Woensdag 26. 07. 2023 REGIO 11
Rotterdamse bleekneusjes in Castenray
land. Corry ging toen gewoon in Castenray
naar school. Zodoende is Corry
in Castenray gebleven en heeft ze tegen
het einde van de oorlog toch nog heel
wat oorlogsgeweld meegemaakt.
Doordat de Duitsers zich fanatiek
verdedigden, werden de beschietingen
zo erg dat in oktober 1944 alle
mensen uit Castenray weg moesten.
Het gezin Keijsers evacueerde
naar Horst in de buurtschap Veld
Oostenrijk. Door omstandigheden
bleef Corry na de bevrijding tot
april 1945 in Castenray. In juli van
dat jaar kwam ze weer op vakantie.
Begin september werd ze plotseling
erg ziek. Ze bleek hersenvliesontsteking
te hebben en overleed na
twee dagen. Ze werd in Maastricht
begraven. Omdat het vervoer toen
nog heel slecht was, werd het meisje
met een wagen van het Engelse leger
naar Maastricht gebracht. To
Keijsers zat de hele reis bij het lijkkistje
achter op de wagen. In de Castenrayse
noodkerk werd voor Corry
een herdenkingsdienst gehouden.
naar de lagere school en werd jaren
later lid van het Gemengd Koor. Ze
keerde uiteindelijk terug naar huis
en emigreerde later naar Amerika.
Als ze in Nederland was, ging Wil
steevast op bezoek bij Joos Weijs,
zoon van Grad Weijs, die in Venray
woonde. Haar zus Jet kreeg een liefdevolle
opvang bij Sef Geerets.
Bij de weduwe Truuj Kuijpers-
Christiaans van café ’t Doelhuis
werden Gerrit de Ruyter en Koos
van Klaveren in het gezin opgenomen,
terwijl Truus van Klaveren bij
Engelbert en Marie Emonts-Geurts
in huis kwam. Deze zus van Koos
was rond 1936 geboren en woonde
van haar vijfde tot haar dertiende in
Castenray, waar de kinderen
Emonts – Hein, Tinus, Leen en To –
over haar vaderden en moederden.
Koos doorliep in Castenray alle
klassen van de lagere school. Ze
kwam later nog regelmatig op bezoek
bij To Emonts en trof dan tevens
haar voormalige schoolvriendinnen.
Barbara, waarvan de achternaam
niet bekend is, woonde bij Driek van
de Pasch, Grada Stolk uit Katendrecht
bij Driek Vissers en Loek
Faulhaber bij Thies Dinghs. Louis
Calon kwam eveneens uit Rotterdam,
maar was geen bleekneusje.
Hij zat bij Teng Jeuken aan de Castenraysestraat
ondergedoken. Bij
een razzia werd hij door de Duitsers
opgepakt en op transport naar
Duitsland gesteld. Tijdens die reis
kwam hij om het leven toen de trein
door geallieerde vliegtuigen onder
vuur werd genomen.
Oorlogsgeweld
En dan was er nog Corry Soeters,
die bij de familie Keijsers woonde.
Zij kwam niet uit Rotterdam, maar
uit Maastricht. To Keijsers: Mijn
moeder zei: ‘Waar er tien kunnen eten,
kan er nog wel eentje bij’. Corry arriveerde
in juli 1944. To Keijsers: Begin
september zei mijn vader dat Corry
beter in Castenray kon blijven. Men
dacht toen dat de oorlog wel gauw afgelopen
zou zijn. In de steden was het
vaak gevaarlijker dan op het plattevan
nul tot nu
Door jan strijbos
Het bombardement op Rotterdam
in de vroege middag van 14 mei
1940 duurde slechts een kwartier,
maar de gevolgen waren, mede
door de brand die uitbrak, desastreus.
Meer dan 24.000 woningen
werden in de as gelegd, zo’n 800
mensen vonden de dood en 80.000
Rotterdammers waren in één klap
dakloos. Veel kinderen uit de
getroffen stad werden opgevangen
op het platteland, onder meer in
Castenray.
Mede omdat er een tekort aan voedsel
was, werden tal van Rotterdamse
kinderen elders in Nederland ondergebracht
om aan te sterken.
Liefst bij boerengezinnen, die nog
voldoende te eten hadden en een
veilig onderdak konden bieden. Verschillende
kinderen kwamen terecht
in Castenray. Ze werden opgenomen
bij gezinnen en gingen er
naar school. Het waren niet de eerste
en ook niet de laatste ‘bleekneusjes’
in het dorp. Annie Steeghs
vertelde: Ook vóór de oorlog kwamen
al Rotterdamse kinderen naar Castenray
om aan te sterken. Dat werd geregeld
door de paters franciscanen. Je
mocht kiezen voor een jongen of een
meisje. De meeste mensen kozen voor
een meisje, maar mijn moeder wilde
graag een jongen, omdat mijn broertje
Gerrit in 1934 op 8-jarige leeftijd onder
een auto kwam en overleed. Het
was een grote jongen van elf of twaalf
jaar. Hij heette Joep Peperkamp.
In 1940 kwam Nelly de Jong uit Rotterdam
bij de familie Steeghs aan de
toenmalige Castenraysestraat. Zij
bleef twee jaar en zeven maanden.
Toen een van de dochters naar het
klooster ging, zou Nelly terug naar
Rotterdam gaan. De 18-jarige Annie
Steeghs bracht haar met de trein. In
Rotterdam loeiden de sirenes voor
overvliegende bommenwerpers en
iedereen rende van de straat af. Annie:
De ouders zeiden: Neem Nelly
toch maar weer mee naar huis, want
we hebben geen eten voor haar, maar
ik vond de bombardementen veel erger.
