Woensdag 27. 12. 2023 13
literaire hoek
De literaire kunsten van Fernand Lodewick
De publiciteit leverde juist nieuwe
aanmeldingen op. „Ook voor de actiedag
End Plastic Now die ik namens de
Rotaryclub in Weert organiseerde.
Met twintig man hebben we één van
de ringbanen opgeschoond. Iedereen
vond het leuk en ook ontspannend.”
Ook Lilian Aben uit Venray kreeg veel
opgestoken duimpjes na haar interview
in VIA, maar zag nog geen extra
handjes wapperen. „Niet binnen mijn
eigen kring in elk geval. Wie weet
komt dat nog.”
Toch kleurt de Limburgse kaart
steeds groener. De app Helemaal-
Groen toont de witte vlekken, maar
dient allereerst om zichtbaar te maken
waar wél al is opgeruimd. „Dat
voorkomt dat routes dubbel worden
gelopen”, aldus Trudy Willems. De
afgelegde route wordt als een groen
lijntje zichtbaar op de kaart. Dat verkleurt
na een maand naar oranje en
vervolgens bruin. Zodra de route opnieuw
is gelopen, wordt het lijntje
weer groen.”
Eind november stond de teller provinciaal
op dik 6100 opgeschoonde kilometers,
landelijk waren het er dertig
keer zo veel. Limburg kan dus nog
extra stofzuigers gebruiken.
Meer weten? Kijk op www.helemaalgroen.nl
en download de app.
In de Literaire Hoek besteden
verschillende Limburgse auteurs,
verenigd in de Werkgroep Limburgse
Schrijvers, wekelijks aandacht
aan lezen en literatuur in Limburg.
Vandaag: Adri Gorissen over
Fernand Lodewick.
Zwerfvuilrapers
maken Limburg
steeds groener
HelemaalGroen is een landelijk burgerinitiatief
dat in 2019 door Jaap de
Boer werd opgestart in Berkelland in
de Achterhoek, waar inmiddels zo’n
540 inwoners zwerfafval opruimen
en de opgeschoonde routes registreren
middels een app. „Dat is ruim één
procent van de bevolking”, weet prvrouw
Trudy Willems. „Berkelland is
daarmee de groenste gemeente van
Nederland. Ter vergelijking: in heel
Limburg doen bijna 650 mensen
mee.” De boodschap is duidelijk: onze
provincie loopt niet voorop met rapen.
„Maar alle beetjes helpen!”,
voegt ze er snel aan toe. „Bovendien is
het geen wedstrijd. Al zijn er deelnemers
bij die er een sport van maken
en jaarlijks een paar duizend kilometer
schoonvegen.”
Wie wel voorop loopt, is de 68-jarige
Maria Lichteveld uit Maasbree. Letterlijk:
ze was twaalf jaar geleden
naar eigen zeggen de eerste in het
dorp die zwerfvuil ging rapen langs
wandel- en fietspaden. „Jarenlang
deed ik dat in mijn eentje. Sinds vijf
jaar heeft de gemeente Peel en Maas
een adoptieplan waarbij mensen de
straten in hun eigen buurt schoon
houden. Daar sluiten ook in Maasbree
steeds meer mensen bij aan.”
Werd Maria aanvankelijk nog voor
gek versleten dat ze de rommel van
anderen opruimde, inmiddels volgens
steeds meer dorpsgenoten haar
voorbeeld. Niet zeuren maar aanpakken,
is haar credo. Zo denkt ook Martijn
van Stratum uit Altweerterheide
er over. „Het is egoïstisch om te roepen
dat zwerfafval niet jouw probleem
is. Een schoon milieu begint bij
je zelf.” Van Stratum voegde de daad
bij het woord en trok gewapend met
grijper, vuilniszakken en ring de natuur
in. Hij kreeg er lol in en wist vaak
van geen ophouden. „Vorig jaar heb ik
op een stuk van twaalf kilometer
meer dan zeshonderd lege blikjes bijeengeraapt.
Als daar toen statiegeld
op had gezeten!” In VIA Weert ver-
Nee, helemaal groen is Limburg
nog niet. Maar de zwerfvuilrapers
die de gelijknamige app gebruiken,
hebben intussen wel al meer dan
zesduizend kilometer aan straten,
wegen en paden schoongemaakt.
