Opgroeien in Limburg 9
Wijze levenslessen
Wij hadden thuis een zoetwarengroothandel, mijn vader was zakenman pur sang, waarvan óók ik de vruchten heb
geplukt door de vele wijze adviezen én levenslessen die hij gaf en die ik weer dankbaar aanvaardde voor mijn latere
eigen zaak. Ik groeide op in een warm en liefdevol gezin. Bij ons was gastvrijheid troef. Altijd samen aan één grote tafel,
beminnelijke en onvergetelijke momenten die nu weer worden gecontinueerd bij ons eigen gezin. Als katholieke
familie gingen wij elke zondag naar de kerk, mijn vader was vele jaren collectant terwijl ik als misdienaar erg betrokken
was bij het geloofsgebeuren. Later werd ik lid van het kerkelijk zangkoor, hetgeen een prachtige voorbereiding
was voor mijn verdere leven als zanger bij diverse koren. Mijn moeder hielp mij altijd met huiswerk van de lagere
school tot en met het middelbaar, hetgeen ikzelf ook weer deed met mijn eigen kinderen en kleinkinderen. Respect
en aandacht voor de medemens stond hoog in ons vaandel geschreven. Mijn ouders waren empathische mensen
die altijd voor iedereen klaarstonden; helpen waar kan en geïnteresseerd zijn in je naasten. Eerlijkheid vonden zij
buitengewoon belangrijk. Hun motto: “iemand die liegt, die bedriegt”. Allemaal wijze levenslessen die ik meekreeg
en heb doorgegeven aan onze kinderen.
Mijn levenslessen
In de jaren 70 ben ik afgestudeerd als kleuterleidster aan de
KLOS in Heerlen. De banen lagen niet voor het oprapen in die tijd,
maar gelukkig kon ik snel aan de slag bij de St. Martinusschool
in Welten. Hier ben ik 43 jaar aaneensluitend geweest, dit mede
door toedoen van mijn ouders. Als je in die tijd kinderen wilde,
dan was het ongebruikelijk om te blijven werken als moeder.
Vooral mijn vader was een stimulans, hij vond het zonde om je
studie weg te gooien. Wat ook belangrijk werd geacht door mijn
ouders was je zelfstandigheid als vrouw te bewaren, je eigen
geld te verdienen en in nood altijd alleen verder te kunnen leven,
zonder je hand hoeven op te houden. Zo waren mijn ouders betrokken
bij de planning van onze kinderwens. Mijn moeder heeft
vele jaren op mijn kinderen gepast en dat betaalt zich nu uit in
mijn pensioen. En als tweede les was er altijd thuis het sociaal
zijn ten opzichte van iedereen. Als er aan de straat werd gewerkt
altijd de mensen verzorgen met koffi e en iets lekkers. De mensen
van het vuilnis altijd bedanken bij de eindejaarwisseling en ze
trakteren. Iedereen behandelen zoals jezelf graag behandeld zou
willen worden.
Tineke Kluytmans, Heerlerbaan
Noël van Hooren, Lanaken
Religie
Mijn ouders ondervonden veel steun aan hun geloof en voedden ons katholiek op. We gingen dagelijks
vóór school naar de H. Mis. Na het zien van vele missiefi lmpjes uit Afrika en Indonesië, wilde ik
missiezuster worden. Dat leek me wel wat. Mijn zusje plaagde me met de opmerking, dat ik dat best
risicoloos kon doen, omdat ik te mager was voor eventuele kannibalen. Mijn vader ging er serieuzer
op in en vroeg me of ik wist van de geloftes die ik zou moeten afl eggen; Armoede, kuisheid en
gehoorzaamheid. De eerste twee zeiden me niets of nog niets. Gehoorzaamheid was een dingetje.
Daar had ik al veel moeite mee. Mijn vader haalde een voorbeeld aan van een opdracht van Moeder
Overste: “Pomp die mand vol water”. Mijn reactie: “Dat kan toch niet!”, waarop mijn vader zei: “Zie je
hoe zwaar onvoorwaardelijk gehoorzamen kan zijn”. Mijn repliek: “Ik kan toch ook denken”. Zijn wijze
reactie: “Die gave gaf God jou mee. Aan jou de keus ermee te doen wat je goeddunkt”. Dat zette me
aan het denken en ik koos niet voor het klooster. Gelukkig maar, want gelukkig getrouwd, kreeg ik
twee schatten van kinderen en vier heerlijke kleinkinderen.
