Woensdag 07. 06. 2023 REGIO 13
in de katholieke leer en dienstbaar
aan de gemeenschap.
De bekendste Limburgse priesterschrijver
is ongetwijfeld de in Sittard
geboren Jacques Schreurs (1893-
1966). Hij is zowel dichter, romanschrijver,
biograaf als toneelschrijver.
In zijn prozawerk kiest hij de kant
van de sociaal zwakkeren en probeert
hij hun lot te verbeteren. Heel
duidelijk gebeurt dat in de zeer succesvolle
driedelige Kroniek eener Parochie
(1941, 1947 en 1948), waarin hij
zijn tussen 1923 en 1936 opgedane ervaringen
als kapelaan in de Sittardse
wijk Overhoven verwerkt. Lof krijgt
hij ook voor zijn poëzie (hij wordt ‘de
kleine Gezelle’ genoemd) en zijn toneelspelen.
Zijn passiespel Van Gabbatha
tot Golgotha wordt tientallen jaren
opgevoerd in Tegelen.
Dan zijn er nog de geestelijken die
zich bezighouden met volkskunde.
Priester Gerard Welters (1839-1887)
verzamelt de Limburgse legenden,
sagen, sprookjes en volksverhalen (2
delen, 1878) en legt de Feesten, zeden,
gebruiken en spreekwoorden vast
(1880). Om zo de lezers duidelijk te
maken dat het katholieke karakter
van Limburg een historisch fundament
heeft. Venlonaar Jos Schrijnen
(1869-1936) doet dat wetenschappelijker
in zijn Nederlandsche Volkskunde
(1915).
Alles uit liefde voor God.
literaire hoek
Schrijven uit liefde voor God
In de decennia die volgen doen dat in
Limburg onder anderen Marie Koenen
en Felix Rutten. Maar dus ook
priester-schrijvers, zoals de in Maastricht
geboren Hilarion Thans (1884-
1963). Hij debuteert in 1913 met de poëziebundel
Omheinde hoven, waarin
hij niet alleen dicht over zijn ervaringen
met de ziekte tuberculose maar
tevens van zijn grote liefde voor God
getuigt. Dat laatste blijft hij doen in de
poëzie die volgt.
Religieuze poëzie schrijft ook de uit
Maastricht afkomstige priester
Chrétien Mertz (1883-1931). Hij publiceert
vooral gelegenheidsgedichten
waarmee hij de katholieke zaak promoot
en nogal brave missiespelen.
Iets anders doet pater Maurits Molenaar
(1886-1969), die oorspronkelijk
uit Sneek komt maar een groot deel
van zijn leven in Sittard-Overhoven
woont. Hij houdt zich vanaf 1925 vooral
bezig met het schrijven van heiligenlevens.
Omdat hij de heiligen niet,
zoals voor die tijd gebeurt, de hemel
in schrijft, maar de feiten laat spreken,
wordt hij gezien als de vernieuwer
van de hagiografie. Hij behoort
daarnaast tot de oprichters in 1922
van het katholieke culturele tijdschrift
Roeping. Dat biedt een podium
aan een nieuwe generatie katholieke
kunstenaars, die de vorige gezapigheid
verwijt. Er moet een nieuwe katholieke
kunst komen, diep geworteld
In de Literaire Hoek besteden
verschillende Limburgse auteurs,
verenigd in de Werkgroep Limburgse
Schrijvers, wekelijks aandacht aan
lezen en literatuur in Limburg.
Vandaag: Adri Gorissen over Limburgse
geestelijken in de literatuur.
Bijdragen aan een geheel eigen katholieke
literatuur. Dat is de belangrijkste
drijfveer voor de meeste Limburgse
geestelijken die in de jaren
van het Rijke Roomse Leven, zo tussen
1870 en 1950, de pen ter hand nemen.
Maar er zijn er ook die met hun
werk willen aanzetten tot vernieuwing
in de katholieke kerk of een socialere
opstelling van de religieuze leiders.
Of die er gewoon lol in hebben.
De katholieke kerkleiders zien in de
tweede helft van de negentiende
eeuw grote gevaren voor de gelovigen
in het lezen van ‘goddeloze literatuur’.
Het is een stempel dat vooral op
uit Frankrijk en Duitsland afkomstige
boeken wordt gedrukt. Bijvoorbeeld
het werk van de Fransman
Émile Zola, die zich afzet tegen de romantische
literatuur van de decennia
ervoor, en vooral over gewone mensen
en hun maatschappelijke problemen
schrijft.
Er moet een tegenwicht komen tegen
deze verderfelijke lectuur vinden de
katholieke leiders en dus wekken ze
hun schrijvers op daarvoor te zorgen.
Jacques Schreurs.
Archieffoto
Jac. Vinken, Nuth
DOOR ADRI GORISSEN
AUTO
Autotest
Audi Q8 e-tron 55: verschil zit in wat je niet ziet
euro kostende optie, die we iedereen
zouden afraden: virtuele buitenspiegels.
De kleine cameraatjes geven de
Q8 e-tron een iets gunstigere stroomlijn,
maar voegen verder niks toe.
