12 Woensdag 17. 01. 2024
literaire hoek
DOOR TON VAN REEN
Volksverhalen gingen
vroeger van oor tot oor
Uit de provincie
Door Hub Bertrand
LIMBURG
‘Inzetten voor sociale strijd is van alle tijden’
Hub Cobben (1908-1976) was zoon
van een mijnwerker en woonde vrijwel
zijn hele leven in de Hoensbroekse
mijnwerkerskolonie De Slak en
werkte op de staatsmijn Emma. Medio
jaren 70 kreeg hij landelijke bekendheid
met acties voor verbetering
van de mijnwerkerspensioenen.
In september 1975 organiseerde Hub
Cobben de Mars naar Den Haag, een
protestactie van 3500 mijnwerkers
op het Haagse Binnenhof. Ministerpresident
Den Uyl weigerde toen om
persoonlijk een petitie in ontvangst te
nemen. In mei 1976 overleed Cobben
aan de gevolgen van een auto-ongeluk.
Bij zijn begrafenis was de opkomst
massaal. Carboon droeg de lp
Witste nog koempel op aan hem.
Tamme Limburgers
De Hub Cobben Prijs is in het leven
geroepen door Ron Meyer uit Heerlen
en voormalig docent geschiedenis
Martin van der Weerden uit Kerkrade.
„Die prijs reiken we uit aan mensen
of organisaties die zich op indrukwekkende
wijze inzetten voor sociale
strijd en rechtvaardigheid, dat is iets
tiecentrum in hun woonwijk. Onze
ambassadeurs zijn onder anderen
voormalig gouverneur Theo Bovens
en zijn opvolger Emile Roemer”, vertelt
Van der Weerden. Hoewel met
Meyer en Roemer twee SP’ers aan de
prijs verbonden zijn, is de prijs partijoverschrijdend.
„Ik ben partijloos en
ons derde bestuurslid, Tom Dragstra,
is D66-raadslid in Heerlen.”
Genomineerden
De genomineerden van dit jaar zijn
Nancy Nijsten (Heerlerheide); Sylvester
Janssen (Sittard); Gertie Buijs
en Jan Leenders (Weert); Frank Caris
(Vaals) en Theo de Groot en Timoer
Reijnders van de Alliantie Behoud
Ziekenhuis Heerlen. Van der
Weerden: „Tot en met vrijdag 26 januari
kunnen belangstellenden hun
stem uitbrengen op één van de genomineerden
via hubcobbenprijs@ziggo.
nl. Waarom de vijf kandidaten
genomineerd zijn staat op www.hubcobbenprijs.
nl. „Het is maar een bescheiden
prijs, maar de nominaties
worden altijd verheugd in ontvangst
genomen en stimuleren mensen in
hun initiatieven.”
Naast de prijs wordt op 30 maart de Hub Cobben
Rede gehouden, waarin cineast Sinan
Can en de Amsterdamse wethouder voor armoedebestrijding
Marjolein Moorman hun visie
geven op macht en tegenmacht. In juni is in
Landgraaf de Hub Cobben Wandeling.
van alle tijden”, licht Van der Weerden
toe. „We willen af van het beeld
van de ‘tamme Limburgers’. Hub
Cobben was daar een schoolvoorbeeld
van. Hij toonde lef, had lak aan
autoriteit en kwam op voor zijn mensen.
Hub was geen beroepspoliticus,
maar een jongen van de koel en bracht
socialisten en katholieken in beweging.
Uitzonderlijk in die tijd.” Met
zijn charisma is hij ook voor de huidige
generaties een inspirerend voorbeeld,
menen de initiatiefnemers. „Er
wordt veel gescholden, met name
vanachter het toetsenbord, maar
kom liever in actie tegen onrecht.”
De prijs is een initiatief uit de Parkstad,
maar heeft nadrukkelijk een
provinciaal karakter. „In 2019 was
Jan van de Ven uit Venray de eerste
die hem in ontvangst nam namens actievoerders
die zich sterk maakten
voor verlaging van de werkdruk in
het primair onderwijs. De laatste
prijs was voor Chris Meys, namens de
Buurtraad Limmel, vanwege het verzet
tegen de komst van een distribu-
In Hoensbroek is een pad naar hem
genoemd, terwijl in 2019 de Hub
Cobben Prijs in het leven is geroepen.
