TEKST MEYKE HOUBEN BEELD MONIEK WEGDAM MENS
Twee generaties:
Antilliaanse gastvrijheid in Gronsveld
Voilà
13
Als oudste van een gezin met zes kinderen kwam Ruby Cathalina op zijn dertiende vanuit Curaçao naar Nederland,
waar zijn oma zich over hem ontfermde. “Zij was als een tweede moeder voor mij.” Er volgde een “turbulente periode”.
Ruby leerde ervan hoe belangrijk het is om onafhankelijk te zijn. Een les die zoon Ziggy van hem heeft overgenomen.
Breed hadden ze het thuis niet,
herinnert Ruby zich. “Wij
waren als kind al blij als we
een keer wat kregen. Ik wilde
dat mijn kinderen het beter zouden hebben.”
Zijn inmiddels volwassen zoon Ziggy
realiseert zich nu hoe goed dat is gelukt. “Ik
ben er trots op dat mijn vader zich vanuit
zijn jeugd heeft opgewerkt tot wat hij is.
Als kind heb ik altijd het idee gehad dat
ons niets werd ontzegd. Mijn generatie is
bijvoorbeeld echt van de merkkleding. Die
kreeg ik ook, als ik dat wilde.” “Maar we
hebben onze kinderen niet onnodig verwend”,
haast Ruby zich te zeggen.
Ook al woont Ruby intussen het grootste
deel van zijn leven in Limburg, toch
vormen zijn Antilliaanse roots de basis
van zijn levenshouding. “Op Curaçao is
overal muziek. Thuis stond altijd de radio
aan en werd veel gedanst. In mijn jonge
jaren deed ik aan breakdance, nu run ik al
twaalf jaar samen met mijn vrouw een
dansschool voor Latijns-Amerikaanse
dansen.
Ook bij familiefeesten wordt
veel en uitbundig gedanst.”
Gastvrijheid is bij het gezin Cathalina
eveneens
vanzelfsprekend. “Al mijn vriendjes
konden bij ons zo binnenlopen en meeeten”,
vertelt Ziggy. “Nu nog steeds. Dat
heb ik altijd heerlijk gevonden. Het is zeker
iets wat ik van mijn opvoeding wil meenemen.
Daar staat tegenover dat te laat komen
ons ook met de paplepel is ingegoten. Op
Curaçao is het warm, mensen passen hun
tempo daarop aan. Tijd krijgt daardoor een
ander begrip dan in Nederland.”
In zijn zoon ziet Ruby veel van zichzelf
terug. “We zijn beiden positief ingesteld,
houden van reizen en zien snel commerciële
kansen.” “Pap heeft zijn eigen spoor
gevolgd”, meent Ziggy. “Hij werkt in loondienst
én als zelfstandige. Zo wil ik het ook:
voor de vastigheid is het fijn om een baan te
hebben, maar daarnaast hou ik van handel
drijven. Samen met een vriend heb ik een
eigen kledinglijn, daarin kan ik mijn ei kwijt.
Ik neem een voorbeeld aan mijn vader; die
werkt hard en is altijd met allerlei dingen
tegelijk bezig.”
Toen hij bij zijn oma woonde, zorgde Ruby
voor zijn neefjes, die een stuk jonger waren
dan hij. “Ik gaf ze te eten, verschoonde
luiers. Ik was gewend met baby’s om te
gaan. Toch is dat niet te vergelijken met
zelf kinderen krijgen. Stapelverliefd was
ik, meteen. Ik ben trots op de persoon die
Ziggy is geworden. In hem – en ook in mijn
ZIGGY OVER RUBY:
“Pap is een ongelooflijk
harde
werker, heel lief, maar
hij staat ook op zijn strepen”
dochter – zie ik de waarden terug die we
onze kinderen hebben meegegeven. Ziggy
heeft ambities, dat waardeer ik.”
Vooruitblikkend denkt Ziggy dat hij de
opvoedstijl van zijn ouders vrijwel helemaal
overneemt. Op één ding na: “Ik hou zelf
van op stap gaan. Dan wordt er ook genoeg
gedronken. Mijn ouders drinken geen alcohol,
ze zijn daar nogal serieus over, vind
ik. Ze snappen niet echt wat er leuk is aan
drinken, maar eigenlijk is dat ook wel
weer goed.”
Uit alles spreekt dat de Cathalina’s een
hecht gezin vormen. Een uitspraak van
Ruby onderstreept die gedachte: “Twee jaar
geleden zijn Daniëlle en ik voor het eerst
weer met z’n tweeën op vakantie gegaan.
Niet dat dat niet leuk was, maar het voelde
toch raar, zonder de kinderen.”
RUBY OVER ZIGGY:
“Ziggy is erg sociaal, intelligent
en een kletsmajoor”