Woensdag 07. 09. 2022 11
Albrecht (†1621) en Isabella (†1633)
zijn verdwenen.
Nederlandse tijd
Maar hoe kwam Roermond, dat ooit
een hoofdstad van Gelderland was,
nu in Limburg te liggen? In 1815, na
de Franse tijd, werden de Noordelijke
en Zuidelijke Nederlanden weer
samengevoegd onder koning Willem
I. Daarbij kreeg het door de
Fransen gevormde departement
Meuse-Inférieure de naam Limburg,
naar een voormalig hertogdom
rond het stadje Limbourg bij
Verviers (B). In 1839 is dit nieuwe
Limburg gesplitst in Belgisch en Nederlands
Limburg. Pas na de Eerste
Wereldoorlog gingen Limburgers
zich Nederlanders voelen. Hoe dat
kwam, kunt u zien in de expositie
‘1572 Geboorte van Nederland:
Roermond, het andere verhaal’ (Caroluskapel,
wo-zo 13-17 u, t/m 30 oktober).
Meer geschiedenis van Roermond op
www.archiefroermond.nl/nl/roermonds-verleden/
verhalen.
Inteelt in de trouwzaal
het noorden van de Nederlanden
zich af. De grens tussen noord en
zuid kwam dwars door Vlaanderen,
Brabant en Gelderland te lopen. Van
Gelderland bleef alleen het Overkwartier
Spaans. De rest werd onderdeel
van de Republiek der Verenigde
Nederlanden.
Oostenrijkse tijd
De Spaanse koningen wilden hun bezit
bijeenhouden en trouwden daarom
liefst binnen de eigen familie. Dat
leidde tot inteelt. Een beklagenswaardig
voorbeeld hiervan was koning
Karel II. Zijn grootouders van
vaderskant waren tegelijk overgrootouders
aan moederskant. De
man van dat voorouderpaar was een
zoon van de Spaanse koning Filips II
en diens nichtje, een dochter van zijn
zus. Karel II leerde pas rond zijn derde
jaar lopen en rond zijn achtste
praten, met moeite. Hij was als kind
achterlijk en later vroegtijdig seniel.
In 1700 stierf hij, 38 jaar oud, verlamd,
epileptisch, slechtziend, doof
en kaal. En zonder nakomelingen.
De Franse koning Lodewijk XIV
claimde de Spaanse troon voor zijn
kleinzoon. Spanje, Frankrijk en de
Zuidelijke Nederlanden dreigden
samen één groot rijk te gaan vormen.
Dat vooruitzicht leidde tot een
Europese oorlog. Na die oorlog werden
de Zuidelijke Nederlanden toegewezen
aan Oostenrijk. Maar niet
helemaal: het Overkwartier werd in
vieren gehakt. Roermond was alleen
nog maar hoofdstad van Oostenrijks
Gelderland, een minigewest.
Dat bleef zo tot de Fransen in 1795
nieuwe grenzen trokken.
Statenzalen
De Roermondse Statenzaal met zijn
portrettengalerij is bijzonder, maar
niet uniek. Het stadhuis van Brussel
heeft nog de historische Zaal van de
Staten van Brabant, versierd met
wandtapijten. In het stadhuis van
Gent is het Oostenrijks Salon te vinden,
waar de Staten van Vlaanderen
vergaderden. Ook daar hangen enkele
vorstenportretten. De Roermondse
galerij met Spaanse en Oostenrijkse
vorsten is nog compleet
vanaf 1633; alleen de landvoogden
van nul tot nu
Door gerard van de garde, gemeentearchief roermond
Komende zondag, tijdens het Open
Monumentenweekend, is de trouwzaal
in het Roermondse stadhuis
open voor publiek. De zaal met schilderijen
van de koningen van Spanje
en keizers van het Duitse Rijk is een
historisch juweeltje. Hoe komen die
vorstenportretten daar? Een kwestie
van inteelt…
De trouwzaal heet officieel de Statenzaal.
Hier vergaderden vroeger
de Staten van het Kwartier van
Roermond (of Overkwartier), een
soort parlement met vertegenwoordigers
van de steden en de adel. Het
Overkwartier was één van de vier
delen van het hertogdom Gelre, later
Gelderland. De andere waren het
Kwartier van Zutphen, het Kwartier
van Nijmegen en het Kwartier van
Veluwe (hoofdstad Arnhem).
Spaanse tijd
Rond 1500 kwamen Bourgondië, de
Nederlanden, Oostenrijk en Spanje
met zijn vele koloniën in handen van
één familie en vormden ze één rijk.
Van dit rijk werd Spanje het belangrijkste
onderdeel. In 1543 werd Gelderland
als laatste ingelijfd bij de Nederlanden.
Maar al gauw brak de
Tachtigjarige Oorlog uit en scheidde
De Statenzaal in het stadhuis van Roermond. Foto jan straus
Portret van de Spaanse
koning Karel II (1661-1700) –
niet van landvoogd Maximiliaan
II Emanuel van Beieren,
zoals lange tijd werd gedacht.
Foto hennie retera
REGIO
Heythuysen
Lezing: ‘Hoe is ons
dialect ontstaan en
wat doet het met ons’
De plaatselijk gesproken taal is een
belangrijk aandachtsgebied van de
heemkunde. In zijn lezing op maandag
19 september in de Bombardon
in Heythuysen besteedt oud-Heythuysenaar
Wim Jochems hier de
nodige aandacht aan.
