kerk, ontstond het
idee om in Castenray weer een
openbare school te stichten, waar
de pastoor geen enkele zeggenschap
zou hebben. Alle Castenrayse
ouders moesten dan middels een
handtekening bekrachtigen, dat ze
hun kinderen ook daadwerkelijk
naar die school zouden sturen. Verschillende
ouders hadden echter zoveel
ontzag voor de kerk en de pastoor,
dat ze hiervoor terugschrokken,
waardoor het plan niet van de
grond kwam.
De gemeentelijke overheid en ook
de hoofden der scholen speelden in
het hele conflict geen rol van betekenis.
De leerkrachten liepen aan de
leiband van de Oirlose pastoor. Niettemin
bereikten enkele negatieve
Castenray en Oirlo hebben al vele
jaren een prima verstandhouding,
maar dat was niet altijd zo. Een
conflict om de buurtschap Klein
Oirlo zorgde jarenlang voor
tweespalt tussen de buurdorpen.
Na de zondagse hoogmis groepten
mokkende kerkgangers samen en
ook in de Castenrayse dorpscafés
– toen nog vier in getal – liepen de
gemoederen na het zoveelste
citroentje met suiker hoog op.
Kerkmeester Kobus Geurts staat in 1934 de kinderen op te wachten die op last van pastoor Gerards uit de
Castenrayse school verwijderd werden en naar de school in Oirlo moesten. Foto archief heemkunde castenray