Woensdag 04. 10. 2023 REGIO 13
op, onder meer door een boek over
hem te schrijven.
Stille dagen
Na dat alles zou je bijna vergeten dat
Willem K. Coumans zelf poëzie en
proza schrijft. Hij maakt zijn debuut
op 24-jarige leeftijd met de bundel Betonnen
Kerk, waarin het titelgedicht is
geïnspireerd door de St. Annakerk in
Heerlen, ontworpen door architect
Frits Peutz. De gedichten zijn nogal
serieus en experimenteel. Zo ook in
de tweede bundel Met andere woorden
die in 1958 verschijnt, en in Heerlen,
een stad uit 1961. Volgens criticus Paul
Haimon vergt de poëzie van Coumans
‘een ernstige bereidheid tot
aandacht’.
Zelf ziet hij waarschijnlijk in dat hij
niet echt een dichter is, want na 1961
publiceert hij geen poëziebundels
meer. Wel verschijnt er in 1995 nog de
bundel prozaschetsen Stille dagen in
Maastricht. Het zijn schetsen die hij
tussen voorjaar 1992 en zomer 1994
publiceert in De Limburger. Ben van
Melick kenschetst ze in een nawoord
bij het boek als een poëtisch logboek.
Het is volgens hem ‘een aaneenschakeling
van overwegingen, mijmeringen,
vaststellingen, verwachtingen,
dromen over de stad.’ Naar zijn mening
en die van collega-schrijver wijlen
Leo Herberghs is de bundel Coumans
meesterwerk. Ze hebben gelijk.
literaire hoek
Waarnemer Willem K. Coumans
staan in 1950 als hij medewerker
wordt van De Gazet van Limburg. Dat
blijft hij van de opvolgers daarvan, zoals
De Nieuwe Limburger en De Limburger.
Ook is hij van 1960 tot 1980
Limburgs redacteur van de socialistische
krant Het Vrije Volk. Daarnaast
schrijft hij voor Limburgse bladen als
Galerie Zuid en De Bronk en is hij literair
medewerker van de Regionale
Omroep Zuid. Vanaf het begin zijn het
voornamelijk artikelen over culturele
onderwerpen.
Aan het schrijven alleen heeft Coumans
niet genoeg, want hij organiseert
tevens tentoonstellingen. Exposities
die hij zelf inleidt met een
rede over de betreffende kunstenaar.
Naar eigen zeggen doet hij dat tijdens
zijn leven meer dan 150 keer. Het betekent
dat hij een enorme kennis
heeft over Limburgse literatuur, beeldende
kunst, architectuur en fotografie.
Over dat laatste genre weet hij
misschien wel het meest omdat hij jarenlang
actief is als redacteur van het
vaktijdschrift Foto en over fotografie
schrijft voor encyclopedieën en jaarboeken.
Ook richt hij foto-exposities
in en geeft hij mede de aanzet tot de
inrichting van een foto-afdeling bij
het Stedelijk Museum in Amsterdam.
In 1975 ontdekt hij het werk van
de in Keulen geboren maar in Maastricht
wonende fotograaf Werner
Mantz en vestigt de aandacht daar-
In de Literaire Hoek besteden
verschillende Limburgse auteurs,
verenigd in de Werkgroep Limburgse
Schrijvers, wekelijks aandacht
aan lezen en literatuur in Limburg.
Vandaag: Adri Gorissen over
Willem K. Coumans.
Willem K. Coumans (Heerlen 1930 –
Maastricht 2006) is een naam die niet
meer heel veel belletjes doet rinkelen.
Toch is hij tussen 1950 en 1990 een
grootheid in het Limburgse culturele
wereldje.
Als schrijver, maar vooral als journalist
beziet hij in die decennia wat er
gebeurt in de provinciale literatuur,
de beeldende kunst, het theater en de
fotografie. Die waarnemingen verpakt
hij in kritische artikelen voor
kranten en tijdschriften, in inleidingen
bij tentoonstellingen en boekpresentaties
en gedegen verhandelingen
in boeken over Limburgse schrijvers,
kunstenaars, fotografen en architecten.
Zijn stukken zijn volgens criticus
Ben van Melick in Geschiedenis van de
literatuur in Limburg: „Grappige geselingen,
een genot om te lezen vanwege
zijn eruditie, trefzekere observaties,
ook omdat de schrijver zichzelf
niet altijd even serieus tot inzet van
bespiegelingen maakt.”
Enorme kennis
Coumans begint zijn schrijversbe-
Portret van Willem K. Coumans (1960). Illustratie René Wong
DOOR ADRI GORISSEN
MOTOR
Motortest
Motorscooter Mash als goedkoop alternatief
naast remt en stuurt deze 175 kilo
zware Mash ook beter en kan moeiteloos
meekomen met het (snel)verkeer.