Onderhuids heeft Audi de Q8 e-tron
grondiger aangepakt. Het instapmodel
van de reeks, de 50, heeft niet langer
een 71 kWh-batterij, maar eentje
met 95 kWh. Daardoor springt zijn
actieradius in één keer van 336 kilometer
naar maar liefst 488 kilometer.
Althans, als je kiest voor de reguliere
Q8 e-tron. De Sportback heeft een betere
stroomlijn en haalt zelfs 505 kilometer
op een acculading. Bovendien
is de Q8 e-tron 50 sterker geworden.
Zijn twee elektromotoren hadden
een systeemvermogen van 313 pk en
gaan nu naar 340 pk. Op de sprint van
stilstand naar 100 km/h scheelt het
bijna een seconde. Al na 6 seconden
zit je op de nationale snelheidslimiet.
De twee andere versies, de 55 en de
driemotorige SQ8, blijven even
krachtig als altijd, met 408 en 503 pk
respectievelijk.
Wel krijgen ook die een grotere batterij
(114 kWh), waardoor hun bereik
ruim 30 procent hoger uitkomt. De
absolute rangetopper is de Q8 Sportback
e-tron 55, die pas na 600 kilometer
buiten adem raakt. Zowel de Q8
e-tron 50 als de 55 en SQ8 hebben een
vlakkere laadcurve en hogere laadsnelheid
gekregen: 150 kW voor de
Audi Q8 e-tron 55.
Foto Sagmeister
Photography
50, 170 kW voor de andere twee.
Audi heeft tot slot werk gemaakt van
het onderstel en de stuurinstallatie,
die nu een directere overbrenging
heeft. De Q8 e-tron is daardoor merkbaar
stabieler en wendbaarder geworden,
met een koets die in bochten
minder overhelt dan voorheen. Als de
vaart omhooggaat en als je remt, voel
je het enorme wagengewicht van
2595 kilo doordrukken, maar de standaard
luchtvering houdt die massa
wel goed onder controle. Hij zeilt
mooi over slecht wegdek heen, met in
het interieur geen bijgeluiden uit het
onderstel. De door ons gereden Q8
e-tron 55 gaat in 5,6 seconden naar
100 km/h, maar voelt minder vlot
Op het eerste gezicht is er weinig
veranderd aan de gefacelifte A0udi
E-tron, anders dan de nieuwe
typeaanduiding Q8 e-tron op de
achterkant. Het belangrijkste is
echter wat je níet ziet: zijn flink
toegenomen elektrische actieradius.
Door Remco Slump
Bij een facelift horen uiterlijke veranderingen,
maar op en aan de Q8
e-tron zijn die nauwelijks te vinden.
De grille is groter dan voorheen en
wordt met een soort lipstickrand eromheen
benadrukt. Standaard is nu
een lichtstrip, die de ongewijzigd gebleven
koplampen met elkaar verbindt.
Verder bleef bijna alles hetzelfde,
ook in het interieur, waar Audi
naar eigen zeggen alleen wat betere
materialen heeft toegepast. Maar die
waren al uitstekend.
We zijn nog steeds blij met de digitale
cockpit en het infotainmentsysteem
van Audi. Beide zijn snel, gebruiksvriendelijk
en bieden veel configuratiemogelijkheden.
Onder op de middenconsole
zit een derde display,
waarop de bedieningselementen van
de airco en stoelverwarming zijn ondergebracht.
Het werkt prima, maar
toch hadden we liever fysieke knoppen
gehad, die je tijdens het rijden
blindelings kunt vinden. Daarbij was
onze testauto uitgerust met een 1568
aan. Hij is niet explosief, eerder naadloos
en verfijnd. Dat maakt van de
Audi een heerlijke reisauto, die bovendien
een overvloed aan ruimte
aan boord biedt. In de kofferbak is
plek voor tussen de 569 en 1637 liter
aan bagage. Op de achterbank kunnen
zelfs 1,90 meter lange Nederlanders
hun armen en benen strekkena.
Eindoordeel
Als Q8 blijft de Audi E-tron een fraai
afgewerkte, prima rijdende elektrische
SUV, met veel ruimte en comfort.
Zijn flink toegenomen actieradius
maakt hem extra aantrekkelijk.
SPECIFICATIES
Audi Q8 e-tron 55 Quattro
Prijs: € 81.350,--
Topsnelheid: 200 km/h
Acceleratie 0-100 km/h: 5,6 s
Gem. WLTP-verbruik: 20,7 kWh/100 km
Accutype: lithium-ion NMC
Accu bruto/netto: 114 kWh/106 kWh
WLTP-actieradius: 578 km
AC/DC-laden: 11 kW/170 kW
Motor: 2 synchroonmotoren met
permanente magneet
Max. systeemvermogen: 408 pk
(300 kW)
Max. systeemkoppel: 664 Nm
Transmissie: 2x eentraps reductieversnelling
Aandrijving: perm. vierwielaandrijving
Kijk voor meer autonieuws ook op
» delimburger.nl/economie/auto