Woensdag 06. 12. 2023 13
literaire hoek
Blerickse schrijfster Jo Nabben is te laat geboren
N IEUW IN N EDERL AND
LET’S GO
HAMSTRAAT 6
ROERMOND
WWW.GRANDOPTICAL.NL
*Vraag naar de voorwaarden in de winkel of kijk op grandoptical.nl
25%
KORTING
OP EEN COMPLETE BRIL*
De beste selectie van de mooiste
designermerken. Oogzorg van topniveau.
Stijl. Klasse. En echte, echte aandacht.
Mogen we ons voorstellen?
Wij zijn GrandOptical. Nieuw in Nederland.
En alles wat je in een opticien hoopt te vinden.
Misschien zelfs wel een beetje meer.
REGIO
Bijbelse romans
Op zich is het niet vreemd dat Jo
Nabben Bijbelse romans schrijft,
want ze groeit op in een diepgelovig
katholiek gezin dat een geïsoleerd
bestaan leidt. Vader is een schoenmaker
die tevens een schoenenzaak
drijft aan de Blerickse Pontanusstraat.
Jo, die tot haar 55ste thuis
blijft wonen, krijgt het sterke geloof
dagelijks mee. Ze leest ook elke dag
de Bijbel. Het boek wordt haar belangrijkste
inspiratiebron. Tijdens
de Tweede Wereldoorlog schrijft ze
De overspelige vrouw (herdrukt als
Rachel). Het in 1948 verschenen
boek speelt in de tijd van Jezus en
belicht zijn strijd met de behoudende
joodse rabbi’s en het conflict tussen
de joden en de Romeinse bezetters.
De debuutroman wordt gevolgd
door Hagar in 1959 en Izebel en
de ongelovigen in 1967. Haar onderwerpen
en haar boodschap verpakt
ze telkens in een avonturenverhaal
met als ingrediënten liefde, jaloezie,
verraad, moord en doodslag.
Nabbens boeken krijgen over het algemeen
goede recensies, zeker in
Limburg, waar ze wordt gezien als
de opvolgster van Marie Koenen.
Toch worden de romans geen succes,
ze zijn simpelweg ingehaald
door de tijd, de religieuze stof wordt
niet meer gepruimd. De schrijfster
Jo Nabben is te laat geboren.
Als de Bijbel je favoriete boek is,
heeft dat invloed op wat je schrijft.
Zo ook bij de Blerickse schrijfster Jo
Nabben (1911-1988), die in de eerste
decennia na de Tweede Wereldoorlog
drie Bijbelse romans publiceert
en zes heiligenlevens.
Dat doet ze niet zomaar. In een interview
uit 1960 met het blad
Nieuws van de Staatsmijnen in Limburg
vertelt ze dat ze ervan overtuigd
is dat zij als schrijfster de
plicht heeft mensen gelukkig te maken
en dichter bij God te brengen.
„Niet door op elke bladzijde Zijn
naam te noemen, maar enkel door
hun Zijn voortdurende werkzaamheid
in alle dingen die er zijn en gebeuren,
te doen voelen”, stelt ze.
Nabbens timing is echter niet best.
Want ze schrijft haar romans in een
tijd waarin de maatschappij en de literatuur
om vernieuwing schreeuwen.
Het gist en broeit in de jaren
vijftig en zestig en de mensen keren
zich af van het geloof. In de literatuur
dienen nieuwlichters zich aan,
zoals Gerard Reve (De avonden,
1947), Harry Mulisch (Archibald
Strohalm, 1952), Jan Wolkers (Kort
Amerikaans in 1962) en Jan Cremer
(Ik, Jan Cremer in 1964).
Meisjesboeken
Voordat ze zich bij het schrijven laat
leiden door onderwerpen uit het
Oude en Nieuwe Testament is Nabben
actief in een heel ander genre.
Ze is er al vroeg bij als schrijfster,
vanaf haar vijftiende verschijnen
meisjesboeken van haar hand. In
1926 komt haar debuut uit, getiteld
Het einde van Lo’s bakvischtijd. Haar
eersteling handelt over de wederwaardigheden
van meisjes in de
examenklas van een middelbare
school.
Het boek, in de winkels gebracht
door de bekende jeugdboekenuitgeverij
Gebrs. Kluitman in Alkmaar,
wordt door negen andere titels gevolgd.
Daaronder Go’s taak (1932),
Voorjaarsstorm (1937) en Meisjes met
een baan (1940). De boeken zijn populair
en verkopen goed. Ze kan
echter niet leven van de pen en
werkt daarom in de schoenenwinkel
van haar ouders. Buiten de meisjesboeken
waagt ze zich aan drie toneelstukken,
waaronder Chrysostemis
(1937), die met succes door
verschillende toneelverenigingen
werden opgevoerd.
In de Literaire Hoek besteden
verschillende Limburgse auteurs,
verenigd in de Werkgroep Limburgse
Schrijvers, wekelijks aandacht
aan lezen en literatuur in Limburg.
Vandaag: Adri Gorissen over Jo
Nabben.
Jo Nabben. Foto Fotocollectie DSM,
uit archief Regionaal Historisch Centrum Limburg
DOOR ADRI GORISSEN