Fernand Lodewick Archieffoto Thijs Habets
LIMBURG
Verhalen uit de provincie
Door Marcel van Lier
Lilian Aben, zwerfvuilraapster
in Venray. Archieffoto lé giesen Voor u geselecteerd!
scheen een stukje over hem. „Sindsdien
krijg ik onderweg gelukkig minder
vaak de vraag of ik een taakstraf
heb. Dat is blijkbaar het eerste wat
mensen denken als ze je met een hesje
door de bermen zien struinen.”
Op deze pagina presenteert de
redactie van VIA opmerkelijke
verhalen uit Limburg
LIMBURG
en bloemlezing. Ook die slaat aan,
ondanks dat er al een soortgelijk
werk van Knuvelder is. Literair
Limburg is minder blij met het
boek, want er staan naar de mening
van critici te weinig Limburgse
schrijvers in. Hoe kan het dat
Mathias Kemp, Robert Franquinet
en Leo Herberghs ontbreken en er
maar een paar regels aan Marie
Koenen en Felix Rutten zijn gewijd,
vragen ze zich af. Ondanks het grote
tumult in zijn eigen achtertuin
verandert Lodewick niets aan zijn
literatuurgeschiedenis.
Pierre Kemp
Op Literaire kunst en Literatuur volgen
nog Literaire teksten (1964) en
Lees-avontuur (drie delen, waarvan
het eerste in 1968 uitkwam). Ook
publiceert hij samen met W.A.M.
de Moor en K. Nieuwenhuijzen de
geïllustreerde literatuurgeschiedenis
Ik probeer mijn pen (1979). Tevens
houdt Lodewick zich bezig
met het kritisch bespreken van
boeken voor de Regionale Omroep
Zuid, schrijft hij twee boeken over
de dichter Pierre Kemp en is hij
voorzitter van de Pierre Kempstichting.
Na zijn pensionering in 1976 trekt
hij zich terug in zijn huis en gaat hij
vrijwel alleen nog maar lezen tot
aan zijn dood in 1995.
Fernand Lodewick volgt na de middelbare
school in Maastricht te
hebben afgesloten een opleiding
tot onderwijzer en staat vervolgens
voor de klas. In zijn vrije tijd
behaalt hij vervolgens de LO-aktes
Frans en Engels en direct na de
Tweede Wereldoorlog voltooit hij
een studie MO-Nederlands. Hij
verlaat dan het lager onderwijs en
gaat lessen Nederlands geven aan
het Stedelijk Lyceum in zijn woonplaats
en aan de Katholieke Leergangen
in Sittard en Roermond.
Literaire kunst
Tijdens het lesgeven werkt hij met
het boek Woordkunst van Poelhekke,
waarin literaire termen worden
verklaard. Hij is niet te spreken
over het boek en maakt eigen heldere
teksten met voorbeelden die
hij aan de leerlingen dicteert. Na
verloop van tijd worden die teksten
ook door andere leraren op zijn
scholen gebruikt. Die vragen Lodewick
of hij er niet een wat vastere
vorm aan kan geven, reden voor
hem op alles op papier te zetten en
naar een uitgever te sturen. Het resultaat
is de verschijning in 1955
van Literaire kunst bij uitgeverij
Malmberg in Den Bosch. Het
schoolboek is meteen een succes
en in de loop der jaren beleeft het
vele tientallen drukken.
Het succes van Literaire kunst
smaakt bij de uitgever naar meer,
vandaar dat deze Lodewick bena-
Honderdduizenden scholieren
hebben de boeken van Maastrichtenaar
Fernand Lodewick (1909-
1995) over de Nederlandse literatuurgeschiedenis
en literaire begrippen
in hun handen gehad. Zijn
werken Literaire kunst uit 1955 en
Literatuur, Geschiedenis en Bloemlezing
(eerste deel 1958, tweede deel
1959), behoren in de tweede helft
van de vorige eeuw tot de verplichte
kost bij het vak Nederlands op de
middelbare scholen.
Met zijn boeken, waar er in totaal
meer dan een miljoen van zijn verkocht
en die in het onderwijs als dé
Lodewick door het leven gaan, verrijkt
hij niet alleen de kennis van de
leerlingen. Zelf wordt hij er ook beter
van, want naar eigen berekening
brengen ze hem meer dan
twee miljoen gulden op. Het is de
reden waarom hij zijn huis dat hij in
1968 in Cadier en Keer bouwt, spottend
Fort Malmberg noemt. Daarmee
verwijzend naar de uitgever
van zijn boeken.
dert voor het schrijven van een Nederlandse
literatuurgeschiedenis.
Dat wordt Literatuur, Geschiedenis
DOOR ADRI GORISSEN
/www.helemaalgroen.nl