Toen heb ik Nelly weer mee terug
naar Castenray genomen.
Wil Brabers uit Katendrecht werd
ondergebracht bij het gezin van
Grad Weijs. Ze ging in Castenray
venray
Kerktoren Grote Kerk
vaker open voor publiek
De toren van de St. Petrus’ Bandenkerk
in Venray is voortaan vaker
open voor publiek. Er is steeds meer
vraag om de toren te bezichtigen.
De torengidsen van de Grote Kerk
hebben dit jaar al veel bezoekers
rondgeleid in de zes ingerichte themakamers.
nog steeds toeneemt, is de reguliere
openstelling op zaterdagmiddag
uitgebreid. Voortaan is de toren
dan open van 14.00 tot 16.30 uur. De
laatste beklimming is om 16.00 uur.
Verder is de kerktoren in de periode
tot en met oktober ook open op
koopzondagen van 14.00 tot 16.30
uur, met ingang van 30 juli. De overige
data zijn 27 augustus, 24 september
en 29 oktober.
De entree kost 5 euro en 2 euro voor bezoekers
van 4 tot 14 jaar. Bezichtiging is ook mogelijk
op afspraak: info@carillon-venray.nl.
sevenum
Omdat de belangstelling
Setovera krijgt 10.000
euro voor ‘Erik of het
klein insectenboek’
Truus (l.) en Koos van Klaveren uit Rotterdam op school in Castenray. Foto archief heemkunde castenray Toneelvereniging Setovera uit Sevenum
heeft van het Prins Bernhard
Cultuurfonds een bijdrage van
10.000 euro ontvangen voor de voorstelling
‘Erik of het klein insectenboek’,
die dit najaar op de planken
wordt gezet in het Gasthoês in Horst.
Deze familievoorstelling is gebaseerd
op het gelijknamige boek van
Godfried Bomans. Bij deze vernieuwende
productie zijn 138 vrijwilligers
betrokken, waaronder de
jeugd van Setokids. De acteurs dragen
insectenkostuums en laten zien
dat de insectenwereld niet zo heel
veel verschilt van de mensenwereld.
Het is een verhaal met een
maatschappelijke boodschap. De
productie is tot stand gekomen in
samenwerking met verschillende
Limburgse natuurorganisaties.
De speeldata zijn 15, 16, 17, 20, 22, 23 en 24
september. Tickets zijn te bestellen op de
website van de toneelclub, die 45 jaar bestaat:
www.setovera.nl.
Heeft hij minpuntjes?
„Kai heeft nooit geleerd om los te lopen,
hij is altijd aangelijnd uitgelaten.
In de opvang vond hij deze stap
heel groot. Hij maakte er een spel
van om niet te komen als je hem riep.
Inmiddels gaat dit steeds beter en
begrijpt hij wat er van hem gevraagd
en verwacht wordt.”
Wat voor baas zoeken jullie?
„Hij is op zoek naar een baas die hem
leiding geeft. Hij is zoekende naar
wat hij moet en mag. Een eerlijke,
zachte maar consequente baas zou
het beste voor hem zijn. Kai laat veel
onzekerheid zien, maar heeft ook
duidelijk manieren aangeleerd om
zijn zin te krijgen. We zijn ervan
overtuigd dat liefhebbers van het
ras nog veel kunnen bereiken met
hem. Vanwege zijn karakter plaatsen
we hem niet bij kleine kinderen.”
Dier van de week
Elke week stelt Juanita Janssen
van Dierenopvang Op de Smakterheide
een dier voor dat op zoek is
naar een nieuw thuis. Deze week is
dat reu Kai, een Duitse herder van
bijna 3 jaar oud.
Omschrijf zijn karakter.
„Kai is een baasgerichte hond, die
duidelijk nog sturing nodig heeft.
Kai heeft vaak vrijheden gekregen
waar hij nog niet mee overweg kon
of klaar voor was. Dit compenseert
hij door een grote mond op te zetten.
Maar Kai is juist erg gevoelig.”
Wat is zijn favoriete bezigheid?
„Hij gaat graag mee naar de speelweide
en speelt dan met andere
honden. Hij is zeer sociaal. Wellicht
is het goed voor hem om hem te
plaatsen bij een stabiele andere
hond.”
Gaat jouw hart sneller kloppen van dit dier? Neem dan contact op met
Dierenopvang Op de Smakterheide, tel. 0478-639062 of via info@smakterheide.nl.
panningen
Eerste auto op stoom
naar historisch festival
De Fardier, de oudste nog rijdende
stoomwagen, is dit weekend de topattractie
tijdens het Internationaal
Historisch Festival in Panningen.
Het gaat om een replica van het allereerste
op stoomkracht aangedreven
voertuig ter wereld. Het origineel
stamt uit 1769 en werd gebouwd
door de Franse uitvinder
Nicolas-Joseph Cugnot. Het unieke
voertuig, dat zich momenteel in een
museum in Frankrijk bevindt,
wordt naar Panningen gehaald vanwege
de nauwe samenwerking met
FIVA en omdat er extra aandacht is
voor oude bedrijfsvoertuigen. De
Fardier is zelden buiten Frankrijk
te bewonderen. Er wordt ook mee
gereden. Daarbij is te zien hoe de
wagen wordt opgestookt met hout.
Tijdens het tweedaagse festival op
het evenemententerrein aan de
Ninnesweg worden zo’n drieduizend
oude tractoren, landbouwwerktuigen,
stationaire motoren en
vrachtwagens tentoongesteld.