Woensdag 06. 09. 2023 REGIO 7
van nul tot nu
Door GERARD VENNER EN GERARD VAN DE GARDE, GEMEENTEARCHIEF ROERMOND
Deze met bloemen en vogels versierde
oorkonde werd in 1715 in Rome opgesteld
door Michael Angelus Tamburinus,
de leider van de kloosterorde
van de jezuïeten. Hij verklaarde
dat Henrietta Christina, dochter van
de hertog van Brunswijk, zou profiteren
van de ‘geestelijke schat’ die de jezuïeten
door hun gebed en hun goede
werken bijeenbrachten. Dat betekende
dat ze na haar dood minder lang in
het vagevuur hoefde te blijven en eerder
de hemel in mocht. De jezuïeten
dachten kennelijk dat zij de macht
hadden om Gods oordeel over stervelingen
– wordt het hemel of hel? – te
beïnvloeden. Het katholiek geloof zit
vol mysteries.
Henrietta Christina was een protestantse
dame van hoge adel uit
Noord-Duitsland. Haar geplande
huwelijk met de koning van Zweden
was niet doorgegaan. Als afgewezen
bruid was ze, zoals dat vroeger in
rond Hollandse heette, een ‘afgelikte
boterham’: niemand wilde haar
meer.
De oplossing voor dat soort gevallen
was plaatsing in een stift voor adellijke
dames. Formeel was zo’n damesstift
een klooster, maar een
vroom, godgewijd leven was er bijzaak.
Jongedames zaten er tijdelijk
en leerden er chique manieren in afwachting
van een echtgenoot, weduwen
brachten er hun oude dag
door en afgewezen bruiden konden
binnen het stift nog een beetje carrière
maken. Zo ook Henrietta Christina.
Als achttienjarige trad ze in in
het rijksstift Gandersheim en zes
jaar later werd ze er abdis. Het protestantse
stift Gandersheim was
vergelijkbaar met het katholieke
hoogadellijke stift Thorn en haar
positie was vergelijkbaar met die
van de vorstin-abdis in Thorn. Maar
in 1712 – ze was inmiddels 43 jaar
oud – beviel ze van een kind. Dat was
uiteraard bij een abdis niet de bedoeling.
Haar familie wist een arts
te vinden die officieel verklaarde
dat je ook zonder seks zwanger kon
worden, maar iedereen snapte wel
dat Henrietta Christina daar niet
mee wegkwam. Met het oog op de
reputatie van de familie kon ze maar
beter uit beeld verdwijnen.
Die verdwijning werd grondig aangepakt:
ze werd katholiek. Dat was
overigens niet alleen uit opportunisme,
want ze voelde zich al langer
tot het katholieke geloof aangetrokken
en ook haar vader had deze
overstap al eerder gemaakt. De katholieke
kerk wist niets van de pijnlijke
gebeurtenissen in Gandersheim
en ontving de hooggeboren bekeerlinge
met open armen. Nog in
1712 verhuisde Henrietta Christina
naar de Munsterabdij in Roermond.
Haar vader kwam haar opzoeken
en vond de abdij maar niets:
beneden haar stand! Het jaar daarop
kreeg ze een passender onderkomen
in het Roermondse ursulinenklooster.
Daar leefde ze tot haar
dood in 1753 als pensionaire in een
groot appartement met eigen personeel.
Ze had onder meer een kamer
met uitzicht op het altaar in de
kloosterkerk en een grote zaal met
familieportretten. Van haar familie
kreeg ze een jaargeld van 2000
rijksdaalder.
In 1715 verkreeg ze de al genoemde
oorkonde van de jezuïetenorde.
Niet iedereen kwam in aanmerking
voor zo’n fraaie oorkonde met uitzicht
op een goed heenkomen in het
hiernamaals.
We mogen aannemen dat de familie
van Henrietta Christina er goed
voor betaald heeft.
Meer geschiedenis van Roermond op
www.archiefroermond.nl/nl/roermondsverleden/
verhalen.
Met voorrang toegang tot de hemel
Komende zondag, tijdens het Open
Monumentenweekend, is het Gemeentearchief
Roermond weer open
voor publiek. Behalve de monumentale
werkkamer van de archivaris zijn
er bijzondere archiefstukken te zien.
Zoals een oorkonde, die een snellere
toegang tot de hemel beloofde.
Oorkonde uit 1715 van de overste-generaal van de jezuïetenorde voor
Henrietta Christina van Brunswijk-Lüneburg (1699-1753). Foto gemeente
roermond
Portret van Henrietta Christina
van Brunswijk-Lüneburg, bewaard
in het stift Gandersheim
(D). Foto gemeente roermond