Gezond in 11
dinsdag 16 juni 2020
Naar eigen zeggen
is hij “geboren als
zorgdier”. Dus
toen Roger van
den Eijnden
zijn
therapeutische
praktijk vanwege
corona moest
sluiten,
pakte hij
binnen no time zijn
oude vak op als IC-verpleegkundige
in het Maastricht
UMC+. Totdat hij
zelf ziek werd.
Tekst: Meyke Houben
Beeld: Moniek Wegdam
Na elf jaar weer even aan
het werk op de IC
Toen Nederland
half maart zo
goed als op slot
ging, zag Roger
van den Eijnden
de bui al
hangen. “Thuis
zitten is niks voor mij. Ik wilde
me nuttig maken, iets betekenen
voor mensen die ziek zijn. Dus
toen mijn oude werkgever, het
Maastricht UMC+, belde of ik
kon inspringen op de Intensive
Care, heb ik dat zonder aarzelen
gedaan.”
Roger wist waar hij aan begon,
want hij werkte 21 jaar in het
Maastrichtse ziekenhuis. “Het
voelde meteen als thuiskomen.
Na elf jaar was ik terug op ‘mijn
afdeling’, de IC, en kwam ik oude
collega’s weer tegen. De zorg
aan het bed verandert eigenlijk
niet, daarvoor moet je een soort
‘Fingerspitzengefühl’ hebben.
Maar sommige aspecten van het
werk zijn de afgelopen tijd wel
geëvolueerd. Dus kreeg ik eerst
een stoomcursus, vooral bedoeld
om nieuwe technieken, zoals het
digitale informatiesysteem, onder
de knie te krijgen. Dat ging goed:
na twee dagen was ik gewend.”
Saamhorigheid
Meteen ging Roger vol aan de
bak als IC-verpleegkundige.
“Op de IC is het altijd hollen of
stilstaan. Als een patiënt binnenkomt,
ben je de eerste uren bezig
met stabiliseren en installeren.
Tijd om een boterham te eten,
is er niet. Opvallend in deze
crisistijd was de enorme saamhorigheid
onder de collega’s. In ons
team werd veel gerouleerd, ook
met mensen van andere afdelingen.
Maar iedereen hielp elkaar.
We hadden allemaal hetzelfde
doel voor ogen: the job must be
done. Ik heb veel respect voor
alle collega’s, die in een warm en
benauwd pak soms wekenlang
aan een stuk hebben gewerkt.”
Tijdens de periode op de IC zag
Roger ook hoe ingrijpend de
gevolgen van corona kunnen zijn.
“Het ziektebeeld is heel wisselend
en niet te voorspellen. Ik heb
mensen zien overlijden. Dat gaat
je niet in de koude kleren zitten.
Maar het ergste was nog dat ik
naast een stervende patiënt aan
het bed stond, terwijl zijn echtgenote,
met wie hij zestig jaar was
getrouwd, niet bij hem mocht zijn
en van achter het raam moest
toekijken.”
Roger van den Eijnden
Therapiepraktijk
Na een aantal weken in het ziekenhuis,
kreeg Roger zelf klachten.
Hij werd getest en bleek
besmet met het coronavirus.
“Hoe en waar ik besmet ben geraakt,
weet ik niet, maar het was
heftig. Ik had alle symptomen:
hoesten, koorts, benauwd en
enorme vermoeidheid. Het heeft
drie weken geduurd, voordat ik
weer fit was. In het ziekenhuis
ben ik na mijn besmetting niet
meer geweest. Jammer, want ik
had graag langer willen blijven.
Maar ik heb wel het gevoel dat ik
tenminste iets heb kunnen doen.
Liever zo, dan dat ik achteraf zou
horen dat de collega’s het werk
niet aankonden.”
Intussen is Roger genezen en
heeft hij zijn praktijk voor neuromusculaire
therapie weer voorzichtig
opgestart. Uiteraard met
gebruik van beschermingsmiddelen
en volgens het coronaprotocol
van de overheid. “Ik heb altijd
met veel plezier in het ziekenhuis
gewerkt. Zeker op de IC, waar
je een grote verantwoordelijkheid
hebt en specialistisch bezig
bent. Toch heb ik op een bepaald
moment gekozen voor een eigen
therapiepraktijk. Vooral omdat ik
nu zelf mijn agenda kan bepalen.
Geen nachtdiensten meer, niet
meer werken tijdens feestdagen,
daar geniet ik van. Ik zal altijd
actief blijven in de zorgverlening,
want dat zit eenmaal in me. En
bij het Maastricht UMC+ heb
ik aangegeven dat ik gerust nog
eens wil inspringen als dat nodig
is.”