De zit is echter net zo ruim of
krap als bij de kleinere Belena. Als je
langer bent dan 1,80 meter is dit niet
comfortabel. Jammer is ook dat de
bergruimte onder de buddyseat van
de beide scooters net te klein is voor
een integraalhelm.
Wat luxere motorscooters hebben
een aparte parkeerrem. Dat is prettiger
want deze automaten rollen op
een helling al snel om als je hem niet
op zijn bok zet. De Belena is in vergelijking
met zijn concurrenten een
stuk goedkoper, dit soort extra’s zitten
er daarom ook niet op. Met simpel
een elastiekje aan je remhendel
kun je dit ongemak overigens goedkoop
oplossen.
De keuze zal in ons land eerder vallen
op de sterkere 300 die niet alleen beter
is, maar ook bijna hetzelfde weegt
en veel geschikter is voor forenzen.
Alleen in het verbruik wint de lichtere
125 cc de wedstrijd: 1 op 40 ten opzichte
van 1 op 39.
De Belena geeft je ondanks zijn gunstige
prijs niet het gevoel op een budgetscooter
te zitten. Integendeel,
mede door het opvallende front met
zijn ledverlichting ogen de nieuwe
motorscooters juist vrij exclusief. De
Fransen ontwerpers hebben duidelijk
gevoel voor stijl.
Mash is een jong en nog vrij
onbekend motormerk. Ze produceren
zelf geen motoren, maar
stellen deze samen met onderdelen
van andere merken. Grotere
motormerken, zoals BMW, doen
dat ook met enkele modellen.
Daarbij wordt bijvoorbeeld een
motorblok gebruikt van een andere
producent. Mash haalt deze truc
nu ook met twee nieuwe, relatief
erg goedkope motorscooters die
forenzen, die de files zat zijn, moet
overhalen uit de auto te komen.
Door Michiel Snik
Officieel is Mash een Frans merk,
maar de onderdelen komen vrijwel
allemaal uit China. De Fransen garanderen
dat zij zeer kritisch kijken
naar wat er voor hen in elkaar wordt
geknutseld. Tevens testen ze alles
naar de Westerse normen voordat
het hier op de markt komt en krijg je
drie jaar garantie op een nieuwe motor
van dit merk.
Mash is ruim tien jaar na de oprichting
in achttien landen actief en verkoopt
jaarlijks zo’n 20.000 motorfietsen
die over het algemeen wat lichter
en goedkoper zijn dan andere merken.
De zwaarste Mash is een 650 cc.
In ons land worden jaarlijks enkele
tientallen verkocht. Het merk kiest
er nu voor om ook voor relatief weinig
geld motorscooters hier op de
markt te brengen.
Deze zomer werd de Mash Belena
125 (3999 euro) en het zwaardere
broertje Belena 300 (4999 euro) gepresenteerd.
De scooters zien er
identiek uit van een afstand, het verschil
zit hem vooral in het motorblok
en het dashboard. Ook de remmen
zijn anders. Om de verschillen goed
te zien moet je er een vergrootglas
bijhalen. Het gaat om een ouder model
van een bestaand merk dat de design
afdeling van Mash behoorlijk
heeft opgefrist. Het motorblok is
door de Chinese fabrikant Hansa gemaakt
en afgeleid van een Hondakrachtbron.
Alleen met een motorrijbewijs mag
je in ons land op een motorscooter rijden,
maar zo’n rijbewijs kost je al snel
1500 euro. Mensen met een motorrijbewijs
zullen niet snel kiezen voor de
Belena 125. Deze scooter is daarom
vooral bedoeld voor onze buurlanden.
Maar in de omgeving van IJsselstein
stapten wij toch even op deze
lichte scooter om vooral het verschil
te ervaren met zijn zwaardere broer.
Met mijn 1,70 meter lengte zit de Belena
125 best comfortabel en komt
met zijn 11,3 pk sterke motorblokje
redelijk vlot van zijn plek, maar boven
de 80 km/h houdt het wel op. Op
de snelweg kruipt de scooter langzaam
naar de 110 km/h, maar dan
heb je ook niets meer over. Het dashboard
is karig, maar compleet. De
spiegels staan wat ver naar voren,
Mash motorscooter.
Foto Pien Meppelink
maar geven een prima zicht. Verder
is de 165 kilo zware Belena keurig afgewerkt
compleet met bluetooth
waardoor je via je telefoon een redelijk
geluid uit de speakers tovert van
jouw favoriete zender of artiest.
Remmen doet de lichte scooter prima,
maar even rustig een kort bochtje
nemen is niet echt fijn. Er zit een
raar ’kantelgevoel’ in deze scooter
waardoor hij in de bocht valt.
De grotere broer beschikt over dezelfde
uitrusting en is slechts 1000
euro duurder maar wel veel volwassener
dankzij het blok dat een inhoud
heeft van 276cc en 23,8 pk levert. Het
digitale dashboard ziet er een stuk
fraaier en overzichtelijker uit. Daar-
Kijk voor meer motornieuws ook op
» delimburger.nl/economie/auto