Woensdag 22. 11. 2023 REGIO 3
Wullem
DOOR WIM MOORMAN
Column
Wat is dat toch met pompstations?
Enkele jaren geleden werden het
monumentale pompstation
Breehei in Veulen en het naastgelegen
filtergebouw rücksichtslos
gesloopt, hoewel eigenaar Waterleiding
Maatschappij Limburg
(WML) eufemistisch sprak van
‘vernieuwing van de productielocatie’.
De directeur-generaal van de
Volksgezondheid noemde het
pompstation bij de ingebruikname
in 1950 ‘een symbool van de
wederopbouw en het herstel van
deze zo zwaar getroffen streken’.
Het rustiek ogende pompstation
contrasteerde met het hoog
oprijzende robuuste, ongenaakbare
filtergebouw. En toch vormden
ze een fraai ensemble, voorbeeldig
ingepast in de omgeving.
Bijna drie jaar geleden betreurde
ik op deze plaats het heengaan van
het pompstation en het filtergebouw.
Ik sloot de column destijds
af met een wens: ‘Laten WML en
gemeente Horst aan de Maas
alsjeblieft, alsjeblieft zuinig zijn op
het pompstation aan de Broekhuizerweg
in Lottum.’
En nu lijkt ook dat pompstation in
Lottum in bijzonder zwaar weer te
verkeren. WML op zijn website:
‘Ondanks dat het pompstation
enkele keren is gerenoveerd, zijn
het gebouw en de winputten aan
vervanging dan wel renovatie toe.
WML gaat fasegewijs nieuwe
winputten boren, een deel van de
installatie renoveren en op hetzelfde
terrein een nieuw pompstation
bouwen.’ Deze woorden zorgvuldig
interpreterend lijkt het me
nagenoeg uitgesloten dat het
bestaande gebouw uit de jaren
zestig behouden blijft. Dat stemt
me opnieuw verdrietig.
Wat me aanstaat aan het ensemble
van gebouwen van pompstation
Lottum, is in de eerste plaats de
grotendeels glazen voorgevel van
het hoofdgebouw. Die verleent het
met zijn strakke ritme de allure
van een grootstedelijke flat. Verder
spreekt de stilistische eenheid van
hoofdgebouw en bijgebouwen me
aan. Ook de architectonische
detaillering en de beplanting zijn
bijzonder. Aan alles valt af te lezen
dat dit complex uiterst zorgvuldig
is vormgegeven en dat bij de bouw
niet op een gulden meer of minder
hoefde te worden gekeken.
Het pompstation in Lottum is het
zoveelste prominente Noord-Limburgse
gebouw uit de wederopbouwperiode
dat verloren dreigt te
gaan. Je kunt niet alles bewaren.
Maar de veronachtzaming van
architectuur uit de eerste naoorlogse
decennia neemt geleidelijk
wel buitensporig rigoureuze
vormen aan. Ik herhaal: wanneer
gaan Horst aan de Maas en Venray
nu eindelijk eens serieus werk
maken van inventarisatie en
behoud van wederopbouwarchitectuur?
Reageren?
redactievenray@delimburger.nl
Pompstation
Bestuur en Raad van Elf anno 1955.
Foto CV De Vöskes
meerlo
Vöskes halen hun slimste
streken uit met carnaval
Vroeger vierde chauvinisme hoogtij
op het platteland en had elk dorp
een, doorgaans niet al te flatteuze,
bijnaam. Die van Mieëldere werden
in de buurdorpen uitgemaakt voor
‘vos’. Meerlonaren stonden te boek
als sluw. Zelf zagen ze dat vooral als
een compliment. Toen Egbert
Geurts in 1948 in café Hoekse Hannes
met een theemuts op de kop en
een tafellaken omgeknoopt tot eerste
prins van het dorp werd gebombardeerd,
keek niemand er van op
dat hij zijn onderdanen aansprak
als vöskes. Dat de carnavalsvereniging
zo heet en het dorp met vastelaovend
als vossehol wordt aangeduid,
vinden ze in Meerlo niet meer dan
logisch. Sterker nog, ze zijn er hartstikke
fier op!
Mieëlderse vos, d’n duvel is los luiden
de beginregels van een oud versje.
Listig waren ze zeker, de pioniers
van de vastelaovend in Meerlo. Het
was een slimme vossenstreek om
meteen na de oorlog, in 1947, werk te
maken van de groeiende behoefte
om carnaval te vieren in eigen dorp.
Daarmee waren ze alle buurdorpen
van de huidige gemeente Horst aan
de Maas te vlug af. Door leden van de
plaatselijke ruiterclub, voetbalclub
en fanfare werd een organiserend
comité gevormd. De eerste carnavalsactiviteit
vond volgens de overlevering
plaats in zaal Speycken, nu
’t Brugeind. Er speelde een kapel die
bestond uit muzikanten van de fanfare.
Burgemeester Baron de
Weichs de Wenne was aanwezig en
zag dat het goed was. Minder goed
verliep de intocht. Het paard dat de
prinsenwagen voorttrok, werd
bang van alle bonte versieringen en
sloeg op hol, waardoor prins Egbert
met kar en al in een sloot belandde.