Ongeveer de helft van de Limburgers
spreekt thuis dialect. Hoe zich
dat heeft ontwikkeld en hoe het ons
leven beïnvloedt, zijn we ons niet altijd
bewust. In zijn lezing geeft Wim
Jochems een globaal beeld van het
ontstaan van ons dialect door de eeuwen
heen, en van de aanzienlijke onderlinge
verschillen binnen Limburg.
Een en ander wordt aan de
hand van voorbeelden toegelicht.
Vervolgens bespreekt Wim Jochems
de invloed van het dialect op ons
maatschappelijk leven. De relatie
van het dialect met onze cultuur en
onze identiteit komen ook aan bod.
Kosten niet-leden Heemkundevereniging
Heythuysen: 2,50 euro. Aanvang: 19.30 uur.
Panheel
Expo toont niet eerder
vertoonde werken van
Piet Schoenmakers
In diens vroegere atelier in de watermolen
van Panheel verzorgt de
Stichting Piet Schoenmakers vanaf
vrijdag een tentoonstelling met het
werk van de bekende Limburgse
kunstenaar.
De tentoonstelling staat in het teken
van werken uit het depot die niet eerder
getoond werden. Piet Schoenmakers
(1919-2009) ontwikkelde
zich via de Roermondse Tekenschool
en de Rijksacademie van
Beeldende kunsten in Amsterdam
tot een begenadigd tekenaar en graveur,
bekroond met de Prix de Rome.
Hij was een veelgevraagd kunstenaar
voor monumentale kunstwerken
aan openbare gebouwen en voor
particulieren. Schoenmakers bleef
zijn leven lang tekenen, schilderen
en boetseren en ontwikkelde tot op
hoge leeftijd een omvangrijk oeuvre.
Dit strekt zich uit van realistische via
verbeeldende tot zeer abstracte
kunstwerken. Uit het depot van de
kunstenaar zijn dit jaar bijzondere
kunstwerken geselecteerd.
Openingstijden: in de weekenden van vrijdag
9 september tot en met zondag 11 september
en vrijdag 16 september tot en met zondag
18 september van 13.00 tot 17.00 uur.
Midden-Limburg
Rommelmarkt
Dierenambulance
Dierenambulance Midden-Limburg
houdt een rommelmarkt op
zondag 18 september. Bezoekers
zijn welkom van 11.00 tot 15.00 uur.
De opbrengst is geheel voor de ambulance
en alle dieren in nood.
Spullen afgeven kan elke dag tussen
9.00 en 18.00 uur op de locatie aan
de Graafschap Hornelaan 201 in
Weert. De volgende producten worden
niet aangenomen: kussens,
slaapzakken en beddengoed, grote
elektrische apparaten zoals koelkasten,
diepvriezers, grasmaaiers
en wasmachines, klappers en meubels
van alle soorten en maten.
Maasniel
Arbiter Peeters stopt na dertig seizoenen
had in een wedstrijd. Sommige
scheidsrechters willen er als een politieman
bijlopen, dat heb ik nooit
‘Eine mins met hert veur oos clubje.’
Het is zomaar een reactie onder de
Facebookpost van voetbalclub
Eindse Boys waarin het afscheid
van Bert Peeters als scheidsrechter
wordt aangekondigd. In zijn beginjaren
was Peeters actief als arbiter
bij de jeugdelftallen, in de laatste
twintig jaar floot hij wedstrijden
van de mannen- en vrouwenseniorenteams
(vanaf het tweede).
„Nooit klachten gekregen. De jongens
en meiden lekker laten voetballen
was voor mij het belangrijkste.
Ik heb het altijd met plezier gedaan.”
Politieman
Peeters werd in Thorn geboren,
verhuisde in de jaren tachtig naar
Nederweert-Eind en woont inmiddels
alweer enkele jaren in Maasniel.
Toen zijn zoon Rob ging voetballen
bij Eindse Boys, werd vader
Bert leider van het F-team. Toen dat
team nog een scheidsrechter zocht,
stak Peeters senior zijn vinger op.
Hij vond het zo leuk, dat hij zijn fluit
nu pas, dertig jaar na dato, aan de
kant legt.
„Je moet op het hoogtepunt stoppen,
hè. Ik heb nooit problemen gegewild.
Ik woon in Neel, dus mij
maakte het niet uit wie er won.”
Bloemen
Na zijn laatste wedstrijd als
scheidsrechter bij het vrouwenteam
van Eindse Boys, werd Peeters
onaangekondigd in het zonnetje
gezet. „Ik kreeg van hen een kaart
en van de voorzitter een bos bloemen.
Het was erg emotioneel. Mijn
vrouw zei: ‘Waarom heb je me niets
gezegd?’ Maar ik wist helemaal nergens
van…”
Bert Peeters heeft zijn fluit dan wel
aan de kant gelegd, gelukkig heeft
hij zijn liefde voor muziek nog. „Lekker
met Blaoskracht 11, het muziekgezelschap
uit d’Indj, Böhmische
muziek maken.”
Na dertig jaar houdt Bert Peeters
(62) het voor gezien als scheidsrechter
bij Eindse Boys. Drie
decennia stond de in Maasniel
wonende arbiter elk weekend met
een fluit in zijn mond. „Ik ben nooit
met tegenzin gaan fluiten.”
Door Tim Cox
Bert Peeters. Foto Privéarchief