Woensdag 18. 10. 2023 11
REGIO
‘Geef een jas, verwarm een hart’. Onder
die noemer worden de hele
maand oktober in alle Limburgse
gemeenten winterjassen ingezameld
voor minderbedeelde provinciegenoten.
„Helaas zijn dit soort
initiatieven anno 2023 nog steeds
heel hard nodig”, vertelt initiatiefneemster
Manon Machiels.
Door Rob van Deurzen
Heeft u een winterjas
over? Doneer hem aan
de actie. Archieffoto
Johannes Timmermans
Imker, een eeuwenoud ambacht met toekomst
Tot die tijd gold honing als voornaamste
zoetstof. Ook werden vervangingsproducten
voor bijenwas als
grondstof voor kaarsen gebruikt, zoals
walvisvet en paraffine.
Van oudsher wordt honing echter
door de mens als een kostbaar goed
beschouwd, en met recht. Voor één
druppel honing hebben bijen de nectar
uit honderden bloemen verzameld.
Deze honing wordt door artsen
in verband gebracht met een lang leven.
Propolis bestaat uit sappen en
harsen van bomen en planten die
werd schaars, waardoor kaarsen belangrijk
werden als lichtbron. Deze
werden gemaakt van dierenvet en bijenwas.
Bijenwaskaarsen waren
duurder, maar de kaarsen van dierenvet
hadden een onaangename
geur.
Huisdier
In de middeleeuwen maakten de boeren
ook in onze streek korven van
stro of buntgras. De bij werd hierdoor
huisdier. Karel de Grote vaardigde
wetten uit die de bijenteelt moesten
beschermen. Op diefstal van honing
stonden strenge straffen. Met honing
en bijenwas werden zelfs belastingen
betaald. Elk landgoed en elk klooster
had een eigen imker en honingwijn
bereider. Het waren vooral monniken
die bijen hielden. De bijenwas gebruikten
ze voor het maken van kaarsen.
De bijenteelt bloeide volop en er
ontstonden bijengilden met St. Ambrosius
als patroonheilige. Deze bloei
hield aan tot in het midden van de zestiende
eeuw, toen Amerika ontdekt
was en men rietsuiker ging invoeren.
van nul tot nu
Door jan strijbos
Al sinds mensenheugenis houden
mensen bijen. Tegenwoordig
gebeurt dat voornamelijk door
imkers die dit als hobby of beroepsmatig
doen, maar vroeger was het
bijen houden sterk verbonden met
de landbouw. Een boer hield vaak
één of meer bijenvolken, omdat
bijen belangrijk waren voor de
bestuiving van zijn vruchtgewassen.
Wanneer vroeger de middelen ontbraken
om iets te maken, luidde het
gezegde: Gén beej kan hònning make
zònder ’n bluumke. Elke boer had in
zijn huisweide een heleboel fruitbomen
en in de moestuin groeiden allerlei
bessensoorten, augurken, tomaten
en andere gewassen die vruchten
voortbrengen. Bijen waren daarbij
onmisbaar.
Bijen waren er waarschijnlijk al veel
eerder dan mensen. Daarom is het
aannemelijk dat mensen al sinds de
prehistorie bijennesten leegroofden
voor de zoete honing. Nu kunnen we
ons dat maar moeilijk voorstellen,
maar voor het grootste deel van de
menselijke geschiedenis was honing
een van de zeer weinige beschikbare
zoetstoffen. Dat was een heel goede
reden om zelf bijen te gaan houden,
want honing was een felbegeerde
zoetstof en werd ook als medicijn gebruikt.
Dit gebeurde ook in de middeleeuwen,
hoewel bijenwas toen ook
belangrijker werd. De olie die werd
gebruikt om olielampen te vullen,
Johannes (Hannes) Donders, de bijenkoning uit Castenray, in 1943. Foto archief heemkunde castenray
door de bijen verzameld en bewerkt
worden. Vervolgens smeren ze met
dit goedje de binnenkant van de korf
in om zich te beschermen tegen bacteriële
infecties. Propolis wordt aanbevolen
bij onder andere maagzweren
en wordt ook gebruikt als zalf
voor de verzorging van de huid.
De behuizing voor de bijen maakte in
de loop der eeuwen een grote ontwikkeling
door. De korven werden vervangen
door kasten met uitneembare
‘ramen’, waarop de bijen hun raten
konden bouwen. Later kwamen er ramen
met voorgevormde raten en
door deze ontwikkelingen kon de imkerij
veel grootschaliger worden.
Imkerij
In Castenray heeft Robert Cox van
zijn hobby zijn beroep gemaakt. Aanvankelijk
hield hij bijen als hobby,
maar het liep uit de hand en tegenwoordig
heeft hij een dagtaak aan zijn
‘Imkerij Cox’. Ook vader Hub was imker.
Al snel kreeg Hub de vraag van
augurkentelers of er bijenvolken ingezet
konden worden voor de bestuiving.