Bij zijn opvolger Handrie I (Reijntjes)
werden theemuts en tafellaken
vervangen door een chique steek en
een met goudgalon afgezette rode
mantel. Hij droeg verder een statige
officiersjas met koppel en een scepter
in de vorm van een vos. Over
brouwerszoon Vic Geurts, de prins
van 1950, staat in de annalen dat hij
het presteerde om binnen de twaalf
klokslagen om middernacht dertien
glazen bier leeg te drinken.
In 1952 nam de carnavalsvereniging
officieel de organisatie van de Mieëlderse
vastelaovend over. Vijf jaar later
werd Frans Coenders als eerste
vorst geïnstalleerd, met als titel Vos
Reynaert I. Een andere mijlpaal in de
77-jarige historie van De Vöskes
was de eerste Mieëlderse Revue in
1966.
Het jubileum wordt van 24 tot 26 november
gevierd in de loods van
Maatschap Cornelissen aan de Veestraat.
Na de jeugdparty op vrijdag
ontvangen de Vöskes zaterdag alle
zusterverenigingen uit Horst aan
de Maas op de voor iedereen toegankelijke
feestavond met muziek
van Sjloetingstied en joekskapel
Krom dur d’n Bocht. De slotdag
staat in het teken van een reünie. Na
de mis volgt een brunch voor oudprinsen
en -boerenbruidsparen.
Vanaf 13.30 uur spelen Richtig Spiet
en joekskapel Ald Iëzer uit Horst op
de afsluitende feestmiddag.
Kijk ook op www.cvdevoskes.nl.
‘Vos’ is volgens het oude dialectwoordenboek
van Meerlo-Wanssum
een scheldwoord voor inwoners
van Mieëldere. Voor de leden
van carnavalsvereniging De Vöskes
is het al 77 jaar een geuzennaam
waar ze trots op zijn.
Door Marcel van Lier
‘De prins en nar zijn bij ons
een onafscheidelijk koppel’
» Vervolg van de voorpagina.
De outfit van zijn opvolger Joop Baltissen
zag er al een stuk prinselijker
uit. Hij droeg een Jocus-achtige
muts met veren, een mantel en een
scepter met een varken erop. En
werd, net als alle prinsen die na hem
kwamen, vergezeld door een nar.
Het is sindsdien een onafscheidelijke
twee-eenheid in de Merselse vastelaovend.
Het afsluitende jubileumweekend
vindt van 24 tot 26 november plaats
in een tot feesthal omgebouwde bedrijfsloods
en wordt vrijdag door de
buutteredners Frans Bevers, Jasper
van Gerwen, Boy Jansen, Theo
Nellen, Hans Keeris en Freddie van
den Elzen ingeluid met een gulle
lach. Zaterdag maken De Zagewetters
zich op voor een vorstwisseling
en zijn er optredens van de Rosentaler
en Bjorn en Mieke. Zondag volgt
nog een brunch met aansluitend
een feestmiddag.
Venray
Kerstmarkt op de Grote
Markt als nieuwe traditie
Dit jaar introduceren Venray Centraal
en de horeca op de Grote
Markt een nieuwe traditie voor jong
en oud: van 14 tot 30 december
wordt de Grote Markt voor de eerste
keer omgetoverd tot kerstmarkt.
Dit initiatief is voortgebracht uit
een samenwerking tussen Gastrobar
TOF, De Uitmarkt, Café Compaen
en De Klokkenluider. Kerstliefhebbers
kunnen genieten bij de
Fontijnbar, waar glühwein en warme
chocolademelk verkrijgbaar
zijn. Onder een hemel van lichtjes
treffen de bezoekers kramen vol lokale
ambachten en cadeau-ideeën,
zorgvuldig samengesteld door de
winkeliers van Venray.
Ondernemersprijs voor
Middelpas Hoveniers
De ondernemersprijs ging naar
Middelpas Hoveniers, het bedrijf
van Robert van Gerven en zijn zoon
Ben. De jury prees hun ‘diepgewortelde
focus op duurzaamheid, streven
naar de laagste CO2-footprint
per medewerker en inzet voor circulariteit’.
Het Swolgense hoveniersbedrijf
streed binnen het thema
duurzaamheid met overige genomineerden
Viduro Strategische
Denkers en Impactvergroters en
CMS Energiesystemen om de
winst.
Jikke van Gerven, dochter van Robert
en zus van Ben, maakte het familiefeest
compleet door beslag te
leggen op de Young Professional
Award. Ze won een cheque van 500
euro voor haar onderneming
Driven by Jikke.
De andere kandidaten voor deze
nieuwe publieksprijs waren Sten
Hoeijmakers van CULT en Joeri
Arts van AJ-Sports.
horst/swolgen
De familie Van Gerven uit Swolgen
kwam vorige week bij de uitreiking
van de Ondernemersprijs van
Horst aan de Maas in ’t Gasthoês
als grote winnaar uit de bus.