Woensdag 23. 08. 2023 13
REGIO
literaire hoek
Mathias Kemp, journalist of schrijver?
richting die hij in moet, want in 1929
boekt hij grote successen met zijn in
Maastricht voor rumoer zorgende
carnavalsroman De Bonte Storm.
Voorkeur
Het lijkt erop dat de journalistiek
alsnog de voorkeur krijgt, want in
de jaren tussen 1929 en 1940 publiceert
hij meer werken over actuele
Limburgse kwesties (zoals Het Julianakanaal
‘KIPPENVEL ONVERMIJDELIJK’
DE LIMBURGER MUSICALSITES I LOVE THEATRE DE VOLKSKRANT
SPEKTAKELMUSICAL MET MUZIEK VAN ROWWEN HÈZE
N O G SL EC HTS 1 W EE K T E ZI EN!
Openluchttheater Tegelen | HETWASZONDAGINHETZUIDEN.NL
en Om het Maaswater)
dan proza of poëzie. Het proza komt
bovendien vaak voort uit zijn werk
voor kranten en tijdschriften. De roman
Vallende Vogels uit 1934 speelt
bijvoorbeeld rond het Albertkanaal,
waarover hij als journalist al
eerder heeft geschreven.
Na de oorlog, waarin hij maar weinig
publiceert omdat hij niet bij de
Kultuur Kamer is aangesloten,
stort Kemp zich helemaal in de journalistiek.
Hij werkt als correspondent
van Nederlandse en Belgische
kranten en voor het Limburgsch
Dagblad en publiceert dertien journalistieke
werken tegen slechts vijf
poëziebundels en nog maar één roman.
De keuze lijkt gemaakt, maar
evengoed zorgt hij er met zijn uitgeverij
voor dat Limburgse schrijvers
hun werk in de boekwinkel krijgen.
Alles afwegend is Mathias Kemp
zijn hele leven blijven zwalken tussen
journalistiek en proza. De instelling
van de naar hem genoemde
Limburgse literaire prijs in 1950 zal
hem zeker weer aan het twijfelen
hebben gebracht.
Heel wat Limburgse literatoren zijn
zowel als journalist als schrijver actief.
Of andersom natuurlijk. Een
paar voorbeelden? Hans Berghuis,
Herman Maas, Paul Haimon, Willem
K. Coumans, Robert Franquinet,
Leo Herberghs, Loek Kessels,
Michiel Maas, Rob Molin, Ton van
Reen en zo kan ik nog wel even doorgaan.
Een goed voorbeeld van iemand die
tussen de journalistiek en de literatuur
heen en weer wandelt, is Maastrichtenaar
Mathias Kemp (1890-
1964). Voordat hij zich aan beide
genres wijdt, is hij als jongeling een
talentvol schilder. Hij bezoekt aan
het begin van de negentiende eeuw
de Patronaatstekenschool in Wyck
en het Stadstekeninstituut in Maastricht
en is vervolgens leerling van
de indertijd bekende schilder Robert
Graafland.
Bij die neemt ook zijn broer Pierre
les, die door de jezuïet Van Well als
een groot talent wordt gezien. De
pater zorgt ervoor dat de familie
Kemp genoeg geld krijgt zodat Pierre
het hele jaar 1913 kan schilderen.
Het is zoveel geld dat ook Mathias
dat jaar kan gebruiken om uit te zoeken
of hij wil schrijven of schilderen.
Want inmiddels is hij al begonnen
Gezelle-achtige gedichten te schrijven.
Hoofdredacteur
Na het jaar vrijaf is voor Mathias
duidelijk dat hij zich op het schrijven
moet richten. Vooral omdat zijn
toneelstuk Het Offer niet alleen succesvol
op de planken is gebracht,
maar ook nog eens wordt uitgegeven.
Vanaf 1914 heeft de jongste
Kemp tal van banen in de journalistiek,
onder meer bij het weekblad
De Maastrichter Krant, de krant Het
Zuiden, het landelijke dagblad De
Maasbode en van 1927 tot 1928 bij de
Nieuwe Venlosche Courant als hoofdredacteur.
In diezelfde periode verschijnen
poëziebundels als Het wijnrode
uur, De Vreemde Vogel en De Zeven
Broeders en de verhalenbundel
Zeven Boomen Opgezet en de novellebundel
Een Verwarde Liefde. Veel
meer proza en poëzie dan journalistiek
werk.
Na het door een conflict vroegtijdig
afgelopen avontuur als hoofdredacteur
in Venlo begint Mathias Kemp
onder de naam Veldeke een persbureau,
uitgeverij en antiquariaat.
Zijn werk voor het Limburgsch Dagblad,
het Algemeen Handelsblad en
De Tijd is het meest lucratief. Toch
begint hij weer te twijfelen over de
In de Literaire Hoek besteden
verschillende Limburgse auteurs,
verenigd in de Werkgroep Limburgse
Schrijvers, wekelijks aandacht
aan lezen en literatuur in Limburg.
Vandaag: Adri Gorissen over
Mathias Kemp.
Illustratie
Edmond
Bellefroid
DOOR ADRI GORISSEN