Woensdag 10. 01. 2024 REGIO 11
van nul tot nu
Door jan strijbos
Geen brood voor de varkens in Venray
Andries Seijkens uit Klein Oirlo was
een van de dienstplichtige soldaten.
Hij kreeg een oproep voor de Vrijwillige
Limburgsche Brigade, waarvoor
hij zich als soldaat moest melden
bij de ondercommandant van
de compagnie Sevenum. Onder
diens bevel werd in volledig veldtenue
gemarcheerd naar de verzamelplaats
van de compagnie bij het
gemeentehuis. Andries moest voor
24 uur mondvoorraad meenemen.
Op de verzamelplaats werden wapens
uitgereikt. Andries kwam de
mobilisatie goed door. Tijdens zijn
diensttijd was hij kok in het leger.
De Eerste Wereldoorlog had ook gevolgen
voor de voedselvoorziening,
omdat de invoer van voedingsmiddelen
vrijwel stil kwam te liggen. In
februari 1917 kwam van het Militair
Gezag een verordening met onder
meer de volgende bepalingen: paarden,
rundvee, varkens en schapen
mochten niet meer de landsgrens
over. Uitvoer van voedings- en genotmiddelen
was verboden. Allerlei
goederen mochten niet vervoerd
worden, behalve binnen de kom van
rogge werd met de boeren besproken
om te zorgen dat arbeiders, burgers
en middenstanders aan goedkoper
brood konden komen. De prijzen
voor rogge waren erg hoog en de
gemeente zou streng optreden tegen
overdadig brood voeren aan
varkens.
Burgemeester Esser gaf het woord
aan de bekende Venraynaar Jan
Poels. Deze had zich altijd ingezet
voor de boerenstand en pleitte nu
bij de boeren voor medemenselijkheid.
Voorts zei hij dat het bekend
was dat heerboeren hun varkens
met roggebrood vet mestten. Poels
noemde dit broodmisbruik en verzocht
de burgemeester streng op te
treden. Blijkbaar was er ook een
klacht gekomen over wethouder
Janssen, want het artikel meldde:
Wethouder Janssen zegt dat zijne varkens
voor de beslaglegging kregen 26
brooden, daarna 10 brooden en hij
looft 25 gulden uit voor den arme zoo
iemand bewijzen kan, dat hij meer dan
10 brooden gevoederd heeft. Raadslid
Petje Steeghs, voorzitter van de
Boerenbond Oirlo-Castenray, zei
dat het inwoners van Castenray opgevallen
was dat er nog steeds roggebrood
gevoederd werd. Ook achtte
hij het wenselijk dat geen brood in
den vreemde geleverd werd. De secretaris
antwoordde dat het bakkers
verboden was brood buiten de
gemeente te verkopen.
de gemeente Venray tussen zonsopgang
en zonsondergang. Buiten de
kom mochten kleine partijen goederen
voor huishoudelijk gebruik en
dagelijkse behoefte vervoerd worden,
mits dit gebeurde door de persoon
of gezinsleden voor wie de goederen
of dieren bestemd waren.
Tot aan de oorlog kregen varkens in
Nederland geïmporteerde maïs te
eten, maar die was nodig om de bevolking
te voeden. Blijkbaar werd
de dieren voorheen ook brood gevoerd,
getuige een artikel in het Venrayse
weekblad Peel en Maas van 3
oktober 1914. Dat ging over een vergadering,
waarin een ministeriële
circulaire besproken werd die burgemeester
Esser van Venray onder
meer verplichtte een deel van de
oogst te vorderen. De levering van
Hoewel Nederland neutraal bleef,
ging de Eerste Wereldoorlog niet
zonder slag of stoot aan ons
voorbij. In de laatste oorlogsjaren
kampten we met een voedseltekort
en werd er gerantsoeneerd. Verder
bleef ons leger gemobiliseerd.
Andries Seijkens (links)
op 25 februari 1918 in de
kazerne van Breda. Foto
archief heemkunde
castenray
‘Als je een boek uit hebt, wil je erover praten’
enigszins formeel houdt, kiest de
eveneens Maastrichtse leesgroep
‘De doorlezers’ voor een lossere aanpak.
„Wij kozen zelf die naam”, vertelt
Roos Bervoets. Met acht vrouwen
van rond de zestig jaar bespreekt ze
eens in de zes weken moderne Nederlandstalige
literatuur. „Wij spreken
juist wel bij iemand thuis af. Met koffie,
thee en vlaai. Onze partners moeten
dan maar even in de slaapkamer
gaan zitten.”
In tegenstelling tot Senia E1, hebben
de Doorlezers geen voorzitter . „Het
gaat vanzelf. De leeswijzer van Senia
is voor ons vooral een handreiking
om gesprekken op gang te krijgen.”
Die gaan vooral over boeken. „De één
vindt een boek geweldig, de ander totaal
niet. Dat is een interessant startpunt.”
Beide leesclubs kennen één
grote gemene deler: „Als Senia er
niet was, zat ik nu niet in een leesclub”,
aldus Sillen. Bervoets sluit zich
daar bij aan. „Die organisatie bracht
ons bij elkaar. Je hebt zoiets nodig om
samen aan de slag te gaan.”
Meer informatie en aanmelding: senia.nl.
Leesclubs schieten, onder leiding
van landelijke organisaties als
Senia, als paddenstoelen uit de
grond. Wie zijn zij? „Als wij boeken
bespreken, moeten onze partners
maar even in de slaapkamer gaan
zitten.”
„Wij doen onze boekbesprekingen
volledig in het Engels. We zijn een
bont gezelschap, waaronder een
Amerikaans echtpaar. Voor de drie
Maastrichtenaren en twee dames uit
Limbricht is het een mooie kans hun
Engels op peil te houden”, aldus Roel
Sillen. Hij is aanspreekpunt van Senia
E1, dat eens per zes weken in een
bistro aan de Groene Loper in Maastricht
samenkomt om Engelstalige literatuur
te bespreken.
Landelijke organisatie Senia brengt
liefhebbers bijeen om boeken en cultuur
met elkaar door te nemen. De
leesclubs die worden gevormd, krijgen
voor hun contributiegeld een
boekenlijst met informatie over auteur,
stijl, context en recensies. Daaruit
kiest elke kring zeven boeken. De
lijsten gaan van moderne literatuur
tot filosofie en geschiedenis, met keuze
uit ruim negenhonderd titels.
Senia E1 ging in januari 2022 van
start. Sillen: „We zijn allemaal gepensioneerd.
Jongeren tref je bij ons niet
aan, die kijken naar teksten op hun
schermpjes.” Hij somt de geneugten
van een leesclub op. „Als je een boek
LIMBURG
Verhalen uit de provincie
Door Marcel van Lier
Voor u geselecteerd!
Op deze pagina presenteert de
redactie van VIA opmerkelijke
verhalen uit Limburg
Leden van leesclub Senia E1 bijeen voor een boekbespreking. Foto Françoise Petersen
uit hebt, wil je er soms over napraten
met anderen. Je leert van elkaar. ‘O,
dat had ik er helemaal niet in gezien’ is
een vaak terugkerende opmerking.
En je leest boeken die je anders niet
zou lezen.”
Niet minder belangrijk is het samenzijn.
„Na een bespreking blijven we
vaak nog gezellig na kletsen. Het is
behalve lezen, ook ontmoeten.” Senia
E1 komt echter niet samen bij iemand
thuis. Sillen: „Het is informeel, maar
we komen niet op elkaars verjaardag.”
Waar Senia E1 het samenkomen