Die wordt op zaterdag 27
januari om 16.00 uur in het Nederlands
Mijnmuseum in Heerlen voor
de vijfde keer uitgereikt.
Hub Cobben bij de Staatsmijn
Emma. Foto archief Stichting
Hub Cobben Prijs/Dries Linssen
REGIO
schap Heksendans uit Kessel bij de
oven liggen en hinderen de bakker bij
zijn werk.
In Meijel werd een soortgelijk verhaal
verteld over de vrouw van een molenaar
die in een lange nacht de maalstenen
aan het scherpen was. Dat
deed hij altijd ’s nachts, als de molen
stilstond. Onverwacht kwam er een
zwarte kat binnen, ze streek langs zijn
benen en sprong een paar maal op de
molensteen. Hij joeg haar weg, maar
ze bleef steeds hinderlijk op de molensteen
springen die hij aan het scherpen
was en speels naar de moker grijpen.
Hij werd kwaad en sloeg haar
met de moker. Krijsend vloog ze de
molen uit. Toen hij pas tegen de ochtend
naar bed ging, lag zijn vrouw met
verband om haar handen te kermen
van pijn. Toen begreep hij dat zijn
vrouw een heks was.
In Panningen werd zo’n verhaal verteld
over de vrouw van een smid.
In veel verhalen speelden zwarte katten
een hoofdrol. Ze worden niet meer
verteld. Ze zijn bijna vergeten. Maar
gelukkig hebben onder meer pastoor
H. Welters (Spaubeek), Piet Abrahams
(Nunhem), Graad Engels (Helden),
Leo Janissen (Stramproy) en
Jef Leunissen (Maastricht) ze bijgezet
in boeken.
In de literaire wereld wordt nogal
minnetjes gedaan over volksverhalen,
de verhalen van de straat, de verhalen
van de vertellers die losjes waren
gebaseerd op wat ooit in de eigen
omgeving echt was gebeurd. Van dorp
tot dorp waren ze ongeveer hetzelfde,
vaak een beetje anders ingekleurd,
met andere hoofdpersonen, met andere
nukkigheden. Herkenbare mensen,
liefst uit eigen dorp of gehucht.
Elk dorp had een aantal vertellers, de
schrijvers zonder pen en papier. En
dan waren er nog de kooplieden die
rondtrokken met hun waren en vaak
ook het talent van vertellen bezaten.
Ze gebruikten het om volk te verzamelen
en tussen het vertellen door
hun waren te verkopen. De dorpsvertellers
zaten gewoonlijk op de bank
voor hun huis en de buurtgenoten verzamelden
zich rond hen. In de winter
zaten ze bij de haard. Ze vertelden de
verhalen van generatie op generatie
door, van oor tot oor. Het was ook helemaal
niet gek als een toehoorder zijn
eigen versie van het verhaal begon te
vertellen, dat hij hier of daar op een
kermis of in een kroeg in een naburig
dorp had gehoord.
Hier volgt een zo’n verhaal dat in elk
dorp wel toepasbaar was. Zo was er
een bakker in Kessel die het erg druk
had en in de dagen voor Kerstmis tot
diep in de nacht doorwerkte. Rond
middernacht kwam er een zwarte kat
binnen, streelde spinnend langs zijn
benen en ging bij de warme oven liggen.
Maar de kat kwam steeds vaker
langs zijn benen kroelen. Toen hij een
keer over haar struikelde en een verse
vlaai uit zijn handen liet vallen werd
hij boos, pakte een pan met kokend
water en gooide die naar de kat. Briesend
van pijn en woede verdween ze.
Toen de bakker laat in de nacht ging
slapen, vond hij zijn vrouw in bed met
brandwonden. Dus zij was het geweest
die hem als kat gezelschap had
willen houden. Hij begreep dat ze een
heks was en joeg haar voorgoed de
deur uit. Daar deed hij geen goed aan.
Hij vergat dat zijn vrouw veel van hem
hield en hem graag gezelschap had
willen houden. Maar dan had ze hem
toch ook kunnen helpen bij zijn werk?
In een variant van het verhaal komen
zeven zwarte katten uit de buurt-
In de Literaire Hoek besteden
verschillende Limburgse auteurs,
verenigd in de Werkgroep Limburgse
Schrijvers, wekelijks aandacht
aan lezen en literatuur in Limburg.
Vandaag: Ton van Reen over
volksverhalen.