A. Bemelmans, Bunde
Omkijken naar elkaar
Wat wij van huis uit hebben meegekregen is: Omkijken naar elkaar. Mijn ouders zijn vroeger verhuisd om in
te gaan wonen bij een oom die weduwnaar was geworden. Hij is bij ons blijven wonen tot hij stierf. Mijn vader
heeft bij mijn zus ingewoond tot zijn sterven. Vroeger ben ik samen met mijn zus (ik was een jaar of 6) een paar
nachten gaan slapen bij een mevrouw bij ons in de straat die weduwe werd en verder geen familie had in de
buurt. Dat deed je gewoon. Je liet iemand niet alleen. Mijn moeder ging bezoekjes afl eggen of boodschappen
doen bij mensen die hier behoefte aan hadden. Dan ging ik als kind al met haar mee. Dat heb ik van haar over
genomen. Ik ga ook bij mensen op bezoek waarvan ik weet dat ze er behoefte aan hebben. In ons dorp heb ik,
samen met vrijwilligers, 15 jaar geleden een hoeskamerproject opgestart. Wij waren de eerste. Nu zijn er veel
hoeskamers. Hier kunnen mensen terecht om even met anderen samen te zijn. Kopje koffi e, praten met elkaar,
spelletje doen. Gewoon even samen zijn. Omkijken naar elkaar. Dat is een van de waardevolle dingen die ik van
huis uit heb meegekregen en waar ik mijn ouders heel dankbaar voor ben.
Maria Habets-Bergmans, St. Geertruid
“Geit neet, besjteit neet”
Dit was Pa zijn motto. Zelfs mijn zus als leidinggevende
zegt dit tegen haar medewerkers als men iets niet
wil of denkt niet te kunnen. Hij wist ook altijd wel een
oplossing te bedenken. Vond ik de stoelen mooi, maar
was de bekleding niet de juiste kleur? Koop ze maar,
dan bekleden we ze wel zelf in de juiste kleur. Was er
iets stuk, hij vond altijd een oplossing om het te repareren.
Zei iemand nee tegen een voorstel, ging hij toch in
discussie waardoor het een ja werd. Afgelopen maand
wilden we met de familie een uitje boeken en was net
het seizoen afgelopen, waren we een week te laat.
Refererend aan zijn motto stuurde ik een mailtje of men
misschien een uitzondering wilde maken en ja hoor, we
konden boeken en hadden een fantastische dag. Ons
ma was meer van “schjiet aan de lui”. Wij denken zelf
dat t een afzetten is geweest tegen haar moeder die
altijd zei “dink aan de lui”. Ze was tegendraads, een van
de eerste vrouwen met het motorrijbewijs en vrachtwagenrijbewijs.
Dat was in de vijftiger jaren heel bijzonder.
Heeft altijd buitenshuis gewerkt, in het begin uit noodzaak,
later uit eigen belang omdat ze het gewoon leuk
vond, ook al had ze drie kinderen. We mochten al heel
vroeg hippe kleren, een minirok, kan me herinneren dat
we beide in een ‘hotpants’ liepen, make-up, nagellak
en als we daardoor van school gestuurd werden, ging
zij t wel rechtzetten. Volgens mij was ik de eerste die
in een spijkerbroek de plechtige communie deed.
Terugkijkend heb ik wel eens als alleenstaande moeder
tegen mijn zoon gezegd: “als mijn moeder me niet had
opgevoed met “schjiet aan de lui” en mijn vader niet
met “geit neet, besjteit neet” was jij waarschijnlijk nooit
geboren, dan had ik die keuze nooit durven maken. Ik
ben hen zo dankbaar daarvoor en daardoor al 33jaar
superblij met mijn zoon.
Isabel Hendrix, Elsloo
Ooit gehoord van een wijze
vader: “doe nooit iets in je leven
waarvoor je eigen kinderen zich
moeten schamen”. Denk dat dit
een zeer waardevolle levensles
voor iedereen zou zijn.
Lily Jeurissen, Maastricht
Bij ons thuis
Bij ons was moeder altijd thuis. Er was rust en regelmaat.
Dit was in de jaren ’70 en ’80. We leerden te
luisteren naar wat pap en mam en anderen vertelden.
Er was veel respect voor mensen, ouder dan jezelf. We
spraken iedereen aan met U. Je ouders zijn je voorbeelden.
Ik leerde eerlijk en oprecht te zijn en te zorgen
voor elkaar. Afspraak was dat we eerst mam hielpen
in huis en als dat niet meer nodig was, hielpen we
pap buiten. Dat waren vaak kleine karweitjes, zoals de
kamer stoff en of buiten het pad met de bezem vegen.
Daarna hadden we tijd voor onszelf tot de volgende
maaltijd klaar was. Tijdens schooldagen hoefden we
alleen maar mee te helpen met de afwas. Er was geen
afl eiding van social media. In mijn beroep in de gezondheidszorg
heb ik veel profi jt van de waarden die mijn
ouders mij geleerd hebben. De zieke mens benaderen
met respect voor de persoon die hij is in heel zijn
wezen, niet alleen zijn ziekte, is iets wat ik me altijd voor
ogen houd. Doordat ik eerlijk ben en aandacht voor ze
heb, gaan mensen me vertrouwen.
M. Knops, Munstergeleen
Beeld: Getty Images