Bijvoorbeeld in de koolzaadvelden
in de Flevopolder.
Deed Hub Cox het nog veelal op de
oude wijze, Robert gebruikt heel moderne
middelen. Zijn imkerij is gevestigd
aan de kruising Castenrayseweg/
Horsterweg, maar de bijenvolken
zijn te vinden op vaste
standplaatsen van de kop tot het midden
van Limburg.
REGIO
u Inleveradressen
Gemeente Bergen
Huiskamer Béjèn
Irenestraat 28, Afferden
(tijdens activiteiten)
Mariaschool
Kerkstraat 15, Bergen
Do en vr 10-16u; zo 11-16u
Gemeentehuis
Raadhuisstraat 2 in Nieuw Bergen
Ma t/m do 9-17u; vr 9-12u
Ontmoetingscentrum (OCB)
Murseltseweg 4a in Nieuw Bergen
Ma t/m vr 10-13u
MFC De Klaproos
Gochsedijk 87 in Siebengewald
Ma t/m vr 9-13u
MFC De Buun
Kasteellaan 25 in Well
Ma t/m vr 9-18u (ingang Kienderbènkske,
jassen aan kapstokken hangen)
Het Centrum
Catharinastraat 18 in Wellerlooi
Ma t/m zo 12-20.30u (wo gesloten)
Gemeente Gennep
Gemeentekantoor Gennep
Ellen Hoffmannplein 1, 6591 CP Gennep
Ma 9-19u; di t/m do 9-17u; vr 9-12u
Gemeente Horst aan de Maas
Mien Vermeeren (maak een afspraak
via tel. 06-51701904)
Gemeente Mook en Middelaar
Gemeentekantoor Gennep
Ellen Hoffmannplein 1, 6591 CP Gennep
Ma 9-19u, di t/m do 9-17u; vr 9-12u
Gemeente Venray
Kringloopwinkel 2Switch
Wilhelminastraat 35b in Venray
Ma t/m vr 10-18u; za 10-17u
De Hulst, De Hulst 9a in Oostrum
Ma t/m vr 10-18u; za 10-17u
Limburg
Actie ‘Geef een jas, verwarm een hart’
Het zijn schrikbarende cijfers. In
Limburg leven meer dan 60.000 gezinnen,
een kleine tien procent, onder
de armoedegrens. „We spreken
dan over meer dan 100.000 inwoners,
waaronder zo’n 18.500 kinderen.
Het betreft mensen die ieder
dubbeltje twee keer moeten omdraaien,
dagelijks keuzes moeten
maken en voor wie het aanschaffen
van bijvoorbeeld een warme winterjas
beslist geen vanzelfsprekendheid
is”, aldus Machiels.
Vijf jaar geleden was zij vanuit de
stichting Samen voor Maastricht de
initiatiefneemster voor een jassen
inzameling in de Limburgse hoofdstad.
Kleinschalig van opzet, maar
met een overweldigend resultaat:
het initiatief leverde in totaliteit zo’n
10.000 jassen op. In het coronajaar
2020 werd de actie breder weggezet
in de gehele provincie. Zo’n 25 gemeentes
bundelden destijds de
krachten om zoveel mogelijk winterjassen
in te zamelen. Wederom ruim
11.000 jassen werden ingezameld.
Dit jaar gaat het – letterlijk – warme
initiatief op herhaling en nemen alle
Limburgse gemeentes eraan deel.
Nu echter in samenwerking met L1
onder de naam: Limburg Helpt: geen
een jas, verwarm een hart. Ook de redactie
van De Limburger schaart zich
volledig achter de actie.
„Tot en met 30 oktober kunnen Limburgers
kwalitatief goede en bruikbare
winterjassen inleveren bij een
of meerdere inzamelpunten in hun
eigen gemeente”, vertelt Machiels.
„Alle maten zijn welkom.” De actie
heeft volgens de initiatiefneemster
overigens een breder karakter dan
alleen het inzamelen van winterjassen.
„Het biedt een kapstok om provinciaal
aandacht te vragen voor het
armoedeprobleem. Een stukje bewustwording
en solidariteit kweken.
Mensen laten omzien naar elkaar.”
De inzameling wordt in de meeste gemeentes
gecoördineerd vanuit het
plaatselijke stad- of gemeentehuis.
De initiatiefnemers hopen daarnaast
op spontane acties van bijvoorbeeld
sportverenigingen, scholen en bedrijven.
„Hoe meer aandacht er voor
de actie gevraagd wordt, hoe beter
natuurlijk”, stelt Machiels. „Het zou
geweldig zijn als we iedereen die het
nodig heeft kunnen verblijden met
een warme winterjas.”
Kijk in de kolom hiernaast voor een overzicht
van de inzamelpunten in uw gemeente. Meer
info op: https://l1.nl/limburg-helpt.